Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Lc.8,1-3 (22/09/2023)
1 Daaropvolgend trok Jezus een tijdlang langs stad en dorp.
Hij predikte en bracht het Goede Nieuws van het koningschap van God.
De twaalf waren bij hem
2 en ook enkele vrouwen die geheeld waren van boze geesten en ziekten,
waaronder Maria van Magdala, uit wie zeven demonen waren weggegaan.
3 Ook Johanna, de vrouw van Herodes’ zaakvoerder Chuzas,
Suzanna en vele andere vrouwen
zorgden voor hen met wat zij hadden.
Er bestaat een joods verhaal over een mislukte uittocht uit Egypte. Daarin trekken de mannen van de stam Efraïm alleen weg. Vrouwen en kinderen, ouderen en zwakkeren zouden de boel alleen maar vertragen, zeggen ze. Ze nemen alleen geld mee, daarmee denken ze onderweg al het nodige te kopen. Hun gebeente is volgens het verhaal later in de woestijn gevonden.
Tegen deze menselijke logica in verkondigde Jezus een heel ‘andere logica’, nl. die van de belangeloze goedheid. De beste manier om deze ‘andere logica’ te leren is daadwerkelijk samen op weg gaan met mensen die niets terug kunnen geven, behalve wie ze zijn. Dat is wat Jezus constant doet. Hij knoopt vriendschappen aan met vrouwen en rafelrandmensen. Hij bevrijdt ze van wat hen bezet houdt. Hij deelt hun pijn en reikt hen een hoopvol toekomstperspectief aan. Hij wist dat je zo’n werk best niet alleen verricht en zocht twaalf mannen om met hem mee te gaan. Samen – mannen, vrouwen en rafelrandmensen – getuigden zij (en met hen ook nu nog vele anderen) van een goddelijke Liefde en van dat leven-gevende Goede Nieuws!
Lc.9,43b-45 (30/09/2023)
43b Allen stonden verwonderd over alles wat hij deed
[na de genezing van een bezeten jongen],
maar Jezus zei tot zijn leerlingen:
44 “Knopen jullie dit goed in je oren:
De mensenzoon moet overgeleverd worden
in de handen van de mensen.”
45 Maar zij begrepen deze woorden niet
– ze waren verborgen, zodat zij ze niet bevatten –
en durfden er hem niet naar vragen.
Slechts drie verzen, en toch een en al paradox!
Grote bewondering voor wat Jezus doet: fantastisch toch dat iemand heling kan brengen. En net dan zegt Jezus dat ze hem zullen doden! Waarom toch?
Geen wonder dus dat ze het niet begrepen.
Maar waarom durfden ze hem er niet naar vragen?
Huiver en schroom zijn misschien wel ‘ouderwetse’ deugden, maar niettemin nog steeds het beleven waard. Toch kunnen ze blijkbaar ook in de weg zitten. Schroom voor het Heilige is gepast; een vertrouwelijke omgang ermee ook!
G-d wil naar zijn mensen toe komen. Dat doet Hij(?) in allerlei vormen van Go(e)dheid. Maar zal ik dat zíen? Zal ik dat (h)erkennen en er ontvankelijk voor staan? Of zal ik het afwijzen (“kwaad omdat G-d goed is” – zie vorige zondag)? De paradox zit midden in mij!
Het antwoord zal zijn: met open ogen én open hart zíen, dúrven zien en durven erkennen dat goedheid G-d is – en die niet wegstoten uit mijn leven …
Lc.10,13-16 (6/10/2023)
13 Wee, Chorazin, wee, Betsaïda
[dorpen van de eerste verkondiging, maar die haar niet ontvingen],
want als in [de iconisch goddeloze steden] Tyrus en Sidon
de krachtige daden zouden zijn gebeurd
die bij jullie zijn gebeurd,
dan zouden zij al lang
– in zak en as gezeten –
zich bekeerd hebben.
14 Voor hen zal het bij het oordeel draaglijker zijn
dan voor jullie.
15 En jij, Kafarnaüm,
zul jij tot de hemel verheven worden
[omdat ik er vertoefde en verkondigde]?
Tot in het dodenrijk zul je afdalen
[omdat je mij verwierp]!
16 Wie jullie hoort, hoort mij,
wie jullie verwerpt, verwerpt mij;
en wie mij verwerpt, verwerpt hem die mij gezonden heeft.”
Chorazin en Betsaïda staan symbool voor mensen die G-d en geloof bewust aan de kant schuiven. Ze wíllen niets weten van G-d. Er zijn daarnaast ook mensen die geen weet hebben van G-d (Tyrus en Sidon). Zij lijken wél open te staan voor geloof en G-d.
