Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Wil je graag het evangeliecommentaar dagelijks in je mailbox? Schrijf je dan in op onze dagelijkse nieuwsbrief onderaan de homepagina.
Dinsdag (4/11/2025) 
Lc.14,15-24
15    Eén van de tafelgenoten hoorde dit en beaamde:
       “Gezegend wie mag maaltijd houden in het koninkrijk van God!”
16    Jezus antwoordde hem:
       “Iemand richtte een groot gastmaal in en had veel mensen uitgenodigd.
17    Op het uur van het gastmaal
       zond hij zijn dienaar
       om de genodigden te melden:
       “Kom, alles is bereid.”
18    Maar onverwacht begonnen zij allen zich te verontschuldigen:
       “Ik heb een akker gekocht
       en ik moet die gaan bekijken;
       ik vraag je mij te willen verontschuldigen.”
19    “Ik heb vijf ossenspannen gekocht
       en moet die gaan proberen;
       verontschuldig mij.”
20    “Ik ben pas getrouwd,
       daarom kan ik niet komen.”
21    Bij thuiskomst meldde de dienaar dit aan zijn heer.
       Die werd woedend en zei nu tegen zijn dienaar:
       “Ga vlug naar de pleinen en stegen van de stad.
       De armen en gebrekkigen, de lammen en de blinden,
       breng ze hier binnen!”
22    De dienaar zei:
       “Heer, wat je opgedragen hebt, is gebeurd, 
       en nog is er plaats.”
23    De heer zei tot de dienaar:
       “Ga naar de wegen en paden buiten de stad
       en nodig de mensen met aandrang uit binnen te komen,
       zodat mijn huis vol raakt.
24    Want ik zeg jullie:
       Niemand van wie uitgenodigd waren,
       zullen proeven van mijn gastmaal.”
Dit Evangelie hoort duidelijk bij dat van gisteren (ook al zit er een stukje tekst tussen). Neem het er dus ook maar weer bij en durf je te laten raken. Hier staat opnieuw hetzelfde, maar langer uitgewerkt in een verhaal. 
Een ‘verhaal’? Niet in de betekenis van ‘maar een verhaaltje’; wél in de betekenis van ‘een bijzondere gebeurtenis, die zich gaandeweg moet verwerkelijken’. 
Jezus – in het spoor van zijn hele geloofstraditie – gebruikt vaak en graag het beeld van een feestmaal als hij wil vertellen over dat ‘koninkrijk van God’. De uitnodiging is uitermate gul. Maar ga ik ook op die uitnodiging in? Ook voor mij is het bereid; maar als ik er niet op inga, zal er niets te vieren vallen!
En een niet onbelangrijk detail, helemaal in de lijn van gisteren: Als ik er wél op inga, dan zál het gebeuren dat ik terecht kom tussen die “armen, gebrekkigen, lammen en blinden”! Ben ik dáártoe bereid?
Nochtans is duidelijk: dán pas wordt het echt feest!
Maandag (3/11/2025) 
Lc.14,12-14
12    En tegen degene die hem had uitgenodigd, zei Jezus:
       “Wanneer je een gastmaal inricht,
       nodig dan niet je vrienden of broers uit, 
       ook niet je verwanten of rijke buren,
       want zij kunnen op hun beurt jou uitnodigen
       en zo krijg je terugbetaling.
13    Maar als je een gastmaal inricht,
       nodig dan armen, gebrekkigen, lammen en blinden uit.
14    Gezegend zul je zijn!,
       want zij hebben niets om je terug te geven.
       Het zal je teruggegeven worden 
       in de opstanding van de rechtvaardigen.
Dit Evangelie behoeft geen uitleg. Het is zo duidelijk als wat! Er valt niets over te zeggen; het valt alleen te doen.
Vooraf even denken kan helpen: over niet zovele weken is het alweer Kerstdag. Met wie zal ik dat vieren? Wie zal ik uitnodigen?
Wie het moeilijk vindt dat te organiseren voor ‘mensen van de hoeken van de straten’, kan dat samen met het Onderweghuis komen doen: Kerst-Vieren, 25 december, 11u30-15u00 in de kerk van Hulshout.
Maar je kunt ze natuurlijk ook bij jou thuis uitnodigen … Wat een mooie Kerst zou dat niet zijn …
Zondag (2/11/2025) – Allerzielen 
1Kor.15,35-49
Nu zou iemand kunnen vragen: “Maar hoe worden de doden opgewekt? Met wat voor lichaam komen ze tot leven?”
Dwaas die je bent! Als je iets zaait, moet dat eerst sterven voordat het tot leven kan komen. En wat je zaait heeft nog niet de vorm die het later krijgt; het is nog maar een naakte korrel, een graankorrel of misschien iets anders. God geeft daaraan de vorm die Hij heeft vastgesteld, en Hij geeft elke zaadkorrel zijn eigen vorm. 
Elk aards lichaam is anders; het lichaam van een mens is enig in zijn soort, dat van een dier eveneens, dat van een vogel ook, en ook dat van een vis. Er zijn lichamen aan de hemel en lichamen op aarde, maar de schittering van een hemellichaam is anders dan die van een aards lichaam. De zon heeft een andere schittering dan de maan, de maan weer een andere dan de sterren, en de sterren onderling verschillen ook in schittering.
Zo zal het ook zijn wanneer de doden opstaan. Wat in vergankelijke vorm wordt gezaaid, wordt in onvergankelijke vorm opgewekt, wat onaanzienlijk en zwak is wanneer het wordt gezaaid, wordt met schittering en kracht opgewekt. Er wordt een aards lichaam gezaaid, maar een geestelijk lichaam opgewekt. 
