
Wil je graag het evangeliecommentaar dagelijks in je mailbox? Schrijf je dan in op onze dagelijkse nieuwsbrief onderaan de homepagina.

Wil je graag het evangeliecommentaar dagelijks in je mailbox? Schrijf je dan in op onze dagelijkse nieuwsbrief onderaan de homepagina.
Vrijdag (28/11/2025)
Lc.21,29-33 29
29 Nu vertelde hij hen [zijn leerlingen] een gelijkenis:
“Kijk naar de vijgenboom ,
en alle bomen.
30 Wanneer jullie zien dat zij beginnen te ontspruiten,
weet je uit jezelf dat de zomer dichtbij is.
31 Zo moeten jullie ook, wanneer je deze dingen ziet gebeuren,
weten dat het koninkrijk van God dichtbij is.
32 Jazeker, ik zeg jullie:
Deze generatie zal niet voorbijgaan totdat al deze dingen gebeuren.
33 Hemel en aarde zullen voorbijgaan,
maar mijn woorden gaan nooit voorbij.”
Kijken wij naar de bomen? Is het niet veeleer zo dat wij het echte contact met de natuur nogal verloren zijn? Als het al niet is om haar uit te buiten, komen wij misschien wel nog in de natuur om ‘ervan te genieten’, maar begríjpen wij de natuur? Hebben we er ‘voeling’ mee – want begrijpen, en al zeker de natuur, gaat ‘natuurlijk’ niet alleen met ons verstand!? Nochtans kan de natuur ons veel leren. Volgens Jezus – en ontelbaren voor en na hem – kunnen wij uit de natuur ook ‘de tekenen van de tijd’ leren begrijpen. Maar onderscheidingsvermogen, (in)zien wat er met onze wereld en onze tijd gaande is, daar is onze ‘hoogontwikkelde’ cultuur niet bijster goed in. Misschien moeten wij weer één-voudig-er worden, meer gaan (in)zien dat wij deel van die natuur zijn en niet erboven tronen, dieper gaan voelen welke scheppingskracht er doorheen stroomt en hoe die op wonderlijke wijze steeds het leven re-genereert – ook het onze dus! Dan zullen wij Zíen en Léven …
Donderdag (27/11/2025)
Lc.21,20-28
20 “Wanneer jullie zien
dat Jeruzalem door legerkampen omsingeld wordt,
weet dan dat haar verwoesting nabij is.
21 Laat dan wie in Judea is,
vluchten naar de bergen,
wie in de stad is,
naar buiten vluchten,
en wie in de velden is,
niet de stad binnengaan.
22 Want dit zijn dagen van voltrekking van het vonnis,
tot vervulling van wat geschreven is.
23 Wee de zwangeren en zogenden in die dagen,
want er zal grote nood zijn in het land
en woede over dit volk.
24 Ze zullen gedood worden door het zwaard,
gevangen weggevoerd naar alle volken
en Jeruzalem zal door de volken vertrapt worden,
tot hun tijd vervuld is.”
25 Er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren,
op het land benauwdheid en radeloosheid bij de volken
en geraas van zeeën en golven. [Ps.65,8]
26 Angst zal de mensen de adem benemen
om wat ze denken dat wereld zal overkomen,
want de krachten van het universum worden aan het wankelen gebracht.
27 En dan zullen ze de mensenzoon zien komen op een wolk,
met stuwkracht en grote heerlijkheid.
28 Als deze dingen nu beginnen te gebeuren,
richt je op en hef je hoofden omhoog,
want jullie vrijmaking is nabij!”
Jezus zelf leefde in een relatief vreedzame periode in zijn land en zijn tijd. Aan het begin van zijn leven lezen we nog wat sporen van de strubbelingen tussen de Joden en de Romeinen – de kindermoord en de vlucht naar Egypte verwijst daarnaar –, maar in zijn volwassen leven waren er geen zware onlusten.
Maar aangezien “hij de mensen kende” (Joh.2,25) wist hij ook dat die vrede geen lang leven beschoren was. En inderdaad: de generatie na hem moest het al weer meemaken dat de tempel met de grond gelijk gemaakt werd en de Joden verdreven.