Maar het is niet aan ons om het proces te maken van steden of mensen ten tijde van Jezus en ouder. Laten we gewoon kijken naar onze maatschappij. Hoe is het daarmee gesteld? En als het over de maatschappij gaat, gaat het ook over mij (ik ben immers een deel van die maatschappij en geef ze dus ook mee vorm) en dan komt de vraag rechtstreeks op mij af: Is er in mij nog openheid voor G-d en verkondiging of heul ik mee met al het wantrouwen en verban ik zodoende G-d ook bewust uit mijn leven? Durf ik in deze woelige tijden nog spreken van G-d? Durf ik nog zeggen dat een gelovige gemeenschap mij kracht en ondersteuning biedt? Het is niet evident. De kans is groot dat je samen met het instituut verworpen wordt. En toch is het dat wat ons te doen staat: G-d aan het woord laten in en door ons heen en met heel ons leven getuigen van G-ds Liefde en trouw.
Lc.11,47-54 (19/10/2023)
[Jezus voer verder uit tegen de wetgeleerden:]
47 Wee jullie,
want jullie bouwen de grafmonumenten van de profeten,
terwijl jullie vaders die hebben gedood.
48 Jullie zijn dus getuigen van en stemmen in met
de werken van jullie vaders,
want zij hebben hen wel gedood,
maar jullie bouwen hun grafmonumenten.
49 Daarom zegt de wijsheid van God:
Profeten en zendelingen [apostels] zal ik naar hen uitzenden
– waarvan zij sommige zullen doden en vervolgen –
50 om op deze generatie te verhalen
al het bloed van profeten dat ooit vergoten werd,
51 vanaf het bloed van Abel
[die door zijn broer Kaïn werd gedood, de eerste moord in de Schrift],
tot het bloed van Zacharia
die omgebracht werd tussen het altaar en zijn huis
[de laatste moord in de Joodse Schrift].
Ja, ik zeg jullie:
Het zal op deze generatie verhaald worden!
52 Wee jullie, wetgeleerden,
want jullie hebben de sleutel van de kennis [van God] weggenomen.
Zelf zijn jullie er niet binnen gegaan,
en wie er wel binnen gaan, verhinderen jullie.”
53 Toen hij van daar vertrok,
begonnen de schriftgeleerden en Farizeeën
in toorn hem heftig aan te vallen.
Ze vroegen hem uit over allerlei zaken,
54 en spanden hem strikken,
erop uit om uit zijn mond iets te horen
waarvan ze hem konden beschuldigen.
De spanning tussen Jezus en de wetgeleerden neemt toe. Het discours van vandaag over bloed en zelfgenoegzaamheid laat zien dat het debat een kwestie geworden is van leven of dood. De bouw van graftombes voor de profeten raakt Jezus, hij wordt er kwaad van. Hij wil niet dat de profetische wijsheid en hun waarschuwingen afgedaan worden als voorbij, dood en begraven. Hij verafschuwt de ultieme hypocrisie van de wetgeleerden wanneer ze – met hun vroom gedoe – de boodschap van de profeten bewust aan de kant schuiven. Jezus ziet (en spreekt het ook uit) dat ze zo de ‘ongeschoolden’ misleiden. "Jullie hebben de sleutel van de kennis weggenomen". Jezus is echter vastbesloten om, koste wat het kost, deze sleutel van de kennis aan te bieden aan iedereen die naar zijn woord luistert.
Misschien iets om over na te denken: Wat als Jezus bereid is om zoveel inspanningen te leveren om door te dringen tot ons hart? Tot welke moeite zijn wij bereid om hem te beantwoorden? Willen wij deze “sleutel van de kennis” écht?
Lc.24,35-48 (24/04/2025)
35 En zij vertelden wat er onderweg was gebeurd
en hoe hij zich had laten kennen in het breken van het brood.
36 Terwijl ze dit aan het vertellen waren,
kwam hijzelf in hun midden
en zei hun: “Vrede voor jullie!”
37 Ze schrokken erg en werden bang
omdat ze dachten een geest te zien.
38 Hij zei hun: “Waarom zijn jullie zo verward
en waarom bekruipt zo’n twijfel jullie hart?
39 Kijk naar mijn handen en mijn voeten: Ik ben het zelf!
Voel aan mij en kijk.
Een geest heeft toch geen vlees en beenderen
zoals jullie zien dat ik wel heb?”
