Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Wil je graag het evangeliecommentaar dagelijks in je mailbox? Schrijf je dan in op onze dagelijkse nieuwsbrief onderaan de homepagina.
Zaterdag (12/07/2025)
Mt.10,24-33
24 “Een leerling staat niet boven zijn meester,
een knecht niet boven zijn heer.
25 Het is voldoende voor de leerling
als hij wordt zoals zijn meester,
en voor de knecht zoals zijn heer.
Als ze de heer der huizes al Beëlzebul hebben genoemd
[Mt.9,34 & Mt.12,24; de heerser van de demonen, heer der vliegen / heer des huizes],
hoeveel te meer dan zijn huisgenoten!
26 Wees dus niet bang voor hen!
Want niets dat bedekt is,
zal niet ontdekt worden,
en niets wat verborgen is,
zal niet bekend worden.
27 Wat ik jullie zeg in het duister,
spreek dat uit in het licht,
en wat je in je oor hoort [fluisteren],
verkondig dat van de daken.
28 Wees niet bang
voor wie het lichaam doden,
maar het waarachtige leven [geest-ziel] niet kunnen doden.
Vrees veeleer hem
die én leven [geest-ziel] én lichaam kan achterlaten in de gehenna.
29 Worden twee musjes niet voor een cent verkocht?
En toch zal niet één van hen op de aarde neervallen
buiten [de wil van] jullie Vader om.
30 Terwijl van jullie zelfs elke haar op je hoofd is geteld!
31 Wees dus niet bang!
Jullie gaan vele musjes te boven.
32 Ieder die zich bij de mensen uitspreekt
als één met mij,
over die zal ook ik mij bij mijn Vader in de hemelen uitspreken
als één met hem.
33 Maar wie mij bij de mensen verloochent,
die zal ik ook bij mijn Vader in de hemelen verloochenen.
Eerlijk gezegd is dit een Evangelie om bang van te worden, ook al zegt Jezus dat we niet bang moeten zijn!
Dat een leerling niet boven zijn meester staat, vinden we nog normaal, maar dat het voldoende is dat hij wordt zoals zijn meester, dan wordt het toch al behoorlijk warm onder de voeten. En wat dat ‘voldoende’ is, doet Jezus verder uit de doeken met allerlei zaken die de leerlingen kunnen overkomen, en waarvan het duidelijk is dat hij ze zelf wel degelijk heeft ondergaan naar het eind van zijn leven toe!
Ze zullen ons ‘des duivels’ noemen, beschimpen met al wat ze kunnen bedenken om ons diep te kwetsen; ze zullen publiekelijk ‘een boekje open doen over ons’, terecht of niet; ze zullen ons lichaam, of onze lichamelijke integriteit doden; …geen gemakkelijke vooruitzichten …
Maar de leerling wordt zoals zijn meester, als hij gaande- en struikelendeweg leert erop te vertrouwen dat het Licht altijd sterker is dan de duisternis, dat hij/zij gedragen is door G-d, dat G-d hem/haar kent tot in z’n diepste wezen en teder zorg voor hem/haar draagt, een musje te boven!
Vrijdag (11/07/2025) – feest vd h. Benedictus, abt, patroon van Europa
Mt.19,27-29
27 Petrus ging daarop in en zei tegen Jezus:
“Kijk, wíj hebben toch maar alles losgelaten
en wíj zijn je gevolgd.
Wat zal er dan voor ons zijn?”
28 Jezus antwoordde aan allen:
“Amen, ik zeg jullie:
Jullie die mij gevolgd zijn,
bij het opnieuw geboren worden,
wanneer de mensenzoon zal zitten op zijn troon van heerlijkheid,
zullen ook zitten op twaalf tronen,
oordelend over de twaalf stammen van Israël.”
29 En ieder die zijn huis heeft losgelaten,
of zijn broers of zussen,
of zijn vader of moeder
of zijn vrouw of kinderen,
of zijn akkers
omwille van mijn naam,
zal honderdvoudig ontvangen
en het volle leven erven.
We vieren vandaag Benedictus als patroon van Europa. Maar wat heeft die monnikenvader, die zijn fameuze ‘Regel’ schreef in het jaar 500, te maken met het hedendaagse Europa?
Benedictus was verre van niet de eerste monnik – dat ‘fenomeen’ kwam al ruim 2 eeuwen vóór hem op! – en ook niet de enige die een regel voor het gemeenschapsleven schreef, maar zijn regel bleek zó uitgebalanceerd dat ze in korte tijd de basis werd voor een uitermate uitgebreid netwerk aan abdijen, die een minstens even belangrijke rol speelden voor het maatschappelijke leven als de feodale heren, al zeker wat het leven van de gewone mensen betrof. Geleidelijk aan verschuivend is dat zo gebleven tot in de 19de eeuw!
De wezenlijke kern van een monnikenleven is dezelfde als voor elke Christen: Jezus volgen. En wie dat doet zal “honderdvoudig het volle leven erven”.
