Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)

Wil je graag het evangeliecommentaar dagelijks in je mailbox? Schrijf je dan in op onze dagelijkse nieuwsbrief onderaan de homepagina.
Dinsdag (18/11/2025)
Lc.19,1-10
1 Nu ging hij Jericho binnen en trok erdoor.
2 Kijk! Er was iemand die Zacheüs heette.
Hij was hoofdtollenaar en een rijk man.
3 Hij trachtte Jezus te zien, wie hij was,
maar het lukte hem niet door de menigte,
want hij was klein van gestalte.
4 Hij rende vooruit
en klom in een wilde vijgenboom
om hem toch maar te zien,
want Jezus zou daar langs komen.
5 En toen hij op die plaats was,
keek Jezus omhoog, zag hem, en zei tegen hem:
“Zacheüs, haast je, kom omlaag,
want vandaag moet ik in jouw huis verblijven.”
6 Hij haastte zich omlaag te komen
en ontving hem vol vreugde.
7 Allen die dit zagen, morden nogal:
“Hij is bij een zondaar binnengegaan
om er te verblijven!”
8 Maar Zacheüs ging voor de Heer staan en zei:
“Ziehier, Heer, de helft van alles wat ik heb,
zal ik aan de armen geven,
en als ik iemand iets heb afgeperst,
zal ik het viervoudig teruggeven.”
9 Nu zei Jezus tegen hem:
“Vandaag is vrijmaking aan dit huis gebeurd.
Ja, ook hij is een zoon van Abraham.
10 Want de mensenzoon is gekomen
om te zoeken en vrij te maken
wat verloren was.”
Jezus geraakt niet ver op zijn tocht. Gisteren werd hij al aan de rand van de stad tegengehouden door een blinde, vandaag is hij nog maar net in Jericho of er is al een ferm oponthoud door iemand – iemand van niets – uit de menigte.
Een inefficiënte strategie, zouden planners vandaag zeggen!
Maar zelfs als we het in ‘efficiënte’ termen uitdrukken, moeten we onmiskenbaar zeggen: Spreken we nu nog over wat Jezus ‘eigenlijk’ kwam doen in Jericho? Nee, het staat zelfs nergens vermeld! Wél spreken we nog over deze twee ‘kleine’ daden van grote goedheid!
Ik zet dat ‘grote’ er toch maar even bij, omdat we ons niet mogen laten misleiden. ‘Kleine daden van goedheid’ zijn uiterlijk meestal klein, ze liggen feitelijk binnen onze mogelijkheden, maar vragen wel een ‘grote stap’. Je moet een beetje lev hebben (met opzet met een ‘v’, lev is het Bijbelse woord voor hart!) om ze te doen! Omwille van de daad-werkelijke liefde voor de ander moet je uit de vaste geplogenheden durven stappen, uit je eigen vertrouwde zekerheden, uit je eigen vooroordelen, …
Misschien begint het er vandaag mee dat ik als kleine mens … in een boom klim om Jezus te zien …
Maandag (17/11/2025)
Lc.18,35-43
35 Jezus naderde Jericho.
Een blinde zat langs de weg te bedelen.
36 Toen die de doortrekkende menigte hoorde,
vroeg hij wat er aan de hand was.
37 Ze zeiden hem dat Jezus van Nazareth voorbijkwam.
38 Hij schreeuwde:
“Jezus, zoon van David, ontferm je over mij!”
39 Degenen die voorop liepen
legden hem het zwijgen op,
maar hij schreeuwde nog luider:
“Zoon van David, ontferm je over mij!”
40 Jezus bleef staan
en beval
dat hij bij hem gebracht zou worden.
Toen hij naderbij gekomen was,
stelde hij hem de vraag:
41 “Wat wil je dat ik je doe?”
“Heer, dat ik weer kan zien!”
42 “Zie weer, zei Jezus,
je vertrouwen heeft je behoed.”
43 En onmiddellijk kon hij weer zien
en volgde Jezus, God lovend.
Iedereen die dit gezien had,
loofde God.
Hoe luid roep ik om Gods ontferming over mij?
Is het een schreeuw uit het diepst van mijn binnenste?
Laat ik mij niet tegenhouden door de goegemeente die beter meent te weten wat passend of juist is?
Wéét ik, zonder te zien, dat Jezus mijn redding is?
Ken ik de vraag die in mij leeft en die ik aan Jezus zou willen stellen?
Leeft er vertrouwen in mij dat hij mij zal horen?
