Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Lc.1,57-66.80 (24/06/2023)
57 Voor Elisabet brak de tijd aan van de bevalling
en zij bracht een zoon ter wereld.
58 De omwonenden en haar verwanten hoorden
dat de Heer grote tederheid aan haar had getoond
en zij verheugden zich, samen met haar.
59 Op de achtste dag kwamen ze het jongetje besnijden
en noemden het naar zijn vader Zacharias.
60 Maar zijn moeder zei:
“Nee! Het zal genoemd worden: Johannes!”
61 Ze antwoordden haar:
“Maar er is niemand in jouw familie
die deze naam draagt.”
62 Ze wenkten nu zijn vader,
hoe hij zou willen dat het genoemd werd.
63 Hij vroeg een schrijfplankje en schreef:
“Johannes is zijn naam!”
En allen verwonderden zich.
64 Onmiddellijk kon hij weer spreken
en hij zegende God.
65 Huiver overkwam alle omwonenden
en in heel het bergland van Judea werd dit besproken.
66 Al wat men hoorde, sloot men in het hart:
“Wat zal er toch van dit jongetje worden?”,
want de hand van de Heer was met hem.
80 Het jongetje groeide op
en werd gesterkt in de geest.
Hij verbleef op eenzame plaatsen
tot de dag dat hij zich aan Israël bekend maakte.
Allerlei ongewone gebeurtenissen, rondom de geboorte van een heel gewoon jongetje. “Wat zal er toch van dit jongetje worden”, vragen de betrokken omstaanders zich af? Kan het zijn dat G-d zich de doodgewone mens aantrekt? Maakt hij ‘kleine mensen groot’?
Het ‘Oude Verbond’ wist er al van. Eigenlijk was het geen nieuwigheid. Maar Elisabet en Zacharias mochten het aan den lijve ervaren. En dat was nodig om Maria te ‘overtuigen’, en zij op haar beurt verkondigt het voluit met ‘de vrucht van haar schoot’ en in haar ‘magnificat’.
Ja, G-d ziet de kleinheid van de mens, hij hoort z’n zuchten en twijfel. En hij gaat met hen mee …
Johannes is niet ‘plots’ een volwassen ‘Doper’; nee, het jongetje moet nog groeien en gesterkt worden – alles op ‘zíjn’ tijd. De transformatie van klein naar groot duurt wel even – een mensenleven tijd! Wat blijkbaar nodig is, is dat hij die tijd néémt en uitdrukkelijk neemt door ‘op eenzame plaatsen’ te verblijven, zodat G-d óók mag ‘groeien’ in zijn leven.
Lc.6,39-42 (15/09/2023)
39 Hij vertelde hen nu een gelijkenis:
“Een blinde kan toch niet een blinde op weg leiden?
Zullen beide dan niet in een put vallen?
40 Een leerling staat niet boven zijn leermeester.
Maar als hij volgroeid zal zijn,
zal hij zijn zoals zijn leermeester.
41 Maar wat kijk je naar de splinter
in het oog van je broer
als je de balk in je eigen oog niet opmerkt?
42 Of kun je tegen je broer zeggen:
‘Broer, laat me de splinter uit je oog weghalen’,
als je de balk in je eigen oog niet ziet?
Ondermaatse oordelaar! [hypocritès]
Haal eerst de balk uit je eigen oog,
dan [pas] zul je doorzicht hebben
om de splinter uit het oog van je broer te halen.”
De ‘simpele’ vraag bij het Evangelie van vandaag, zou kunnen zijn: door wie laat ik mij leiden en wat voor een leider ben ik voor anderen? Het klinkt simpel, maar het heeft erg verstrekkende gevolgen. Als wij Jezus met enige diepte willen volgen, hebben wij in beide richtingen een verantwoordelijkheid.
Wie of wat laat ik richting geven aan mijn leven? Door mensen met een heldere kijk op het leven of door (andere) meelopers? Het lijdt geen twijfel dat ons christen-zijn zich vandaag veel te veel laat meeslepen door de tendensen van de maatschappij, waardoor we ‘de balk in eigen oog’ niet zien.
En hoe ga ik om met de mensen rondom mij? Ben ik kritisch (= onderscheidend) genoeg om hen niet per se míjn weg op te leggen, maar hen te helpen hún weg te gaan? Is mijn omgang met hen bevrijdend, of net eerder verknechtend?
Jezus hoopt dat wij met een ‘scherp oog’ in het leven staan, helder onderscheidend waar het éigenlijk op aan komt in ons samen-leven.
Lc.7,31-35 (20/09/2023)
31 Jezus zei:
“Waarmee zal ik deze generatie vergelijken?
