Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Joh.17,20-26 (5/06/2025)

20    Niet alleen voor hen bid ik,
       maar ook voor wie door hún woord
       nog zullen vertrouwen in mij;
21    opdat allen één zijn, Vader,
       zoals Jij in mij en ik in Jou;
       opdat ook zij in ons één zijn;
       opdat de wereld zou geloven
       dat Jij mij hebt gezonden.
22    En ik heb de grootsheid die Jij mij gegeven hebt
       ook aan hen gegeven;
       opdat zij één zijn
       zoals wij één zijn;
23    ik in hen
       en Jij in mij
       opdat zij voltooid zouden zijn tot één;
       en opdat de wereld erkent
       dat Jij mij gezonden hebt
       en hen daad-werkelijk hebt liefgehad
       zoals Jij mij hebt liefgehad.
24    Vader,
       diegene die Jij mij gegeven hebt,
       het is mijn bedoeling
       dat ook zij zijn waar ik ben
       samen met mij;
       opdat zij aanschouwen mijn grootsheid
       die Jij mij gegeven hebt
       omdat Je mij hebt liefgehad
       nog vóór de grondvesting van de wereld.
25    Integere Vader,
       de wereld heeft Jou niet erkend,
       maar ik heb Jou erkend
       en dezen hebben erkend
       dat Jij mij gezonden hebt;
26    en ik heb hen
       Jouw naam bekend gemaakt
       en zal die blijven bekend maken
       opdat de daad-werkelijke liefde
       waarmee Jij mij hebt liefgehad
       ook in hen is en ik in hen.

Als ik – met de leerlingen van toen – Jezus zo hoor bidden, word ik er stil van. Ik word binnengetrokken in een intimiteit die mij ver overstijgt: in de liefde die er is tussen Jezus en G-d, die hij zijn Vader noemt. In het gebed dat Jezus uitspreekt, is het alsof hij vanuit het diepst van zijn hart als het ware smeekt: “… opdat zij één zijn zoals wij één zijn, ik in hen en Jij in mij …”
Herhaaldelijk klinkt het woord één. Hij wil dat het goed tot zijn leerlingen doordringt: opdat ook zij de eenheid zouden bewaren met elkaar in hem. We weten al lang dat die eenheid er niet zomaar is. Ze moet steeds opnieuw opgebouwd worden, soms moet er zelfs hard voor gewerkt worden en veel geduld geoefend.
Een gebed om eenheid is dus nog steeds op z’n plaats. Het is daarbij ook een oproept naar ons toe, om de eenheid mee op te bouwen, ieder op zijn manier. Mogen wij ons laten meenemen en bidden.