Zaterdag (15/11/2025)
Lc.18,1-8
1 Hij vertelde hen nog een gelijkenis,
met het oog op dat het nodig is
te blijven bidden en te volharden:
2 “In een stad was er een rechter
die de vrees voor God
en de bekommernis om mensen
niet kende.
3 Nu was er in die stad een weduwe
die telkens opnieuw naar hem toekwam:
“Doe mij recht ten opzichte van mijn tegenpartij.”
4 Een tijdlang wilde hij niet,
maar op den duur zei hij tegen zichzelf:
“Ook al ken ik niet
de vrees voor God
en de bekommernis om mensen,
5 omdat die weduwe mij zo last berokkent,
zal ik haar recht doen,
anders komt ze mij nog in mijn gezicht slaan.”
6 Nu zei de Heer:
“Hoor wat deze ongerechte rechter zegt!
7 Zal God dan geen recht doen
aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot hem roepen
en lankmoedig naar hen luisteren?
8 Ik zeg jullie:
Met haast zal hij hen recht doen!
Maar als de mensenzoon zal komen,
zal hij dan wel vertrouwen vinden op aarde?”
Ook dit Evangelie hadden we recent op zondag (zie 19 okt.) We stonden toen stil bij wat ‘volhardend gebed’ kon zijn. Vandaag kijken we even naar de twee levenshoudingen die uit de twee personages spreken.
De rechter is een geacht – of is het eerder: gevreesd? – man in de stad. Hij heeft een functie die hem aanzien en macht – en waarschijnlijk bijgaand ook geld – geeft. Hij kan veel bepalen, voor zijn eigen leven en voor dat van anderen. En toch kun je hem niet ‘een vrij mens’ noemen. Integendeel, eigenlijk leeft hij in een kramp en gaat veel van zijn energie naar het afweren van de spoken die hij zelf heeft gecreëerd!
De weduwe staat daar diametraal tegenover. Macht heeft ze op geen enkele manier. Integendeel, ze is erg afhankelijk van wat anderen voor haar beslissen. Rijkdom zal ze in haar weduwestaat zeker ook niet hebben. Maar wat een vrijheid! Wat een vrijmoedigheid! Waar haalt ze die kracht? Tegenover de éigen-machtigheid van de rechter staat haar vertrouwen dat G-d uiteindelijk wél recht doet.
De vraag zou natuurlijk weer kunnen zijn: welke van beide houdingen is de mijne? Maar antwoord niet te snel, want ongetwijfeld wonen béide in mij …
Zondag (16/11/2025) – 33ste zondag door het Jaar
Lc.21,5-19
5 Enkelen wezen nu op de tempel,
versierd met z’n mooie stenen en wijgeschenken.
Maar hij zei:
6 “Alles wat je hier aanschouwt,
er zullen dagen komen dat geen steen op een andere gelaten wordt, alles zal verwoest worden!”
7 Ze stelden hem de vraag:
“Meester, wanneer zal dat zijn?
En wat is het teken wanneer dat gaat gebeuren?”
8 Hij antwoordde:
“Let op dat jullie niet in dwaling raken!
Want velen zullen in mijn naam zeggen:
‘Ik ben het, en de tijd is genaderd!’
Volg hen niet!
9 Als jullie horen van oorlogen en onlusten,
raak dan niet verschrikt.
Deze dingen moeten eerst gebeuren
maar zijn niet direct het einde.”
10 En hij voegde eraan toe:
“Volk zal opstaan tegen volk, natie tegen natie,
11 her en der zullen grote aardbevingen zijn,
hongersnoden en epidemieën,
verschrikkingen en hemeltekenen.”
12 “Maar vóór dit alles,
zullen zij de hand aan jullie slaan.
Ze zullen jullie vervolgen
en je uitleveren aan synagogen en gevangenissen,
en ze zullen je voor koningen en gouverneurs slepen,
omwille van mijn naam.
13 Het zal voor jullie uitlopen op een getuigenis [marturion martelaarschap].
14 Neem dan ter harte
dat je je verantwoording niet tevoren moet instuderen,
15 want ikzelf zal jullie een taal en wijsheid geven
die niemand van jullie weerstrevers
zal kunnen weerstaan of weerleggen.
16 Ja, ook door ouders en broers, verwanten en vrienden,
zullen jullie uitgeleverd worden.
Sommigen van jullie zullen ze doden.
17 Jullie zullen gehaat worden door allen
omwille van mijn naam.