Wanneer er een aards lichaam is, is er ook een geestelijk lichaam. Zo staat er ook geschreven: “De eerste mens, adam, werd een levend, aards wezen.” Maar de laatste adam werd een levendmakende geest. Niet het geestelijke is er als eerste, maar het aardse; pas daarna komt het geestelijke. De eerste mens kwam voort uit het stof, uit de aarde, de tweede mens is hemels. Ieder aards mens is als de eerste mens, ieder hemels mens is als de tweede. 
Zoals we nu de gestalte van de mens uit het stof hebben, zo zullen we straks de gestalte van de hemelse mens hebben.
(De zondagslezing vervalt voor de Viering van Allerzielen. Daarvoor kan gekozen worden uit de lezingen voor de Uitvaartliturgie. Uitzonderlijk hier dus eens géén Evangelie, maar een uitermate belangrijke tekst van Paulus, waar het gaat over ‘de opstanding van de doden’. 
Lees en herlees …)
Zaterdag (1/11/2025) – hoogfeest van Allerheiligen 
Mt.5,1-12a
1      Toen Jezus al die mensen zag,
       ging hij de berg op en ging zitten.
       Zijn leerlingen kwamen om hem heen.
2      Hij nam het woord en onderrichtte hen:
3      “Gezegend wie leeft in de geest van het bedelaarschap.
       Ja, van hen is het koninkrijk der hemelen.
4      Gezegend wie diep droevig zijn.
       Ja, zij zullen worden vertroost.
5      Gezegend de ootmoedigen.
       Ja, zij zullen te-vrede-nheid ontvangen. [Ps.37,11]
6      Gezegend wie hongeren en dorsten naar wat waarachtig is.
       Ja, zij zullen verzadigd worden.
7      Gezegend de barmhartigen.
       Ja, zij zullen barmhartigheid ontmoeten.
8      Gezegend wie integer is in denken en doen. [Ps.24,4]
       Ja, zij zullen God zien.
9      Gezegend wie vrede bewerken.
       Ja, zij zullen kinderen van God worden genoemd.
10    Gezegend wie vervolgd worden om wat waarachtig is.
       Ja, van hen is het koninkrijk der hemelen.”
11    “Gezegend zijn jullie
       wanneer ze je uitschelden en vervolgen
       en onterecht allerlei kwaad over jullie spreken
       omwille van mij.
12    Wees blij en jubel!
       Ja, overvloedig is jullie loon in de hemelen.
       Zo immers werden de profeten vóór jullie ook vervolgd.”
Voor elke dag is er wel minstens 1 heilige die herdacht wordt, van lokaal tot internationaal. Dat zijn er dan misschien zo’n 1000. Maar er zijn naar schatting wel zo’n 10.000 mensen in de loop van de kerkgeschiedenis heilig verklaard. En toch gaat dit feest van álle heiligen vandaag nog niet alleen over hen, maar over de nog ontelbaar veel meer mensen die ook heilig hebben geleefd, maar nooit officieel heilig zijn verklaard.
Meestal hoef je niet ver te zoeken naar zo’n mensen. Lees eerst nog even aandachtig het Evangelie, en ga dan eens je eigen herinneringen na aan mensen die je hebt gekend maar die ondertussen overleden zijn. De kans is groot dat je bij een van hen wel een van de zaligsprekingen herkent! Díe zijn dus vandaag te vieren!
Kijk trouwens eens terug naar het leven van die concrete mensen. Ongetwijfeld zul je merken dat dat ‘zalige’ leven niet altijd zo gemakkelijk liep en dat ze zich wel hebben moeten inspannen ervoor, terwijl tegelijkertijd ze zelf zouden zeggen dat ze dat ‘zalige’ niet verdiend hebben, maar gratuit gekregen! Dát is nu de ‘heilige levenshouding’. Aan ons wordt nú de tijd gegeven die ook te beleven …
Vrijdag (31/10/2025) 
Lc.14,1-6
1 Het gebeurde eens
dat Jezus te gast was voor de maaltijd op sabbat 
in het huis van een overste van de farizeeën
en zij hielden hem in de gaten.
2 Kijk! Iemand met oedeem stond voor hem.
3 Jezus reageerde door aan de wetgeleerden en farizeeën te vragen:
“Is het geoorloofd op sabbat te genezen, of niet?”
4 Maar zij hielden zich stil.
Jezus nam de man bij de hand,
genas hem en liet hem gaan.
5 En tegen hen zei hij:
“Wie van jullie zal,
als je zoon of je os in een put valt,
hem niet onmiddellijk er uit trekken,
ook op de sabbat?”
6 Ze waren niet in staat
hier iets tegenin te brengen.
Weeral eens van alle tijden lijkt het te zijn dat mensen alle gevoel voor gewoon gezond verstand kwijt lijken te zijn, en dat gebeurt zowel in de religieuze sfeer als in de maatschappelijke. Iemand genezen kan niet, gastmalen houden blijkbaar wel (en wie moet die dan klaarmaken?). Geplogenheden navolgen moet, een individuele uitzondering maken kan niet, …
Voor Jezus is er niets wat de bevrijdende zorg voor mensen in de weg kan staan. Niets staat hoger dan de attentvolle aandacht voor de mens – want dat is juist G-ds waar-merk! (Kern van het ‘verhaal’ van het volk Gods is: “Ik heb het lijden van mijn volk gehóord!” Ex.3,6)
Nochtans wéten ze het. Bij de vergelijking met de zoon of de os begrijpen ze maar al te goed waar het over gaat. Maar wie durft op te staan en het ook zo te dóen?
Ik?