Oorlog – vrede – oorlog – vrede … Aangezien de mensen duidelijk érg hardleers zijn, gaat het zomaar door.
Maar het gaat dus wel degelijk door! Dat is waar Jezus ons in deze ‘eindtijdteksten’ wil op wijzen: Ja, die schrikwekkende dingen zullen gebeuren, en ja er zal “benauwdheid en radeloosheid” zijn, en ja er “zullen er gedood worden”, … maar dat is niet ‘het einde’.
‘Het einde’, het mooiste waar het kan en zal op uitdraaien als we de moed hebben door die angsten heen te blijven vertrouwen, is G-ds nooit aflatende liefde voor ons! ‘Het einde’ is G-ds redding, die er ís, zodra wij angst overwinnen en die redding toelaten …
Woensdag (26/11/2025)
Lc.21,12-19
12 “Maar vóór dit alles,
zullen zij de hand aan jullie slaan.
Ze zullen jullie vervolgen
en je uitleveren aan synagogen en gevangenissen,
en ze zullen je voor koningen en gouverneurs slepen,
omwille van mijn naam.
13 Het zal voor jullie uitlopen op een getuigenis [marturion = martelaarschap].
14 Neem dan ter harte
dat je je verantwoording
niet tevoren moet instuderen,
15 want ikzelf zal jullie een taal en wijsheid geven
die niemand van jullie weerstrevers
zal kunnen weerstaan of weerleggen.
16 Ja, ook door ouders en broers,
verwanten en vrienden,
zullen jullie uitgeleverd worden.
Sommigen van jullie zullen ze doden.
17 Jullie zullen gehaat worden door allen
omwille van mijn naam.
18 Maar geen haar van jullie hoofd
zal verloren gaan!
19 In je standvastigheid
verwerf je je leven!”
Ook hier gaat het weer over dat vertrouwen! Maar het wordt des te duidelijker dat dat niet iets is wat wij hébben, en dan heldhaftig uit eigen kracht kunnen toepassen. Wie staat nu te springen voor de situaties die hier beschreven worden?!
Nee, dat vertrouwen kríjgen we! G-d schenkt ons zó’n vertrouwen dat wij in deze penibele situaties getuigen zullen worden van zíjn boodschap. En het zal in zo’n woorden of daden zijn dat het duidelijk is dat het zijn boodschap is, en niet de onze!
Uit eigen kracht kunnen wij dat niet. Maar groeiend vanuit het gekregen vertrouwen, wetend dus dat G-d achter ons staat in wat ons te doen staat, gaan wij de tijd tegemoet. En geloof/vertrouw het maar: we zullen Léven verwerven!
Dinsdag (25/11/2025)
Lc.21,5-11
5 Enkelen wezen nu op de tempel,
versierd met z’n mooie stenen en wijgeschenken.
Maar hij zei:
6 “Alles wat je hier aanschouwt,
er zullen dagen komen dat geen steen op een andere gelaten wordt,
alles zal verwoest worden!”
7 Ze stelden hem de vraag:
“Meester, wanneer zal dat zijn?
En wat is het teken wanneer dat gaat gebeuren?”
8 Hij antwoordde:
“Let op dat jullie niet in dwaling raken!
Want velen zullen in mijn naam zeggen:
‘Ik ben het, en de tijd is genaderd!’
Volg hen niet!
9 Als jullie horen van oorlogen en onlusten,
raak dan niet verschrikt.
Deze dingen moeten eerst gebeuren
maar zijn niet direct het einde.”
10 En hij voegde eraan toe:
“Volk zal opstaan tegen volk,
natie tegen natie,
11 her en der zullen grote aardbevingen zijn,
hongersnoden en epidemieën,
verschrikkingen en hemeltekenen.”
Voor de Joden – en dus ook voor Jezus – is de tempel enorm belangrijk. En toch probeert Jezus duidelijk te maken dat geloof nooit louter en alleen mag vasthangen aan een gebouw of aan welke uiterlijkheden of zekerheden dan ook. Zekerheden komen niet van bakstenen en/of eigen constructies. ‘Zeker’ is alleen de Aanwezigheid van G-ds Liefde.
