Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Wil je graag het evangeliecommentaar dagelijks in je mailbox? Schrijf je dan in op onze dagelijkse nieuwsbrief onderaan de homepagina.
Zaterdag (19/07/2025)
Mt.12,14-21
14 De farizeeën gingen naar buiten
en beraadslaagden hoe ze hem zouden kunnen ombrengen.
15 Maar Jezus besefte dit en ging van daar weg.
Een grote menigte volgde hem en hij genas hen allen.
16 Hij verbood hen nadrukkelijk hem bekend te maken,
17 opdat vervuld zou worden wat gezegd werd door de profeet Jesaja:
18 “Zie mijn kind [pais: kind of dierbare dienaar],
mijn uitgekozene, mijn geliefde,
in wie mijn wezen vreugde vindt.
Ik zal mijn geest op hem leggen
en hij zal aan de volken het rechte verkondigen.
19 Hij zal niet twisten of schreeuwen,
niemand zal zijn stem op straat horen;
20 een geknakt riet zal hij niet breken
en een smeulende vlaspit niet doven;
totdat het rechte zegeviert door hem.
21 En op zijn naam zullen velen hopen.” [Jes.42,1-4]
Hier zien we hoe verschillend er gereageerd kan worden op lastige situaties.
De farizeeën – zij die beweren kenners van de Schrift te zijn – gaan overleggen hoe ze de andere partij kunnen ombrengen.
Jezus zelf gaat weg, omdat hij het conflict niet wil opzoeken. Hij verheft zijn stem niet om zijn eisen ingewilligd te krijgen. Hij ziet wel wie worstelt om zijn weg te vinden in de duisternis …
En de mensen – een grote menigte – beslissen om Jezus te volgen.
Het is aan deze volgers dat Jezus een prachtig wereldbeeld schetst. Wat een contrast met de heersers van deze wereld! Ik word er helemaal warm van. Ja op zo’n wereld durf ik te hopen in de Bijbelse betekenis. Hier en nu mag ik weten dat wat ons wordt toegezegd ook echt waar zal worden, nu reeds gebeurt en dat het te zien is. Tenminste als ik durft te kijken, en ik het niet afbreek of uitdoof nog voor het de ruimte gekregen heeft om te groeien.
Vrijdag (18/07/2025)
Mt.12,1-8
1 Op zekere sabbat liep Jezus door korenvelden.
Zijn leerlingen kregen honger
en begonnen aren te plukken en te eten.
2 De farizeeën echter zagen dit en zeiden:
“Kijk! Je leerlingen doen iets wat niet mag op sabbat.”
3 Hij antwoordde:
“Hebben jullie geen kennis genomen van wat David deed
toen hij en zijn metgezellen honger kregen? [1Sam.21,1-16]
4 Hoe hij het huis van God binnenging
en de uitstallingsbroden opat,
die hij noch zijn metgezellen mochten eten,
maar alleen de priesters?
5 Of hebben jullie geen kennis genomen van de wet
dat de priesters die op sabbat de tempeldienst doen
de sabbat ontwijden en [toch] onschuldig zijn?
6 En ik zeg jullie erbij:
Hier is iets groters dan de tempel!
7 Als jullie echter kennis hadden van
‘barmhartigheid [daden van tederheid] wil ik,
geen offers’ [Hos.6,6],
ouden jullie geen onschuldigen veroordelen.
8 Want de mensenzoon is ook heer van de sabbat.”
Jezus ziet hoe mensen geneigd zijn afhankelijk te worden van regels en wetten om dichter bij G-d te komen. Ze worden slaaf van alle regels en wetten die ze elkaar opleggen om goede gelovige te zijn. Jezus daarentegen kijkt voorbij de regels naar waar heel het leven vertrekt, nl. G-ds liefde voor de mens. Hij wijst de farizeeën niet terecht. Hij veroordeelt hen niet. Het enige wat hij verlangt is hen mee te nemen in dat prachtige liefdesavontuur met G-d. Hij probeert dit langs de voor hen vertrouwde weg, nl. de schriften. Hij verwijst naar David, naar Hosea ... om duidelijk te maken waar het voor G-d om draait, nl. zijn barmhartigheid, zijn liefde voor elke mens en het verlangen dat wij mensen vanuit die liefde zouden leven. En ja regels en wetten kunnen daar zeker toe bijdragen maar alleen op voorwaarden dat ze mensen vrij maken i.p.v. vastzetten.