18 Maar geen haar van jullie hoofd zal verloren gaan!
19 In je standvastigheid verwerf je je leven!”
In de tijd dat Jezus leefde, was er relatieve rust in zijn land. De Romeinen hielden de hele regio bezet en probeerden er de ‘pax Romana’ te installeren, de vrede die er in het Romeinse Rijk (slechts soms) heerste. Lang zal het niet duren. De generatie na Jezus zal in opstand komen tegen de Romeinen, die zullen fel tegenreageren (gaat het soms anders?) en “de tempel, versierd met z’n mooie stenen en wijgeschenken” met de grond gelijk maken.
Vrede is een kostbaar goed, dat alle mensen van alle generaties maar al te graag zouden verwerven. Maar diezelfde mensen blijken de eeuwen door érg hardleers.
Jezus (door)ziet het … en huilt (Lc.19,41) …
Vrede, zegt hij, gaat niet om mooie – of verwoeste – gebouwen, nog minder over veroverde gebouwen. Vrede gaat niet over iemand die denkt dat hij – het kan zeker ook een ‘zij’ zijn – het beter weet dan de andere. Vrede gaat niet over meer macht hebben dan de ander, zodat je die kan overheersen en vervolgen. Vrede gaat erom te leven vanuit “mijn Naam”: vast te houden aan deze kern die Léven wil schenken aan iedereen, daarvan te getuigen, ook ten koste van je eigen kleine leven, en daarin standvastig te blijven, te be-leven dat vrede de onderstroom van een maatschappij kán zijn …
Vrijdag (14/11/2025)
Lc.17,26-37
26 “Zoals het gebeurde in de dagen van Noach,
zo zal het ook zijn in de dagen van de mensenzoon:
27 Ze aten en dronken, ze huwden en werden gehuwd,
tot op de dag dat Noach binnenging in de ark
en de overstroming kwam die allen verdelgde.
28 En zoals het gebeurde in de dagen van Lot:
Ze aten en dronken,
kochten en verkochten, ze plantten en bouwden,
29 tot op de dag dat Lot wegtrok uit Sodom
en het vuur en zwavel regende die allen verdelgde.
30 Zo zal het zijn op de dag
dat de mensenzoon wordt geopenbaard.
31 Op die dag:
Wie op het dak is, terwijl zijn goederen in huis zijn,
moet niet naar beneden om ze mee te nemen;
of wie op het veld is,
moet ook niet omkeren naar wat achter hem ligt.
32 Her-inner je de vrouw van Lot
[die bij hun vlucht uit Sodom achteromkeek en versteende].
33 Wie ook maar tracht zijn leven te redden,
zal het verliezen;
maar wie zijn leven verliest,
zal het tot leven wekken!
34 Ik zeg jullie:
In die nacht zullen er twee zijn in één bed:
de één zal worden meegenomen, de ander achtergelaten.
35 Er zullen er twee aan het malen zijn op één plek:
de één zal worden meegenomen, de ander achtergelaten.
36 Er zullen er twee zijn op het veld:
de één zal worden meegenomen, de ander achtergelaten.
37 Zij reageerden: “Waar, Heer?”
Hij zei hen: “Waar het kadaver ligt, verzamelen zich de gieren.”
We komen weer in de laatste weken van het liturgisch jaar. (Het nieuwe begint met de Advent, op 30 nov.) En dan komen vooral die evangelieteksten aan bod die over de ‘eindtijd’ gaan. Dat zijn altijd wat lastige teksten, enerzijds omdat we ze natuurlijk niet graag horen, maar anderzijds omdat het ook moeilijk te vatten is. We wéten niet hoe ‘het einde’ er zal uitzien, niet van ‘de wereld’, net zoals we dat ook niet van onszelf weten!
Als die teksten nogal radicaal klinken, dan is dat niet om de mensen bang te maken, maar net bedoelt als een dringende en juist hoopvolle oproep. Alsof Jezus wil zeggen: Verspil je tijd niet aan nutteloze dingen. Kies ervoor de tijd die je gegeven is te gebruiken voor de dingen die er werkelijk toe doen.
Een misschien wat simplistische, maar niettemin efficiënte vraag die we ons hiervoor kunnen stellen is: Als je weet dat je nog 1 jaar te leven hebt, wat zou je dan feitelijk doen? (En als je daar voor jezelf wat antwoord op hebt gevonden, kun je je vervolgens afvragen: En waarom doe je datzelfde dan nú niet?)