40 En dit zeggende, toonde hij hun zijn handen en voeten.
41 Omdat zij door de vreugde en de verwondering
nog steeds het moeilijk konden vertrouwen,
zei hij hun: “Hebben jullie hier iets te eten?”
42 Ze gaven hem een stuk gebakken vis (en honingkoek).
43 Hij nam het en at het voor hun ogen op.
44 Daarna zei hij tegen hen:
“Dit zijn de woorden die ik tot jullie sprak
toen we nog samen waren:
dat het ‘moet’ dat vervuld wordt wat over mij geschreven staat
in de wet van Mozes, de profeten en de psalmen.”
45 Toen opende hij wijd hun verstand
om de Schriften te bevatten.
46 En hij zei tegen hen:
“Zo staat het geschreven en zo ‘moet’ het:
Dat de Gezalfde [Christos] zou lijden
en opstaan uit de doden op de derde dag,
47 en dat er in zijn Naam
ommekeer verkondigd zou worden
tot vrijmaking van zonden [verwijdering]
voor alle volken, te beginnen met Jeruzalem.
48 En jullie zijn hiervan de getuigen [martyres].
Vreugde, ongeloof en verbazing zijn stemmingen die we niet direct in één adem noemen, ze lijken niet samen te gaan. Waarom zou vreugde tot ongeloof leiden? Lucas heeft deze paradoxale samenvoeging van vreugde, ongeloof en verbazing neergezet om weer te geven hoe ondersteboven de leerlingen waren. In vele vertalingen wordt er gesproken over leerlingen die ‘stomverbaasd’ waren, maar hier klinkt ‘verwonderd’ (wat dichter bij de oorspronkelijke tekst aanleunt). Verbazing gaat voorbij, maar verwondering blijft en kan steeds hernieuwd worden. Bij het Paasgebeuren past verwondering: steeds weer terugdenken aan lijden en dood, maar ook de aanwezigheid voelen van de man uit Nazareth. En vanuit de verwondering je leven veranderen.
Laten we daarom steeds opnieuw met verwondering het Paasgebeuren overdenken in het licht van psalmen, profeten en Tora en vol vertrouwen zingen: “Sta op. Vrees niet. Als een levende gaat hij je voor.”
Lc.12,13-21 (20/10/2025)
13 Iemand uit de menigte rondom, zei nu:
“Meester, zeg tegen mijn broer
dat hij de erfenis moet delen met mij.”
14 Jezus antwoordde hem:
“Mens, wie heeft mij aangesteld over jullie
als rechter of verdeler?”
15 Hij ging verder tegen allen:
“Zie toe en wacht je ervoor
steeds meer te willen hebben!
Want zelfs als iemand overvloed heeft,
behoort zijn leven niet tot zijn bezit.”
16 En hij vertelde een gelijkenis:
“Het land van een zekere rijke had veel opgebracht.
17 Hij overlegde bij zichzelf:
“Wat zal ik doen, want ik heb niets
om de oogst in op te slaan?”
18 En hij zei: “Dit zal ik doen:
Mijn bestaande schuren zal ik afbreken
en grotere bouwen,
mijn oogst en al mijn goederen
kan ik daarin dan opslaan.
19 En tot mezelf zal ik zeggen:
Ik, ik heb vele goederen liggen, voor jaren ver.
Rust uit, eet, drink, maak plezier.”
20 Maar God zei tegen hem:
“Verdwaasde! Nog deze nacht
wordt je leven opgeëist.
En alles wat je hebt voorbereid,
voor wie is dat dan?”
21 Zo gaat het met wie schatten opslaat
voor zichzelf,
maar niet rijk is in God.
Jezus houdt zich niet bezig met erfenissen. – Zijn leerlingen ook niet?
Jezus zegt níet tegen die man dat hij zijn zaak niet moet oplossen, maar wel dat hij er anders moet mee omgaan. Hoe ‘vast’ ‘bezit’ ook lijkt, eigenlijk is het erg vluchtig en vergankelijk. Het is dus niet levengevend er heel je hoop op te stellen of alleen nog bezig te zijn met het verwerven van meer.
Jezus hoopt dat zijn leerlingen in zijn spoor vooral zouden bezig zijn met het zoeken naar “rijkdom in G-d”. Dat wordt als diametraal gesteld tegenover “schatten opslaan voor zichzelf”.
Zoek zelf maar even uit wat het verschil zou kunnen zijn tussen die twee, … dan ben je alvast voor deze tijd niet bezig met de valse veiligheid van je bezit …