Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Joh.13,1-15 (17/04/2025)

1      Het was voor het Paasfeest.
       Jezus wist dat voor hem het uur gekomen was
       dat hij uit deze wereld zou overgaan naar de Vader.
       Hij had de mensen in deze wereld daad-werkelijk liefgehad
       en zou ze daad-werkelijk liefhebben tot de voltooiing.
2      Het gebeurde tijdens de maaltijd [het Joodse Paasmaal].
       De tweedrachtzaaier [diabolos] had het al in het hart geprent
       van Judas, de zoon van Simon van Keriot,
       dat hij Jezus zou uitleveren.
3      Jezus wist dat alles hem in handen was gegeven,
       dat hij van God was uitgegaan
       en naar God terugkeerde.
4      Hij stond op van de maaltijd,
       legde zijn bovenkleed af,
       nam een linnen doek
       en omgordde daarmee zichzelf.
5      Vervolgens deed hij water in een wasbekken
       en begon de voeten van de leerlingen te wassen
       en af te drogen met de linnen doek waarmee hij was omgord.
6      Zo kwam hij bij Simon Petrus
       en deze zegt hem:
       “Heer, was jíj míjn voeten?”
7      Jezus antwoordde:
       “Wat ik doe, begrijp je nu nog niet,
       maar later zul je het herkennen.”
8      Petrus zei opnieuw:
       “Tot in de eeuwigheid zul jij mijn voeten niet wassen!”
       Maar Jezus antwoordde hem:
       “Als ik je niet mag wassen,
       kun geen deelgenoot zijn van mij.”
     Nu zei Simon Petrus hem:
       “Heer, was dan niet alleen mijn voeten,
       maar ook mijn handen en mijn hoofd!”
10    Jezus antwoordde:
       “Wie een bad heeft genomen,
       hoeft zich niet meer te laten wassen,
       behalve de voeten.
       Hij is al gereinigd.
       En jullie zijn rein – hoewel niet allemaal.”
11    Hij wist immers wie hem zou uitleveren.
       Daarom zei hij: Jullie zijn niet allemaal rein.
12    Toen hij dan hun voeten had gewassen
       en zijn kleren aangetrokken,
       ging hij weer aanliggen.
       Hij zei hen:
       “Herken je wat ik jullie heb gedaan?
13    Jullie noemen mij ‘heer’ en ‘meester’
       – en dat doen jullie terecht, want dat ben ik.
14    Maar als ik, de ‘heer’ en ‘meester’,
       jullie de voeten heb gewassen,
       moeten ook jullie elkaar de voeten wassen.
15    Ik heb jullie een voorbeeld gegeven
       opdat jullie het ook zo zouden doen
       zoals ik het heb gedaan.”

 

WITTE DONDERDAG

Wat zou Jezus hebben gedacht
op de ochtend van deze nieuwe dag?

Wat wordt het vanavond,
een vriendenmaal
of een verraderspartij?
Wat is het toch met het hart van de mens
dat beide samen kunnen gaan?
En ik zal hen hoe dan ook
dienen – de voeten wassen zelfs.
Ze zullen mijn vrienden wórden
als ik hen als mijn vrienden behandel,
herschapen naar G-ds Woord.
En ik zal mijn leven
breken – in het brood
om het hen te kunnen geven
en zij het verder kunnen uitdelen.

Wat moet ik denken?
Zouden ze het doen?