Het zou nog steeds – of vandaag des te meer! – waardevol zijn als men in Europa dat wat meer in acht neemt in alle ‘lagen van de bevolking’, ook wijzelf dus. En misschien zouden wij er met Petrus moeten aan toevoegen dat we hem van meer nabij willen volgen, en zoeken hoe we het feitelijke abdijleven weer kunnen doen opbloeien?
Donderdag (10/07/2025)
Mt.10,7-15
7 Ga en verkondig:
Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
8 Heel de verzwakten, reinig de melaatsen,
wek de doden op, verdrijf de demonen.
Voor niets heb je ontvangen,
voor niets moet je geven.
9 Neem geen goud mee,
geen zilver of koper in je gordel,
10 geen reiszak, geen extra kleren,
geen sandalen en geen stok,
want ‘wie werkt is zijn voedsel waard’.
11 In welke stad of dorp je ook binnenkomt,
onderzoek wie het daar waard is
en blijf daar dan tot je er weggaat.
12 Als je in een huisgezin binnenkomt,
groet hen [= zegen hen met vrede].
13 Als zij het waard zijn,
zal je vrede over hen komen,
maar als zij het niet waard zijn,
laat dan je vrede over jezelf terugkeren.
14 Als men je niet verwelkomt
en niet luistert naar je woorden,
ga dan weg uit dat huis of die stad
en schud het stof van je voeten.
15 Amen, ik zeg jullie:
Voor het land van Sodom en Gomorra
zal het op de dag van het oordeel
draaglijker zijn dan voor die stad.”
In het Evangelie en de verkondiging erover horen we vaak de uitdrukking ‘het koninkrijk van God (of der hemelen)’. Maar wat is dat eigenlijk, vragen we ons wel eens af? Hoe ziet dat eruit? Waar is het te vinden?
Vaak wordt het dan gesitueerd ‘in een leven na de dood’, of ‘ergens boven de wolken’, of in een nog te komen verte, … Maar m.i. staat het hier klinkklaar te lezen wat Jezus ermee bedoelt. Híj zegt dat dat ‘koninkrijk der hemelen’ heel nabij is! – en er is geen reden om er van uit te gaan dat dit ‘nabij’ alleen maar
zou betekenen ‘binnenkort in de toekomst’, neen nabijheid gaat hier over nu al, feitelijk, fysiek dichtbij zijn!
Het is óveral waar wij onze ogen openen en zien waar zwakken geheeld worden, zieken verzorgd, leven wordt gegeven en hersteld, ‘getroebleerde mensen’ als méns ernstig genomen worden en in de mensengemeenschap mogen verblijven, … Het is óveral waar voor niets wordt gegeven, waar geld of eigen lijfsbehoud niet het eerste is waaraan gedacht wordt, … Het is óveral waar vrede het eerste én laatste woord krijgt …
Woensdag (9/07/2025)
Mt.10,1-7
1 En hij riep zijn twaalf leerlingen bij zich
en gaf hen volmacht
over nog niet gereinigde geesten,
zodat ze die aan het licht konden brengen
en elke ziekte en zwakte helen.
2 Dit zijn de namen van de twaalf uitgezondenen [apostels]:
Als eerste Simon, die Petrus [rots] wordt genoemd,
en zijn broer Andreas;
Jakobus, de zoon van Zebedeüs,
en zijn broer Johannes;
3 Filippus en Bartolomeüs;
Thomas en Matteüs, de tollenaar;
Jakobus, de zoon van Alfeüs,
en Taddeüs;
4 Simon, de Kananeeër,
en Judas, de man uit Kerioth,
die hem uitgeleverd heeft.
5 Deze twaalf zond Jezus uit
en droeg hen op:
“Ga niet de weg van de heidenen,
ga niet binnen in een stad van de Samaritanen,
6 maar ga veeleer naar de verloren schapen
van het huis van Israël.
7 Ga en verkondig:
Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
12 namen. Heel gewone namen. Uit de rest van het Evangelie weten we dat ze een heel gewoon beroep hadden. Geen ‘superhelden’ dus. Gewoon mensen, zoals jij en ik. We mogen dus ónze naam en onze dagelijkse bezigheden gewoon in dit rijtje plaatsen van mensen die door Jezus gezonden worden!
Mispak je niet aan het “ga niet naar de heidenen”. Aan het eind zegt Jezus: “Ga, en verkondig de bevrijdende boodschap aan alle volkeren!” Maar éérst moet er blijkbaar dichtbij gekeken worden: zoek het niet per se al te ver. Ook vlakbij, onder je ogen, in je straat, … is er al veel werk te doen om mensen te helen!
Want helende en bevrijdende kracht is blijkbaar eigen aan Jezus en wie hem van nabij volgt en in zijn naam zich laat zenden! Dat is niet alleen een eigenschap van christenen 2000 jaar geleden; neen, het geldt evenzeer óns!