Donderdag (17/07/2025)
Mt.11,28-30
28 Kom naar mij,
allen die vermoeid zijn en onder lasten gebukt,
en ik zal je rust geven.
29 Neem mijn juk op:
laat mij je leermeester zijn
– zachtaardig en deemoedig van hart,
en je zult rust vinden in jezelf.
30 Want mijn juk is teder
en mijn last is licht.
Het juk dat Jezus ons wil geven is zacht en licht. Hij biedt ons zijn zachte kracht en deemoed aan. Hij zegt niet: ik zal al je onrust wegnemen, maar hij wil onze leermeester zijn. Hij wil ons leren leven in de liefde van G-d. Daar zullen we innerlijke rust vinden om het juk van het leven te dragen. In al zijn tederheid is hij bereid om samen met ons op weg te gaan.
“Kom naar mij, … ik zal je rust geven.” We hoeven ons doen en laten niet langer te richten op prestatie en concurrentie. We mogen wonen in zijn Liefde en krijgen de tijd om zelf zachtaardig en deemoedig van hart te worden, tot het wezenlijk iets van ons wordt.
Wie wil er zo’n leven niet?
Als we zijn juk opnemen, zal ons leven van binnenuit omkeren, zodat het een zachtaardig en deemoedig leven wordt – een leven in rust dat we uitstralen naar de mensen om ons heen.
Woensdag (16/07/2025)
Mt.11,25-27
25 Ook in die tijd zei Jezus:
“Ik prijs en dank je, vader, heer van hemel en aarde,
dat je deze dingen verborgen hebt
voor [eigenmachtige] bekwamen en verstandigen
en ze onthuld hebt
voor [onmachtige] onmondigen.
26 Ja, vader, zo heb jij het goed bevonden voor jouw gelaat.
27 Alles is mij door mijn vader toevertrouwd,
en niemand weet wie de zoon is, behalve de vader,
en niemand weet wie de vader is, behalve de zoon
en aan wie de zoon het wil onthullen.”
Het gebed dat Jezus hier uitspreekt, verklaart voor mij de kracht van waaruit hij leeft. Hij vindt de kracht in de intimiteit van Vader en Zoon, de intimiteit van het ten diepste gekend zijn, van onvoorwaardelijke liefde. Hij dankt G-d om de leven-gevende relatie die hij ten diepste mag ervaren in het verbond met hem en vanuit die intimiteit met de Vader kan hij – hoe lastig ook – het leven opnemen en dragen ten einde toe, omdat er perspectief is: de Ene draagt je mee, er is hoop op nieuw leven, hemel op aarde.
En dit alles wordt onthuld aan onmondigen, mensen die enkelvoudig zijn, onbevangen en open voor al wat er op hen toekomt. Zij mogen de kracht die uitgaat van Verbonden-Léven ervaren. En doorheen de verbondenheid wordt de weg (met G-d en met de naaste) gewezen, zo kan je ontvangen wat je bent en worden wat je ontvangt.
Dinsdag (15/07/2025)
Mt.11,20-24
20 Toen begon hij de steden
waarin de meeste van zijn krachtsdaden gebeurd waren,
te verwijten dat zij zich niet hadden toegekeerd.
21 Wee, Chorazin, wee, Betsaïda
[dorpen van de eerste verkondiging, maar die haar niet ontvingen],
want als in [de iconisch goddeloze steden] Tyrus en Sidon
de krachtsdaden zouden zijn gebeurd
die bij jullie zijn gebeurd,
dan zouden zij al lang
– in zak en as gezeten –
zich bekeerd hebben.
22 Voor hen zal het bij het oordeel draaglijker zijn
dan voor jullie.
23 En jij, Kafarnaüm,
zul jij tot de hemel verheven worden
[omdat ik er vertoefde en verkondigde]?
Tot in het dodenrijk zul je afdalen,
want als in Sodom de krachtsdaden waren gebeurd
die bij jullie gebeurd zijn,
het zou tot vandaag zijn blijven bestaan.
