Joh.15,1-8 (1/05/2024)
1 Ik ben de ware wijnstok
en mijn Vader is de wijngaardenier.
2 Elke rank die in mij geen vrucht draagt, haalt hij weg,
en elke die wel vrucht draagt, snoeit/zuivert hij
opdat ze meer vrucht zou dragen.
3 Jullie zijn al gesnoeid/gezuiverd
door het woord dat ik tegen jullie gesproken heb.
4 Verblijf in mij – zoals ik in jullie.
Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf
als hij niet verblijft in de wijnstok,
zo ook jullie niet
als je niet verblijft in mij.
5 Ik ben de wijnstok
en jullie zijn de ranken.
Wie in mij verblijft – zoals ik in hem,
die draagt veel vrucht.
Want zonder mij kunnen jullie niets.
6 Als iemand niet verblijft in mij,
is hij buitengeworpen en verdord, zoals de rank.
Men verzamelt ze om in het vuur te gooien
en te worden verbrand.
7 Als jullie in mij verblijven
en mijn woorden in jullie verblijven,
vraag dan wat je wil
en het zal je gebeuren.
8 Hierin toont zich de grootheid van mijn Vader:
dat jullie veel vrucht dragen
en mijn leerlingen worden.
Het is op een van de laatste bijeenkomsten met zijn leerlingen dat Jezus deze woorden laat klinken en elk woord doet ertoe. “Ik ben”, zegt Hij. Al zes keer heeft hij dat gezegd: “Ik ben het brood, het licht, de deur, de herder, de opstanding en de weg.” Vandaag klinkt het voor de zevende en laatste keer: “Ik ben de wijnstok.” Hij weet duidelijk vanwaar hij komt en waartoe hij leeft.
Stilzwijgend voeg ik mij bij deze groep. Ik hoor wat Jezus zegt: “Ik ben.” De Godsnaam klinkt.
Jezus verbindt zich met die Naam, zo intens dat G-d in hem komt wonen! Wat een ongekende moed om je zo daad-werkelijk te verbinden aan de G-d van leven.
En wij? Hij zegt dat wij de ranken zijn, dat we al rein zijn. Durf ik dat woord te proeven? Mag het tot mij doordringen – ín mij waar worden – dat ik van de Mensenzoon ben? Dat ik zo met hem verbonden ben? Dat hij zó verblijf houdt in mij: Hij in mij, ik in Hem? Is het arrogantie of vraagt het moed? Het zal in ieder geval vruchtbaar zijn als ik het aandurf mij zover te wagen.
Vorige zondag hadden we hetzelfde Evangelie ook deze commentaar kan je er nog eens op nalezen (scroll hiervoor even naar onder).
Joh.15,9-11 (2/05/2024)
9 Zoals de Vader mij daad-werkelijk heeft liefgehad,
zo heb ik ook jullie daad-werkelijk liefgehad.
Verblijf in mijn liefde.
10 Als je mijn Wijzingen be-waart [= behouden door waar te maken],
zul je in mijn liefde verblijven,
zoals ik ook de Wijzingen van mijn Vader heb be-waard
en in zijn liefde verblijf.
11 Ik heb deze dingen tegen jullie gezegd
opdat mijn vreugde in jullie zou verblijven
en jullie vreugde vol zou worden!
Blijkbaar draait het bij goddelijke liefde om twee zaken, nl. daad-werkelijk liefhebben en de Wijzingen be-waren.
Daad-werkelijk liefhebben is geen theorietje of een vroom woord, maar gaat over leven, liefdevol leven. Er moeten daden gesteld worden: feitelijk doen wat je zegt. Dan zullen je daden je woorden verbeelden en zichtbaar maken.
En be-waren, dat kan je op verschillende manieren doen. Je kan iets ‘steriel’ bewaren zodat er niets van verloren gaat. Je kan er goed zorg voor dragen zodat het geheel mooi intact blijft. Maar dan blijven die Wijzingen dode letter. Je kan ze ook ‘waar’ maken door elke wijzing die je ooit zelf ontvangen hebt door je heen te laten gaan, ze stuk voor stuk écht te beleven en op die manier door te geven aan de volgende generatie.
Wellicht zal dat ‘beleven’ in een iets andere vorm gebeuren dan zoals je het ontving, omdat tijden en gebruiken nu eenmaal verschuiven, maar het is enkel in de durf van die transformatie dat het levend wordt doorgegeven.
Joh.14,6-14 (3/05/2024)
6 Jezus antwoordde hem:
“Ik ben de weg, de waarheid en het leven.
Niemand komt tot de Vader tenzij door mij.
7 Als je mij zou leren kennen,
zou je ook mijn Vader leren kennen.
