
Wil je graag het evangeliecommentaar dagelijks in je mailbox? Schrijf je dan in op onze dagelijkse nieuwsbrief onderaan de homepagina.

Wil je graag het evangeliecommentaar dagelijks in je mailbox? Schrijf je dan in op onze dagelijkse nieuwsbrief onderaan de homepagina.
Woensdag (31/12/2025)
Joh.1,1-18
1 Als beginsel was het Woord [logos – dabar]
en het Woord was van God uit,
ja, God was het Woord,
2 het was het beginsel van God uit.
3 Alles is erdoor ontstaan
en erzonder is er niets ontstaan.
4 Daar was leven in
en het leven was het licht van de mensen.
5 Het licht schijnt in de duisternis
en de duisternis kon het niet omvatten.
6 Er was een mens,
gezonden door God,
zijn naam was Johannes.
7 Het was zijn taak getuige [marturein – martelaar] te zijn
zodat hij zou getuigen van het licht,
zodat velen zouden vertrouwen door hem.
8 Niet hijzelf was het licht,
hij was getuige van het licht.
9 Het [Woord] was het waarachtige licht
dat iedere mens verlicht
komende in de wereld.
10 Het was in de wereld
– de wereld is door hem ontstaan –
en toch heeft de wereld hem niet bekend.
1 Hij kwam in het zijne,
en toch hebben de zijnen hem niet aangenomen.
12 Maar al wie hem wel hebben aangenomen,
aan wie vertrouwt op zijn naam,
heeft hij volmacht gegeven
kinderen van God te worden.
13 Zij zijn niet uit bloed,
noch uit vlees, noch uit de wil [van een mens],
maar uit God geboren.
14 Het Woord is vlees geworden
en heeft in ons zijn tent opgeslagen.
Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd,
een heerlijkheid als van de eniggeborene van een vader,
vol genade en waarheid.
15 Johannes getuigt over hem. Hij riep:
“Deze was het van wie ik zei:
Die na mij komt,
is vóór mij geworden,
want hij was eerder dan ik.”
16 Uit zijn volheid
hebben wij allen ontvangen,
onuitputtelijke genade.
17 Ja, de wet is door Mozes gegeven,
maar genade en waarheid
zijn door Jezus de gezalfde [Christos – Messiah] geworden.
18 Niemand heeft ooit God gezien,
maar de eniggeboren zoon,
die is in de schoot van de vader,
die heeft hem doen kennen.
Nog niet zo lang geleden (24 dec) klonk de vraag: “Wat zal er toch van dit jongetje worden?” Het antwoord ontvouwt zich niet in succes of status, maar in een mens die doordrongen raakt van het Woord dat leven geeft, een Woord dat gebeurt, licht werpt en uitnodigt tot vertrouwen. Niet zichzelf plaatst hij centraal, maar de Ander. Zijn leven wordt een beweging van ruimte maken: hij maakt een weg vrij voor wat of wie groter is dan hijzelf.
Die houding schuurt met een tijdsgeest die ons aanspoort om carrière te maken en onszelf te profileren. Maar wat is een mooiere roeping dan iets met heel je wezen te doen? Wanneer iemand zo leeft, ontstaat ontvankelijkheid. En waar mensen ontvankelijk worden, kan een lichtend Woord gehoord en gevoeld worden.
Dat Woord is liefde. Liefde als een relationeel licht, zoals Tomas Halik het verwoordt: “Ik heb lief betekent: ik wil dat jij bent.” Wanneer iemand dat werkelijk tegen je zegt, breekt er iets open. In dat licht ontstaat een leerplaats van geloof, hoop en liefde — stil, maar dragend.
Dinsdag (30/12/2025)
Lc.2,36-40
36 Er was ook een profetes: Hanna,
dochter van Fanuël, van de stam van Aser.
Ze was hoogbejaard:
na haar meisjesjaren had ze zeven jaar met haar man geleefd.
37 Nu was ze een weduwe van ongeveer vierentachtig jaar.
Nooit ging ze weg van de tempel
en ze diende de Heer nacht en dag
met vasten en gebed.
38 Juist op dat moment kwam zij er bij staan.
Antwoordend, loofde zij God
en sprak over hem
tot al wie uitzag naar de verlossing van Jeruzalem.
39 Toen ze alles volgens de wet van de Heer hadden volbracht,
keerden ze terug naar Galilea,
naar hun stad, Nazaret.
40 Het kindje groeide op en werd gesterkt,
het werd vervuld van wijsheid
en de genade van God was met hem.
Het verhaal van gisteren gaat nog verder. Niet alleen Simeon, maar ook Hanna leefde in haar traditie, maar met open ogen en open hart.