De leerlingen zullen tijden meemaken waarin hen alles uit handen wordt geslagen — verwarrende tijden zijn immers iets van alle tijden. Jezus weet dat het niet evident is om zo vanuit totale afhankelijkheid te leven. Daarom raadt Hij aan om niet te dwalen, niet verstrikt te raken in eigen ideeën en niet zomaar met de eerste de beste mee te lopen. Laat je niet op sleeptouw nemen door dwaalprofeten, en laat je niet lamleggen door alle verschrikkingen, maar ‘vertrouw’. Vertrouwen is datgene wat door alles heen standhoudt.
Maandag (24/11/2025)
Lc.21,1-4
1 Jezus keek op
[zittend in de voorhof van de tempel met zijn leerlingen]
en zag de rijken hun gaven in de offerschaal werpen.
2 Maar hij zag ook een arme weduwe
die er twee kopermuntjes in wierp.
3 En hij zei:
“Naar waarheid, ik zeg jullie:
Die arme weduwe heeft het meest van allen erin geworpen,
4 want zij wierpen iets uit hun overvloed bij de gaven,
maar deze vrouw,
vanuit haar tekort,
wierp alles wat ze had erin:
haar leven!”
Leven vanuit je tekort… dát is wat de weduwe doet: zij geeft wat ze heeft.
Zou ík ‘alles wat ik heb’, ook als ik denk dat dat maar weinig is, aan G-d willen schenken?
Ook de rijken geven hun giften; daar maakt Jezus geen opmerking over. Wat Hij wél opmerkt, is dat de weduwe geeft vanuit haar tekort en de rijken vanuit hun overvloed. Als er wat geld over is, dan… Als er wat tijd over is, dan… Als het niet alle vrijheid opeist, dan… Dan mag G-d vanop de zijlijn meespelen.
Hoe komt het dat G-d steeds weer op de tweede (of laatste?) plaats belandt wanneer het leven comfortabel wordt? Aandacht voor de kwetsbare (voor G-d?) vinden we best oké — tenminste, zolang er ‘over’ is en we niet al te veel hoeven in te leveren.
Maar of je nu rijk of arm bent, de vraag is ‘simpel’ — maar wél erg verstrekkend:
Durf ik leven vanuit mijn tekort, vanuit het besef dat ik mijn leven niet kan maken, maar alleen kan ontvangen? En om te kunnen ontvangen, zullen mijn handen leeg moeten zijn. Durf ik dat leven dan in G-ds handen te leggen?
Zondag (23/11/2025) – 34ste zondag door het Jaar: Christus, koning van het heelal
Lc.23,35-43
[Jezus hing aan het kruis.]
35 Het volk stond daar en keek;
ook de leiders, die hem beschimpten:
“Anderen heeft hij bevrijd,
dat hij nu maar zichzelf bevrijd
als hij de Gezalfde [Christos/Messiah] is, de uitverkorene van God!”
36 Nu begonnen ook de soldaten hem te bespotten.
Ze kwamen bij hem staan en gaven hem azijn. [Ps.69,22]
37 Ze zeiden:
“Als jij de koning van de Joden bent,
bevrijd dan jezelf!”
38 Er was ook een opschrift boven hem geplaatst,
in het Grieks, het Latijn en het Hebreeuws:
‘Dit is de koning van de Joden.’
[in het Latijn: Iesus Nazareus Rex Iudaiorum, vandaar I.N.R.I.]
39 Ook een van de gekruisigde misdadigers lasterde hem:
“Ben jij niet de Gezalfde [Christos/Messiah]?
Bevrijd dan jezelf en ons!”
40 Maar de ander wees hem terecht:
“Vrees zelfs jij God niet,
nu je hetzelfde vonnis ondergaat?
41 En voor ons is het rechtvaardig:
Wij ontvangen terug
naar waarde van wat wij hebben gedaan.
Maar hij heeft niets misplaatst gedaan.”
42 En tegen Jezus zei hij:
“Her-inner mij, Heer, wanneer je in jouw koninkrijk komt.”
43 En Jezus antwoordde hem:
“Amen, ik zeg je:
Vandaag nog zul je met mij in het paradijs zijn.”