Vanaf nu ken je hem; je hebt hem gezien!”
8 Filippus zei:
“Heer, toon ons de Vader, dat is ons genoeg!” [Ps.23,2]
9 Jezus antwoordde hem:
“Je bent nu al zo lang bij mij
en je hebt hem niet leren kennen, Filippus?
Wie mij heeft gezien,
heeft de Vader gezien.
Hoe kun je dan zeggen: Toon ons de Vader?!
10 Geloof je niet dat ik in de Vader ben
en de Vader in mij is?
De woorden die ik tegen jullie spreek,
spreek ik niet uit mezelf.
Het is de Vader – die in mij verblijft – die zijn werken doet.
11 Geloof mij
dat ik in de Vader ben
en de Vader in mij
– en zo niet, geloof het dan vanwege de werken zelf.
12 Amen, amen, ik zeg jullie:
Wie vertrouwt in mij
zal de werken die ik doe, ook doen
– en nog grotere dan deze,
omdat ik naar mijn Vader ga.
13 Wat je ook zult vragen in mijn naam,
ik zal het doen,
opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zou worden.
14 Als je dus iets vraagt in mijn naam,
ik, ik zal het doen!”
Vandaag vieren we het feest van twee apostelen, nl. Jacobus en Filipus.
Jacobus, ook de rechtvaardige genoemd, is de paar jaar jongere neef van Jezus.
Filippus van Betsaïda, een medewerker van het eerste uur, is ons vooral bekend door zijn spontane uitspraken zoals: “Heer, toon ons de Vader, meer vragen wij niet”.
Elke generatie opnieuw vragen mensen naar duidelijkheid: “Toon ons de Vader!” Mensen vragen naar tastbare, concrete aanwijzingen om G-ds aanwezigheid in hun leven en in de wereld te mogen zien. Maar, is niet heel de geschiedenis als het ware een bewijs van G-ds Liefde?
En toch … wordt er nog steeds getwijfeld aan zijn bestaan. G-d heeft immers niets van doen met tastbaar bewijsmateriaal, maar wel met geloof in zijn Liefde, geloof in Jezus Christus. Hij wil/kan niet vastgezet worden, maar meebewegen in ons leven. Hij vraagt als het ware voortdurend: “Mag ik met jou mee leven, op jouw ritme?” en zegt daarbij: “Wat je ook vraagt in mijn naam, ik zal het doen!” Geweldig toch.
Joh.15,18-21 (4/05/2024)
18 Als de wereld jullie haat,
besef dan dat ze mij eerder heeft gehaat dan jullie.
19 Als jullie van de wereld zouden zijn,
dan zou ze wel vriendelijk behandelen wat haar eigen is,
maar omdat jullie niet van de wereld zijn,
omdat ik jullie heb uitgekozen úit de wereld,
daarom haat de wereld jullie.
20 Her-inner je het woord dat ik tegen jullie sprak:
Een dienaar is niet groter dan zijn heer. [Joh.13,16]
Als ze mij hebben vervolgd,
zullen ze ook jullie vervolgen;
en als ze mijn woord hebben be-waard [waargemaakt],
zullen ze ook dat van jullie be-waren.
21 En dit alles zullen ze jullie aandoen
omwille van mijn naam,
omdat ze geen voeling hebben met wie mij gezonden heeft!
Jezus heeft er bij zijn leerlingen op aangedrongen alles en allen om zich heen daad-werkelijk lief te hebben als teken van hun liefde voor hem. Vandaag waarschuwt hij hen dat er geen enkele garantie is dat zij op hun beurt geliefd zullen zijn. Als de mensen zo'n liefdevol mens als Jezus zo bitter konden haten, dan kunnen zijn discipelen niet verwachten dat het hen anders zal vergaan, ze zijn immers niet groter dan hun heer.
De reden waarom zij gehaat zullen worden, is dat zij zullen weigeren zich te vereenzelvigen met de waarden en normen van ‘de wereld’. Zij zullen de materialistische hebzucht en concurrentie, het streven naar status en macht, de haat, woede, agressie en wraak die het leven van zovelen tekenen, afwijzen.
Jezus is heel duidelijk. Hem volgen, betekent ook zijn lot delen, afgewezen en zelfs gehaat worden door ‘de wereld’ omdat zijn waarden anders zijn. Dit maakt het lijden er niet gemakkelijker op, maar het helpt wel om er betekenis aan te geven, om te volharden en trouw te blijven wanneer je ervoor kiest om Jezus in al zijn radicaliteit te volgen.
Joh.15,9-17 (5/05/2024)
9 Zoals de Vader mij daad-werkelijk heeft liefgehad,
zo heb ik ook jullie daad-werkelijk liefgehad.