Waar lijken ze op?
32 Ze zijn als kinderen die op de markt zitten
en elkaar toeroepen:
‘Wij spelen voor jullie op de fluit, maar je danst niet.
Wij zingen voor jullie een klaaglied,
maar je weent niet!’
33 Zie je?
Johannes de Doper is gekomen,
hij eet geen brood en drinkt geen wijn,
en jullie zeggen: ‘Hij is van een demon bezeten.’
34 De mensenzoon is gekomen,
hij eet en drinkt wel,
en jullie zeggen: ‘Kijk eens naar die vreter en zuiper,
die vriend van tollenaars en zondaars.’
35 Wijsheid wordt als waar erkend
door allen die haar kinderen zijn.”
Waarmee zou Jezus de mensen van onze tijd vergelijken? Hoe zou hij ons omschrijven? Eigenlijk maakt dat niet zoveel uit, het is immers de opdracht van élke generatie om steeds opnieuw te bepalen welk spel er gespeeld wordt. En welk spel spelen wij? Spelen we het spel van de wispelturige kinderen, waar egocentrisme en het eigen (en enig zaligmakende) perspectief het spel bepalen? In dat spel zullen zij die door G-d gezonden worden steeds de spelbrekers zijn of ze nu een klaaglied zingen of op de fluit spelen.
Of spelen we het spel van ‘de kinderen van de wijsheid’ en mag ‘waarheid’ ons spel bepalen? Deze waarheid komt van elders, van de a/Ander en breekt het eigen perspectief open. Ze zet je in beweging, doet je mee-spelen, mee-leven. Deze waarheid is te vinden in Johannes’ boodschap (hij die niet eet, niet drinkt en vast) én in die van Jezus (hij die wel eet en drinkt en iedereen laat mee-feesten). Beiden zijn zo anders en toch nodigen zij ons uit, ieder op zijn manier, tot het heilige spel van Verbonden Léven!
Lc.9,7-9 (28/09/2023)
7 Alles wat er door Jezus gebeurde
kwam nu ter ore aan de tetrarch Herodes.
Hij raakte hevig verontrust
omdat door sommigen gezegd werd
dat Johannes [de doper] was opgestaan uit de doden.
8 Sommigen zeiden dat Elia [de profeet die zou terugkeren] verschenen was,
anderen dat een van de vroegere profeten was opgestaan.
9 Maar Herodes zei:
“Johannes heb ik onthoofd.
Wie is dat dan over wie ik zulke dingen hoor?”
En hij zocht naar een mogelijkheid om hem te zien.
Herodes, de ‘koning van de Joden’, eigenlijk niet meer dan de loopjongen van de Romeinen. Hij zat op een erg wankele troon – en zijn gedachten wankelden mee: soms was hij bang voor Jezus, soms dan weer geboeid.
Ook al had hij andere mogelijkheden, uiteindelijk kiest hij toch telkens voor het behoud van zijn macht – voor de uiterlijkheid dus.
Wat had het kunnen worden als hij wél voor de innerlijkheid – en dus vóór Jezus’ boodschap en G-dsdroom – had gekozen?
Ik kan daarover speculeren, maar interessanter is mij de vraag te stellen wat het zou kunnen worden als ík níet kies voor de wankele macht en de uiterlijkheid, maar voor de ge-Grond-e innerlijkheid en de G-dsdroom!?
Lc.10,1-12 (5/10/2023)
1 Hierna stelde de heer nog tweeënzeventig anderen aan.
Hij zond hen twee aan twee voor zich uit
naar elke stad en plek waar hij zelf wilde komen.
2 Hij zei hen:
“De oogst is wel overvloedig,
maar arbeiders zijn er weinig.
Vraag daarom aan de heer van de oogst
dat hij arbeiders uitstuurt in zijn oogst.
3 Ga, maar let op!
Ik zend jullie als lammeren midden de wolven.
4 Belaad je niet met een geldbuidel,
niet met een reiszak, noch met sandalen.
Groet niemand [uitgebreid] langs de weg.
5 In welk huis je ook onderdak krijgt,
zeg eerst en vooral: “Vrede aan dit huis!”
6 Als daar een zoon van de vrede woont,
dan zal jullie vrede op hem rusten.
Zoniet, laat ze dan op jullie terugkeren.
7 Blijf in hetzelfde huis,
eet en drink wat er is,
want de arbeider is zijn loon waard.
Verleg je niet van het ene huis naar het andere.
8 In iedere stad die jullie binnengaan
en waar je ontvangen wordt:
Eet wat jullie wordt voorgezet,
9 heel haar zieken
en verkondig allen:
“Het koninkrijk van God is jullie genaderd.”