Het is vandaag de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Volgende week begint – met de advent – een nieuw kerkelijk jaar. Vandaag vieren we ook het feest van Christus Koning, met daarbij de vraag: mag hij jouw koning zijn? Hoe dan? Hoe wordt Jezus jouw koning?
Volgens mij gebeurt dat door keuzes te maken. Luister en vraag je af: gehoorzaam ik aan de Liefde, gehoorzaam ik aan het Leven, of kies ik voor de vluchtweg? We kunnen ook de keuze maken om in vertrouwen te handelen, gelovend dat hij leidend en dienend aanwezig is – en zal zijn – en dat zijn koninkrijk verder gaat dan mijn eigen leven.
Mag hij jou koning zijn? Let wel: hij is een koning die zich laat dragen door een koppige ezel. Een ezel draagt wel, maar gaat en stopt niet wanneer jij het wil, omdat het zijn eigen wil heeft?
Durf je je over te geven aan Iemand die niet zomaar jouw willetje involgt maar zijn weg met jou gaat, om je uiteindelijk te brengen waar je moet zijn? Of is het omgekeerd, en draag jij Jezus met je mee terwijl je – koppig en zonder te luisteren – je eigen weg gaat?
Zaterdag (22/11/2025)
Lc.20,27-40
27 Nu kwamen er naar Jezus enige van de sadduceeën,
die [als religieuze stroming voor wie enkel de eerste vijf boeken van de Schrift bepalend waren]
tegenspreken dat er een opstanding [uit de dood] bestaat.
Ze vroegen hem:
28 “Meester, Mozes heeft voor ons geschreven:
Als iemands broer sterft
en die had een vrouw maar bleef kinderloos,
dan moet zijn broer diens vrouw huwen
en nakomelingen verwekken voor zijn broer. [Deut.25,5-10]
29 Nu waren er zeven broers.
De eerste huwde en stierf kinderloos.
30 De tweede huwde haar,
31 en de derde
en zo lieten alle zeven geen kinderen na toen ze stierven.
32 Het laatst stierf ook de vrouw.
33 Die vrouw nu, bij de opstanding,
van wie van hen wordt zij de vrouw,
want alle zeven hebben haar toch als vrouw gehad?”
34 Jezus antwoordde hen:
“De kinderen van deze tijd
huwen en worden ten huwelijk gegeven,
35 maar wie waardig geacht worden
deel te hebben aan díe tijd
van de opstanding uit de dood,
huwen niet en worden niet ten huwelijk gegeven.
36 Want ze kunnen ook niet meer sterven,
want ze zijn aan engelen gelijk.
Ze zijn kinderen van God
nu ze kinderen van de opstanding zijn.
37 Dát de doden opgewekt worden,
heeft ook Mozes aangeduid
bij de [Godsontmoeting bij de brandende] braamstruik,
wanneer hij God noemt:
de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. [Ex.3,6]
38 God is toch geen God van doden,
maar van levenden?
Ja, voor hem leven allen!”
39 Enige schriftgeleerden antwoordden daarop:
“Meester, dat heb je goed gezegd”,
40 en ze durfden hem niets meer te vragen.
Wat er na de dood gebeurt kan niemand ons vertellen. De Sadduceeën hebben daarover hun eigen logica. Menselijk gezien is deze ook heel begrijpelijk – of moet ik zeggen: heel menselijk – maar ze lopen er volledig in vast. Jezus weerlegt hun logica niet, maar breekt hun denken en beelden open. Hij getuigt dat alle aardse leven in het perspectief staat van eeuwig leven; in het perspectief van kwaliteit van leven. Niet waar je vandaan komt en waar je nu bent, maar daar waar je naar toe gaat, kleurt volgens hem de realiteit. Als je deel krijgt aan dat perspectief, dán ben je kind van G-d. Laat je echter dit verbond en dit perspectief los, dan worden lijden, ellende en verdriet moeilijk om dragen – gehuwd of niet.
Jezus daagt ons uit om steeds opnieuw uit te zien naar een leven dat wordt gekleurd door G-ds liefde en trouw.
Durven wij zo te leven? Denken we aan de ‘hemel’, aan leven na de dood, als een abstract idee, of voelen we er in ons dagelijks leven een diepere verbinding mee?