Verblijf in mijn liefde.
10 Als je mijn Wijzingen be-waart [= behouden door waar te maken],
zul je in mijn liefde verblijven,
zoals ik ook de Wijzingen van mijn Vader heb be-waard
en in zijn liefde verblijf.
11 Ik heb deze dingen tegen jullie gezegd
opdat mijn vreugde in jullie zou verblijven
en jullie vreugde vol zou worden!
12 Dit is mijn Wijzing:
Dat jullie elkaar daad-werkelijk liefhebben
zoals ik jullie daad-werkelijk heb liefgehad.
13 Geen grotere liefde kan iemand hebben
dan dat hij zijn leven inzet ten bate van zijn dierbaren.
14 Jullie zijn mij dierbaar.
Doe dan wat ik jullie Wijs.
15 Ik noem jullie geen dienaren,
want de dienaar weet niet wat zijn heer doet,
maar ik heb jullie genoemd dierbaren,
omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord,
heb leren kennen aan jullie.
16 Niet jullie hebben mij uitgekozen,
nee, ik heb jullie uitgekozen.
Ik heb jullie ingezet
om op weg te gaan en vrucht te dragen
– vruchten die blijvend zijn –
en om wat je de Vader ook vraagt in mijn naam,
hij het jullie geeft.
17 Dit is mijn Wijzing voor jullie:
Dat je elkaar daad-werkelijk liefhebt.
“Blijf in mijn liefde”! Vandaag verklaart Jezus ons zijn liefde. Zo een liefdesverklaring zal misschien wel verwonderen, daarom geeft hij er een woordje uitleg bij. In feite, zegt hij, is alles begonnen met de Vader. Hij is het die Liefde is. Hij is de bron van liefde: “Zoals de Vader mij heeft liefgehad, zo heb ik ook jullie liefgehad”. Deze liefde daad-werkelijk beleven maakt dat ze je steeds weer meesleept, boven jezelf uit. Ze neemt je op in de liefde waarmee jij bemind wordt. De echte liefde is dan ook hieraan te herkennen, dat ze de andere niet neemt voor zichzelf, maar dat ze bereid is zich te geven aan de andere. Ze wil leven met hem, voor hem: ze wil hem haar leven geven. Dat is het enige objectief van de echte liefde, dat is haar enige beweegreden. Het is ook de hartslag van mijn leven, zegt Jezus, en hij vervolgt: “Dit is mijn Wijzing voor jullie. Dat je elkaar daad-werkelijk liefhebt”.
Jezus’ liefdesverklaring is er een met de opdracht – zeg maar uitdaging – te delen in hetzelfde ideaal: zich geven zoals hij zichzelf gegeven heeft.
Joh.15,26 – 16,4a (6/05/2024)
26 Maar wanneer de medestander komt
die ik van bij de Vader naar jullie zal zenden,
de Geest van de waarheid
die van de Vader uitgaat,
zal díe over mij getuigen.
27 En ook jullie zullen getuigen,
omdat je vanaf het begin bij mij bent geweest.
1 Ik heb jullie deze dingen gezegd
opdat je niet zou struikelen.
2 Ze zullen jullie uit de samenkomsten weren.
Ja, er komt een uur
dat ieder die jullie doodt
zal denken een dienst aan God te doen!
3 En ze zullen dat doen
omdat ze noch mij noch de Vader hebben leren kennen.
4 Maar ik heb jullie deze dingen gezegd
opdat wanneer dat uur komt,
je je zou her-inneren dat ik ze gezegd heb.
Het valt mij op hoe vaak Jezus in de Paastijd verwijst naar de Geest van waarheid. Het is duidelijk een belangrijk onderwerp nu hij zijn leerlingen voorbereidt op een leven zonder zijn fysieke aanwezigheid. Hij belooft ze niet verweesd achter te laten. Hij weet immers hoe lastig het zal worden om daad-werkelijk zijn liefde te leven, ervan te getuigen en ze ter sprake (tot spreken) te brengen. “Onthoud het maar, jullie zullen er niet alleen voor staan. Er zal een Helper gegeven worden,” zegt hij.
Zijn belofte geldt nog altijd. Die Medestander wordt ook aan ons toegezegd. Hij is er, de Geest van waarheid. De vraag is of wij hem herkennen in ons leven.
Het is de Geest die ons G-ds aanwezigheid doet onderscheiden en doe zien wat Go(e)d is. Hij leidt ons zodat wij (en de mensen rondom ons) mogen ervaren dat hij ademt in ons. Hij vuurt ons aan om in woord en daad te getuigen van die goddelijke aanwezigheid.