10 In iedere stad die jullie binnengaan
en waar je niet ontvangen wordt:
Ga weg en roep op haar pleinen:
11 “Zelfs het stof uit jullie stad dat aan ons kleeft,
vegen wij van ons af, als getuigenis tegen jullie,
maar weet niettemin:
het koninkrijk van God is jullie genaderd.”
12 Ik zeg jullie:
“Voor [de iconisch verdoemde stad] Sodom
zal het op die dag draaglijker zijn
dan voor die stad.
Jezus zendt zijn mensen twee aan twee; nooit alleen. Hij zendt ze naar waar hij zelf wilde komen. De leerlingen kiezen dus niet zelf waar ze gaan. Er is heel wat werk te verrichten, maar er was duidelijk een tekort aan medewerkers. Dat is nog steeds zo. Blijkbaar hoeven we niet zelf op zoek te gaan naar die medewerkers, maar is het een kwestie van ze te vragen. En dan mogen we erop vertrouwen dat G-d ze – ook op onze vraag – zal zenden.
Aan de medewerkers wordt gevraagd om alle ballast achter te laten en zich ervan bewust te zijn dat ze onderweg wel wat weerstand zullen tegenkomen. Gelukkig krijgen ze een toetssteen mee om op het spoor te komen of er al dan niet openheid is om te luisteren, nl. wens mensen G-ds vrede toe. Als de vrede ontvangen wordt, kan er verkondigd worden. Als ze niet ontvangen wordt, laat je dan niet van de wijs brengen en ga gewoon verder, maar niet zonder de mensen aldaar te laten weten waar ze voor kiezen, nl. een leven zonder G-d. Ze moeten weten dat G-ds Liefde voor iedereen bedoeld is. Hij biedt ze aan. Aan ieder de keuze om er al dan niet op in te gaan.
Lc.10,1-9 (18/10/2023)
1 Hierna stelde de heer nog tweeënzeventig anderen aan.
Hij zond hen twee aan twee voor zich uit
naar elke stad en plek waar hij zelf wilde komen.
2 Hij zei hen:
“De oogst is wel overvloedig,
maar arbeiders zijn er weinig.
Vraag daarom aan de heer van de oogst
dat hij arbeiders uitstuurt in zijn oogst.
3 Ga, maar let op!
Ik zend jullie als lammeren midden de wolven.
4 Belaad je niet met een geldbuidel,
niet met een reiszak, noch met sandalen.
Groet niemand [uitgebreid] langs de weg.
5 In welk huis je ook onderdak krijgt,
zeg eerst en vooral: “Vrede aan dit huis!”
6 Als daar een zoon van de vrede woont,
dan zal jullie vrede op hem rusten.
Zoniet, laat ze dan op jullie terugkeren.
7 Blijf in hetzelfde huis,
eet en drink wat er is,
want de arbeider is zijn loon waard.
Verleg je niet van het ene huis naar het andere.
8 In iedere stad die jullie binnengaan
en waar je ontvangen wordt:
Eet wat jullie wordt voorgezet,
9 heel haar zieken
en verkondig allen:
“Het koninkrijk van God is jullie genaderd.”
Het evangelie van vandaag is het zelfde als enkele dagen geleden. (commentaar 5/10) Ik zoem dus even in op de h. Lucas. Volgens de traditie is hij de schrijver van het ‘Evangelie volgens Lucas’ en van het boek ’Handelingen van de apostelen’. Wie hij was, is niet met zekerheid bekend. Vermoedelijk werd Lucas geboren in Antiochië (Syrië). Hij kende Jezus niet persoonlijk. Hij behoorde ook niet tot zijn onmiddellijke leerlingenkring. Hij woonde niet in Palestina en sprak ook de taal van Jezus niet. Zijn informatie was tweede- of derdehands: hij deed een beroep op verhalen van anderen.
De mensen waaraan hij schreef hadden meestal een niet-joodse achtergrond, waren arm en werden geminacht in hun omgeving. Om hen moed te geven wees Lucas op de voorkeur van Jezus voor de armen, zwakke en lijdende mensen: Hij ‘wist’ dat Jezus ook hen zou redden en wilde deze overtuiging met hen delen.
Herkenbaar!? Ook wij hebben Jezus niet persoonlijk gekend. We leven niet in zijn land noch spreken we Jezus’ taal. We doen net als Lucas een beroep op verhalen van anderen enz.
Wat intrigeert ons in die Jezus? Waarvan zijn wij overtuigd en wat willen we graag delen met anderen? Begin maar alvast te schrijven!