Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Lc.1,26-38 (20/12/2024)

26    In de zesde maand [van de zwangerschap van Elisabeth, de toekomstige moeder van Johannes de doper],
       werd de boodschapper [engel] Gabriël vanwege God uitgezonden
       naar een stad in Galilea, Nazaret genaamd,
27    naar een jonge vrouw die verloofd [in ondertrouw] was
       met een man die Jozef heette,
       uit het huis van [die afstamde van koning] David.
       De naam van die jonge vrouw was Maria.
28    De engel kwam bij haar binnen en zei:
       “Vrede zij met jou, begenadigde. De Heer weze met jou!
       Gezegend ben jij onder de vrouwen.”
29    Zij echter was erg in de war van deze woorden
       en vroeg zich af wat deze begroeting moest betekenen.
30    De boodschapper zei tegen haar:
       “Wees niet bang, Maria,
       jij hebt genade gevonden bij God.
31    Kijk! Je zult zwanger worden
       en een zoon baren
       en je zult hem de naam ‘Jezus’ [God redt] geven.
32    Hij zal groot zijn
       en zoon van de Allerhoogste worden genoemd,
       en God de Heer zal aan hem geven
       de troon van zijn vader David.
33    Hij zal koning zijn over het huis van Jakob [Israël]
       tot in eeuwigheid
       en aan zijn koningschap zal geen grens zijn.”
34     Nu zei Maria tegen de boodschapper:
       “Hoe zal dat gebeuren,
       aangezien ik geen omgang met een man heb?”
35     De boodschapper antwoordde haar:
       “Heilige geest zal over jou komen,
       de geestkracht van de Allerhoogste zal je omhullen.
       Daarom ook zal wie uit jou geboren wordt
       heilig genoemd worden, zoon van God.
36     Kijk! Elisabet, je bloedverwante,
       ook zij heeft in haar ouderdom een zoon ontvangen.
       Ze is in haar zesde maand,
       hoewel ze onvruchtbaar werd genoemd.
37     Want bij God is geen woord krachteloos.”
38    Nu zei Maria: “Ziehier de dienares van de Heer.
       Moge met mij gebeuren naar jouw woord.”
       En de boodschapper ging van haar weg.

De engel Gabriël heeft drukke tijden – de boodschapper G-ds heeft drukke tijden. Hij(?) moet mensen aanspreken en uitnodigen om mee te werken aan die ‘bereiding van de weg van de Heer’. G-ds komst is immers op til, maar wil dat werkelijk vruchtbaar worden voor de wereld en de mensen, dan moet er ook een ‘plaats’ zijn waar Hij ontvangen wordt. Zelf zal Hij immers zo klein en kwetsbaar komen, dat het nauwelijks zal opvallen. Alleen mensenharten die wíllen openstaan en zien, zullen Hem ontwaren!
Ook vandaag heeft een boodschapper G-ds drukke tijden. Hij of zij (!) moet mensen aanspreken en uitnodigen om mee te werken aan de ‘bereiding van de weg van de Heer’. G-ds komst ís immers op til!, maar wil dat werkelijk vruchtbaar worden voor de wereld en de mensen, dan moet er ook een ‘plaats’ zijn waar Hij ontvangen wordt. Zelf zal Hij immer zo klein en kwetsbaar komen, dat het nauwelijks zal opvallen. Alleen mensenharten die wíllen openstaan en zien, zullen Hem ontwaren!
Zowel boodschapper zijn als ontvanger, kan míjn rol zijn in de komst van de Heer.