24 Maar ik zeg je:
Voor het land van Sodom
zal het op de dag van het oordeel
draaglijker dan voor jou.
Gisteren pas hadden we het er nog over hoe goedheid weerstand oproept. Jezus bracht toch niets dan goeds in de steden en dorpen waar hij rondging? We lezen toch telkens hoe hij zieken heelde, demonen verdreef en uitgeslotenen weer in de gemeenschap bracht? En toch …
Toch roept zijn boodschap en gedrag tegenstand op, en niet zomaar bij enkelen, maar bij grote groepen mensen, of toch mensen die het in de maatschappij voor het zeggen hebben, want ze zijn blijkbaar in staat hem uit hun steden en dorpen te weren.
Het maakt Jezus kwaad, een uiting van diep verdriet.
Zou hij vandaag, als hij in onze steden en dorpen rond zou lopen en uitgeslotenen weer in de gemeenschap brengt en ‘demonen verdrijft’, aanvaard worden? Wat als hij vandaag in míjn leven wil binnenwandelen met de uitnodiging mij toe te keren naar hem? Zal ik hem aanvaarden en omhelzen? Of zal er ook in mij zó’n weerstand zijn dat ik hem wegstuur?
Maandag (14/07/2025)
Mt.10,34 – 11,1
34 Denk niet dat ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde.
Ik ben niet gekomen om vrede te brengen,
maar een [onderscheidend] zwaard.
35 Ik ben gekomen om op gespannen voet te zetten:
een mens tegen zijn vader,
een dochter tegen haar moeder,
een schoondochter tegen haar schoonmoeder.
36 Iemands huisgenoten zullen zijn vijanden worden.
37 Wie zijn vader en moeder bemint boven mij,
is mij niet waard;
wie zijn zoon of dochter bemint boven mij,
is mij niet waard.
38 En wie zijn kruis niet aanneemt en mij achterna komt,
is mij niet waard.
39 Wie het waarachtige leven [geest-ziel] gevonden heeft,
die zal het verliezen,
en wie het waarachtige leven [geest-ziel] verloren is omwille van mij,
die zal het vinden.
40 Wie jullie verwelkomt,
verwelkomt mij,
en wie mij verwelkomt,
verwelkomt hem die mij gezonden heeft.
41 Wie een profeet verwelkomt
omdat het een profeet is,
zal het loon van een profeet ontvangen;
en wie een rechtvaardige verwelkomt
omdat het een rechtvaardige is,
zal het loon van een rechtvaardige ontvangen.
42 En wie één van deze kleinen
een beker friste te drinken zal geven
alleen maar omdat het een leerling is,
amen, ik zeg jullie:
die zal zijn loon niet ontgaan!”
1 Toen Jezus deze opdrachten aan zijn leerlingen beëindigd had,
vertrok hij van daar
om te onderrichten en te verkondigen
in hun steden.
Het is verrassend – en misschien zelfs wat ergerlijk – zoiets in het Evangelie te lezen. Was Jezus net geen vrede-stichter, een heler, die de uiterlijke en innerlijke stormen tot bedaren bracht? Hoe kan hij dan zeggen dat hij géén vrede is komen brengen, maar het zwaard?
Maar als we eerlijk zijn en wat scherper naar de realiteit van het menselijk leven kijken, dan kunnen we al snel vaststellen dat het misschien toch ergens klopt. En let wel, dan hebben we het níet over de ‘onvrede’ die er op allerlei manieren te vinden is in onze wereld! Nee, het gaat over onvrede die ontstáát door Jezus.
Wérkelijk leven naar het christelijke ideaal is zeker niet vanzelfsprekend, niet om het te doen, maar ook niet om het te ontvangen! Hoe vreemd ook, maar goedheid roept vaak weerstand op! Wie werkelijk keuzes maakt vanuit zijn verbondenheid met Christus, zal tegenstand ontmoeten! Er zal onenigheid ontstaan over je keuzes en je gedrag, en je zult zeker niet altijd applaus krijgen; misschien wordt je zelf wel verworpen. Alleen een grote liefde voor Christus kan ons hier de weg wijzen …