En ze doet haar naam, die ze uiteraard gekrégen heeft, alle eer aan: Hanna = Genade, G-ds gratuite gift! Vanuit haar ontvangen volheid heeft ze geleefd, en nu ze op jaren is vervult alleen nog dankbaarheid haar dagen. En van deze volheid vloeit ze over: de Genade die ze zelf mocht ontvangen, geeft ze door aan deze jonge ouders met hun nieuwgeboren kind.
Wijze woorden, zelfs gezegd aan een onmondig kind, vergezellen een mens zijn hele leven: “Het werd vervuld van wijsheid en de genade van God (= Hanna !) was met hem.”
– Over wijsheid van de ouderdom gesproken … (en waarom zouden we daarmee wachten tot we vierentachtig jaar zijn? …)
Maandag (29/12/2025)
Lc.2,22-35
22 Toen de dagen van hun reiniging vervuld waren
[40 dagen na de geboorte],
brachten zij hem naar Jeruzalem
– volgens de wet van Mozes [Lev.12,1-8] –
om hem voor te stellen aan de Heer.
23 – Zoals geschreven staat in de wet van de Heer [Ex.13,2-15]:
Al het eerstgeborene van het mannelijk geslacht
moet aan de Heer worden toegewijd. –
24 en om – volgens de wet van de Heer –
de offerande te brengen:
een koppel tortels of twee jonge duiven. [= zoals voor armen was bepaald]
25 Kijk!
In Jeruzalem woonde iemand die Simeon heette.
Hij was een rechtvaardige en een toegewijd gelovige man
die uitzag naar de vervulling voor Israël [de messias]
en de heilige Geest was met hem.
26 Het was hem door de heilige Geest geopenbaard
dat hij niet zou sterven
voor hij de gezalfde van de Heer [christos/messiah] zou hebben gezien.
27 In die geest kwam hij naar de tempel
en toen zijn ouders de boreling Jezus binnenbrachten
om de gewoonten van de wet aan hem te voltrekken,
28 ontving ook hij het in zijn armen.
Hij loofde God en zei:
29 “Nu maak jij je dienaar vrij, in vrede, meester
– volgens jouw woord.
30 Want mijn ogen hebben jouw bevrijding gezien
31 die jij bereid hebt voor alle volken:
32 een licht,
tot verlichting van de volken
en tot heerlijkheid van jouw volk Israël.”
33 Zijn vader en moeder stonden verwonderd
over wat er van hem werd gezegd.
34 Simeon zegende hen
en zei tegen Maria:
“Kijk! Deze ligt hier
tot val en opstanding van velen
en tot teken dat weersproken wordt,
35 zodat de innerlijke overwegingen van velen
aan het licht zullen komen.
– En ook je eigen ziel
zal door een zwaard worden doorboord.”
Dit stukje Evangelie bulkt van de verwijzingen naar ‘de wet van Mozes’. Zowel Jozef en Maria als Simeon leven helemaal naar de gebruiken van hun (Joodse) geloof, en zijn duidelijk ook van plan dat aan hun kind door te geven, ’t is te zeggen: voor te leven. Je zou hen dus eigenlijk ‘traditionele gelovigen’ kunnen noemen, in de goede zin van dat woord.
Binnenin deze traditionele beleving gebeurt er echter iets nieuws. Iets níeuws? In zekere zin toch niet. Dat nieuwe ligt helemaal in lijn met de traditie, maar blijkbaar ziet niet iedereen dat zo. Traditie moet immers ‘gelezen’ worden, ’t is te zeggen: geleefd.
Het is een merkwaardige Bijbelse paradox – waar we wellicht nog veel van te leren hebben: Voor wie geworteld leeft in zijn/haar traditie, gebeurt iets nieuws – echter alleen voor wie met open ogen en open hart daarin leeft …
Zondag (28/12/2025) – feest vd h. Familie
Mt.2,13-15.19-23
13 Toen zij teruggekeerd waren,
kijk!, een engel van de Heer verscheen in een droom aan Jozef en zei:
“Sta op, neem het kindje en zijn moeder mee
en vlucht naar Egypte.
Blijf daar tot ik het je zeg, want Herodes is er op uit het kindje te zoeken om het te doden.”
14 En hij stond op, nam het kindje en zijn moeder ‘s nachts mee en week uit naar Egypte.
15 Hij bleef daar tot de dood van Herodes,
opdat vervuld zou worden het woord van de Heer door de profeet:
“Uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen.” [Hos.11,1]
16 Toen Herodes inzag dat hij door de wijzen als een klein kind om de tuin was geleid,
werd hij zeer woedend.
Hij zond soldaten en doodde in Betlehem en in de omgeving
al de jongens van twee jaar en jonger,
overeenkomstig de tijd die hij nauwkeurig had nagevraagd bij de wijzen.
