Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Lc.1,5-25 (19/12/2024)
5 Het gebeurde in de dagen van koning Herodes van Judea.
Er was een zekere priester, genaamd Zacharias [de Heer gedenkt],
uit de priesterafdeling van Abia.
Zijn vrouw was een afstammeling van Aäron,
haar naam was Elisabet [de Heer is mijn eed].
6 Beide waren integer in Gods ogen.
[integer = ‘rechtvaardig’, niet enkel als sociaal of juridisch begrip,
maar als een allesomvattende levenswijze, nl. een volledige gerichtheid op God]
Hun levenswandel liep onberispelijk
langs alle geboden en richtingwijzers van de Heer.
7 Ze hadden geen kinderen,
want Elisabet was onvruchtbaar
en beiden waren al op leeftijd.
8 Nu gebeurde het dat zijn afdeling aan de beurt was
om de tempeldienst te vervullen
9 en Zacharias werd aangewezen
– naar hun gewoonte van uitverkiezing –
om het wierookoffer te brengen
en binnen te gaan in het heiligdom van de Heer.
10 Op het uur van het wierookoffer
was de menigte van het volk buiten [op het tempelplein] aan het bidden.
11 Er verscheen hem een boodschapper [engel] van de Heer,
staande aan de rechterkant van het wierookaltaar.
12 Toen hij dit zag, raakte Zacharias erg ontzet
en angst overviel hem.
13 De boodschapper zei nu tegen hem:
“Wees niet bang, Zacharias,
want je persoonlijk smeekgebed is verhoord:
je vrouw Elisabet zal je een zoon baren
en je zult hem noemen: Johannes [God is genadig].
14 Vreugde en uitbundige blijdschap zal hij voor je zijn
en velen zullen zich over zijn geboorte verheugen.
15 Want hij zal groot zijn in Gods ogen.
Wijn of sterke drank zal hij niet drinken [Num.6,3]
en hij zal met heilige geest vervuld worden
van de moederschoot af.
16 Hij zal vele Israëlieten toekeren
naar de Heer hun God.
17 En hij zal voor hem uit gaan
in de geest en de dynamiek van Elia,
om harten van vaders te keren tot harten van kinderen,
om dwalenden te keren tot integeren,
om voor de Heer te bereiden een toegerust volk.”
18 Zacharias vroeg aan de boodschapper:
“Waaraan zal ik dit weten,
want ik ben oud en ook mijn vrouw is al op leeftijd?”
19 De boodschapper antwoordde hem:
“Ik ben Gabriël [man Gods],
die staat voor het aangezicht van God,
en ik ben uitgezonden om je te spreken
en je dit bevrijdende nieuws te brengen.
20 Kijk! Je zult zwijgen,
niet bij machte te spreken,
tot op de dag dat dit alles zal gebeuren,
omdat je niet op mijn woorden vertrouwde,
die nochtans op hun tijd vervuld zullen worden.”
21 Het volk nu was aan het wachten op Zacharias
en ze verwonderden zich
dat hij zo lang in het heiligdom bleef.
22 Toen hij naar buiten kwam,
kon hij niet spreken tegen hen.
Ze begrepen dat hij in het heiligdom
een visioen had gezien.
Hij deed gebaren tegen hen, maar bleef stom.
23 Toen de dagen van zijn tempeldienst vervuld waren,
ging hij terug naar huis.
24 Na deze dagen werd zijn vrouw Elisabet zwanger.
Ze hield zich vijf maanden verborgen
en toen zei ze:
25 ”Zo heeft de Heer aan mij gedaan!
Hij heeft omgezien naar mij
en mijn smaad onder de mensen weggenomen!”
De voorbereidingen zitten in de laatste rechte lijn. G-d is op zoek naar een plaats waar hij onder de mensen geboren kan worden. Hij wil heel graag onder hen komen wonen – meer nog: ín hen wonen. Maar wie wil hem ontvangen?
Wie wil hem die plaats bereiden? Wie wil meewerken om hem uiteindelijk méns te laten worden?
Zou het zijn in dat al wat ouder koppel, dat samen heel hun leven heeft gericht ‘naar de geboden en richting-wijzers van de Heer’ – wat ongetwijfeld níet betekent dat heel hun leven over rozen is gegaan? Integendeel, hun kinderloosheid zal hen een diepe pijn hebben berokkend, maar blijkbaar zijn er ze niet door verbitterd geraakt. Ook apathisch zijn er ook niet door geworden. Van Zacharias horen we zelfs uitdrukkelijk dat hij is blijven bidden om een antwoord op hun kinderloosheid. En ondertussen – dus misschien wel vijftig jaar lang – zijn ze integer hun weg blijven gaan.
Dáár – moet G-d hebben gedacht – dáár, bij zo’n mensen, groeit er ruimte voor iets heel nieuws, iets ‘ongehoords’, iets ‘goddelijks’. Dáár kan ik een begin maken – en Ik zal het doen in menselijk herkenbare vormen, maar het zal G-ddelijk zijn …
En als G-d dat tóen deed, waarom zou hij dat vandaag niet meer doen?