Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Lc.12,13-21 (3/08/2025) 

13    Iemand uit de menigte rondom, zei nu:
       “Meester, zeg tegen mijn broer
       dat hij de erfenis moet delen met mij.”
14    Jezus antwoordde hem:
       “Mens, wie heeft mij aangesteld over jullie
       als rechter of verdeler?”
15    Hij ging verder tegen allen:
       “Zie toe en wacht je ervoor
       steeds meer te willen hebben!
       Want zelfs als iemand overvloed heeft,
       behoort zijn leven niet tot zijn bezit.”
16    En hij vertelde een gelijkenis:
       “Het land van een zekere rijke had veel opgebracht.
17    Hij overlegde bij zichzelf:
       “Wat zal ik doen, want ik heb niets
       om de oogst in op te slaan?”
18    En hij zei: “Dit zal ik doen:
       Mijn bestaande schuren zal ik afbreken
       en grotere bouwen,
       mijn oogst en al mijn goederen
       kan ik daarin dan opslaan.
19    En tot mezelf zal ik zeggen:
       Ik, ik heb vele goederen liggen, voor jaren ver.
       Rust uit, eet, drink, maak plezier.”
20    Maar God zei tegen hem:
       “Verdwaasde! Nog deze nacht
       wordt je leven opgeëist.
       En alles wat je hebt voorbereid,
       voor wie is dat dan?”
21    Zo gaat het met wie schatten opslaat
       voor zichzelf,
       maar niet rijk is in God.

Jezus laat zich niet verleiden om rechter te spelen bij een familiale erfeniskwestie. In plaats daarvan waarschuwt hij zijn omstaanders voor hebzucht. Hij nodigt hen uit om los te komen van bezit, om ‘vrij van’ bezit te leven en zo ‘vrij te zijn voor’ G-d en de naaste.
Een krasse uitspraak! Zeker in een context waar alles om bezit lijkt te draaien, hoe meer hoe beter!
Wat als we nu eens met z’n allen ons ‘bezit’ zouden beschouwen als iets dat ons ter beschikking gesteld wordt, als zaken die voorhanden zijn om te gebruiken? Wat als we zouden leven vanuit het besef dat we de dingen waarmee we onszelf omringen, niet hébben, maar dat we ze mogen gebrúiken en er zorg voor dragen, zodat zij die na ons komen er ook nog van kunnen leven?
Dan zal blijken dat hebzucht voor niets nodig is. Om te leven is er immers maar één iets écht nodig: het leven zelf en dat ontvang je uit G-ds hand.