17 Zo werd vervuld het woord van de profeet Jeremia:
18 “Een stem wordt in Rama gehoord,
luid geween en veel geklaag:
Rachel, bewenende haar kinderen, wil niet getroost worden,
omdat zij niet meer zijn.” [Jer.31,15]
[Rama is de streek van Betlehem; Rachel is de stammoeder van Israël die daar begraven lag.]
19 Toen Herodes nu gestorven was,
kijk, een engel van de Heer
verscheen in een droom aan Jozef in Egypte en zei:
20 “Sta op, neem het kindje en zijn moeder mee
en vertrek naar het land Israël,
want zij die het kindje naar het leven stonden, zijn gestorven.”
21 En hij stond op,
nam het kindje en zijn moeder mee
en kwam in het land Israël.
22 Toen hij echter hoorde dat Archelaüs
koning over Judea was in plaats van zijn vader Herodes,
was hij bang daarheen te gaan.
En nadat hij in een droom een aanwijzing had gekregen,
week hij uit naar de streek van Galilea.
23 Daar aangekomen, ging hij wonen in de stad Nazaret,
opdat vervuld zou worden het woord door de profeten
dat hij een Nazoreeër genoemd zal worden. [Richt.13,5]
Geen ‘feest van de moord op de onschuldige kinderen’ vandaag (28 dec.), omdat het op een zondag valt en dan het ‘feest van de heilige familie’ wordt gevierd. Toch liggen beide erg dicht bij elkaar. In dit A-jaar, waar we vooral uit Matteüs lezen, wordt dit zelfs zichtbaar in de tekstkeuze: wat in de zondagslezing weggelaten wordt (v.16-18), ís net het stuk met de kindermoord!
Je zou kunnen zeggen dat ze beide de uitersten zijn van dezelfde lijn: aan de ene kant de grote, machtige wereld, die bedreigend is voor een kwetsbaar kind; aan de andere kant de kleine, zelf broze kern van een gezin, die net beschermend noodzakelijk is voor een kind.
Toch mogen we niet zeggen dat álles uit ‘de grote wereld’ bedreigend is voor een kind; net zomin als we mogen zeggen dat ‘het kleine gezin’ áltijd beschermend is (wat trouwens niet eens goed zou zijn: kinderen moeten ook mogen uitvliegen én brokken maken).
Feest zou het worden als we ‘de gulden middenweg’ vinden: als gezinnen kinderen sterk zouden maken om in de grote wereld hun taak op te nemen, ook als dat soms lastig is; als de grote wereld wat meer ‘familie’ zou willen zijn, waar allen, sterk en zwak, welkom zijn en beschermd worden …
Zaterdag (27/12/2025) – feest vd h. Johannes, apostel en evangelist
Joh.20,2-8
2 Ze [Maria van Magdala] liep dus snel naar Simon Petrus
en ‘de andere leerling’ – degene die Jezus erg genegen was –
en zei hen:
“Men heeft de heer uit het graf weggenomen
en we weten niet waar ze hem hebben gebracht!”
3 Petrus en ‘de andere leerling’ gingen dus mee naar buiten,
naar het graf.
4 De twee liepen samen,
maar ‘de andere leerling’ liep wat sneller vooruit dan Petrus
en kwam zo als eerste bij het graf.
5 Voorover bukkend, zag hij de linnen doeken liggen,
maar ging niet naar binnen.
6 Nu kwam ook Simon Petrus gevolgd
en ging wel binnen in het graf.
En hij aanschouwde de linnen doeken die daar lagen.
7 De zweetdoek, die zijn hoofd had bedekt,
lag niet bij de doeken,
maar afzonderlijk opgevouwen op één plaats.
8 Nu ging ook ‘de andere leerling’,
die als eerste bij het graf was,
naar binnen.
Hij zag en vertrouwde.
Vandaag gaat het over die andere Johannes – of eigenlijk moeten we zeggen: Johannes-en, want de ‘vrome gedachten’ voegen de apostel en de evangelist wel samen, maar historisch kunnen zij niet één persoon zijn geweest. Dubbelfeest dus, van wie de tweede zichzelf wellicht wel herkende in de eerste.
Herkennen wij ons in de eerste en/of de tweede? We zijn toch alvast allemaal ‘leerling’ van Jezus! De een verkondigt misschien wat meer met ‘daden’, de ander wat meer met ‘woorden’ (als je een te vereenvoudigde opdeling mag maken tussen de apostel en de evangelist); de een wat meer ‘actief’, de ander wat meer ‘contemplatief’ (als je een te vereenvoudigde opdeling mag maken tussen ‘Petrus’ en ‘de andere leerling’, van wie vooral het vertrouwen wordt beklemtoond en (daardoor?) zijn sneller vooruit lopen). Maar leerling – en ‘ipso facto’ daardoor ook verkondiger – zijn we allemaal!
We zijn ook nog allemaal ‘Johannes’ in die zin dat zijn naam ook op ons toepasselijk is: God is genadig!