Onze tijd ken heel veel getroebleerde mensen (in Jezus’ tijd zei men: onreine geesten). Zullen wij, die ons Christen noemen, zó in verbondenheid met Jezus leven, dat wij in zijn naam bij deze mensen in volle liefde aanwezig kunnen blijven, waardoor zij zijn bevrijdende kracht zúllen ervaren?
Dinsdag (8/07/2025)
Mt.9,32-38
32 Toen ze uit het huis kwamen,
brachten ze iemand bij hem
die stom was en door een demon bezeten.
33 Nadat hij de demon had verdreven,
begon de stomme te spreken.
Iedereen was vol verwondering:
“Nog nooit heeft zoiets zich getoond in Israël!”
34 De farizeeën echter zeiden:
“Het is door de aanvoerder van de demonen
dat hij de demonen verdrijft.”
35 Jezus trok rond langs alle steden en dorpen.
Hij gaf onderricht in hun plaatsen van samenkomst
en verkondigde het bevrijdende nieuws van het koninkrijk
en hij heelde elke ziekte en elke zwakte onder het volk.
36 Toen hij de menigte echter overzag,
werd hij diep innerlijk bewogen om hen,
omdat ze opgejaagd en krachteloos waren,
als schapen zonder herder.
37 Hij zei tegen zijn leerlingen:
“De oogst is wel overvloedig,
maar arbeiders zijn er weinig.
38 Vraag daarom aan de heer van de oogst
dat hij arbeiders uitstuurt in zijn oogst.”
Rafelrandmensen waren er toen en zijn er nog steeds. Je kan er moedeloos of zelfs fatalistisch door worden: Er is toch niets aan te doen. Of je kan je door hen laten raken en in beweging laten brengen.
Jezus kiest voor de tweede optie. Hij laat zich raken en brengt mensen terug in de maatschappij. Hij leeft vanuit een Visioen, nl. een nieuwe wereld waar Léven mogelijk is voor elke mens. Daarbij ziet hij ook de moedeloosheid en het gebrek aan toekomstperspectief bij de mensen. Hij heeft met hen te doen. Ze zijn leidingloos. Ze hebben leiders nodig die zich dienstbaar opstellen. Zulke leiders zijn er te kort … veel tekort (nog steeds). Jezus zag dat en hij deed wat moest gedaan en hoopt dat zijn leerlingen (jij? en ik?) eveneens in beweging zullen komen en bidden zodat er ogen open gaan en er dienende leiders opstaan en zelf dienende leiders zíjn!
Maandag (7/07/2025)
Mt.9,18-26
18 Hij was nog niet uitgesproken, of kijk:
er kwam een overste [van de synagoge] naar hem,
boog voor hem neer en zei:
“Mijn dochter is zojuist gestorven,
maar kom, leg haar je hand op
en ze zal leven.”
19 Jezus veerde op [werd klaarwakker] en volgde hem,
samen met zijn leerlingen.
20 En kijk, er was een vrouw
die al twaalf jaar aan bloedverlies leed
die hem langs achteren naderde
en de zoom van zijn mantel aanraakte.
21 Want ze dacht:
“Zelfs als ik alleen maar zijn mantel aanraak,
zal ik bevrijd worden.”
22 Maar Jezus draaide zich om en zag haar:
“Wees gerust dochter, je vertrouwen heeft je bevrijd.”
En vanaf dat uur was de vrouw bevrijd.
23 Nu kwam Jezus in het huis van de overste.
Hij zag de fluitspelers en de vele getroebleerde mensen
24 en zei hen: Ga weg [maak plaats],
want het meisje is niet gestorven, maar slaapt.”
Maar ze lachten hem uit.
25 Toen de menigte dan buitengedreven was, ging hij binnen.
Hij nam haar hand vast en het meisje veerde op [werd klaarwakker].
26 Het verhaal hierover ging rond in heel de streek.
Twee situaties waarin geloof en vertrouwen op heel uiteenlopende wijze geuit worden. De ene keer is het een overste die nederig (hij boog neer), maar kordaat (kom, leg je hand op en ze zal leven) het lot van zijn dode dochter aan Jezus toevertrouwt. Bij de andere situatie gaat het over een vrouw die in alle stilte, zonder één woord te spreken, Jezus’ kleed aanraakt in de overtuiging dat hij wel weet wat haar gevangen houdt.
Elke keer gaat het over vertrouwen als basis voor genezing, en hoe dit geuit wordt – met of zonder woorden – speelt blijkbaar geen rol. Het effect is hetzelfde. Jezus ziet het lijden en het vertrouwen en hij laat zich (aan)raken. Hij reikt zijn leven-gevende, bevrijdende Liefde aan en doet hen opstaan tot ‘nieuw’ leven. De rouwklagers daarentegen stuurt hij weg, omdat ze op de dood zijn gericht.
Hoe bevrijdend kan het zijn dat ene woord, dat kleine gebaar. Waarom zouden we dat woord niet spreken of dat gebaar niet stellen? Het vraagt geen moeite, en het maakt een wereld van verschil voor zij die het mag ontvangen.