Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Lc.4,16-30 (1/09/2025)
16 Ook kwam hij in Nazaret, waar hij was opgegroeid.
Zoals hij gewoon was,
ging hij op de dag van de sabbat
binnen in het huis van samenkomst.
Hij stond op om voor te lezen
17 en men gaf hem een boekrol van de profeet Jesaja.
Hij opende de boekrol
en vond de plaats waar geschreven staat:
18 De geest van de Heer is over mij gekomen –
hij heeft mij gezalfd,
om de bevrijdende boodschap te verkondigen
aan wie zich arm weten.
Hij heeft mij gezonden
om wie gebroken is te genezen,
om wie gevangen zit vrijlating te melden,
om wie blind is het zicht terug te geven,
om wie verdrukt wordt te bevrijden;
19 om af te kondigen
een genadejaar van de Heer. [Jes.61,1-2]
20 Hij rolde het boek dicht, gaf het terug aan de dienaar
en ging zitten.
De ogen van allen in het huis van samenkomst
waren aandachtig op hem gericht.
21 Hij begon nu tegen hen te spreken:
“Vandaag
is voor jullie oren
dit Schriftwoord in vervulling gegaan!”
22 Allen vielen hem bij en verwonderden zich
over de woorden van genade die uit zijn mond kwamen,
en ze zeiden:
“Is dat niet de zoon van Jozef?”
23 Hij zei tegen hen:
“Natuurlijk zullen jullie mij de spreuk voorhouden:
Geneesheer, heel jezelf!
Al die dingen die in Kafarnaüm gebeurd zijn
– naar wij gehoord hebben –
doe ze ook eens hier in je vaderstad.
24 Daarop zei hij:
“Zeker, ik zeg jullie
dat geen enkele profeet welkom is in zijn vaderstad.
25 Naar waarheid zeg ik jullie:
In de dagen van [de profeet] Elia
waren er veel weduwen in Israël
toen de hemel gedurende drieëneenhalf jaar gesloten bleef
zodat er grote hongersnood kwam over heel het land.
26 Toch werd Elia naar geen van hen gezonden
[om haar te redden van de hongerdood – 1 Kon.17]
maar naar een weduwe in Sarepta bij Sidon [= buiten Israël].
27 En ten tijde van de profeet Elisa
waren er veel melaatsen in Israël.
Toch werd geen enkele van hen gereinigd
maar wel de Syriër [= buitenlander] Naäman.”
28 Allen die in de samenkomst [synagoge] waren
en dit hoorden
raakten overvol woede.
29 Ze stonden op en wierpen hem buiten de stad.
Ze dreven hem naar de rand van de berg
waarop hun stad gebouwd was,
om hem van de steilte te gooien.
30 Maar hij ging midden tussen hen door
en trok weg.
Het Griekse woord dat met gezag is vertaald, betekent heel letterlijk ‘vanuit zijn wezen’. Dat is onvergelijkbaar met gezag dat jou verleend wordt omdat je toevallig een bepaald beroep hebt. Nee, hier is iets anders aan de hand en de omstanders voelen dat haarfijn aan. Jezus spreekt vanuit zijn wezen. Hij legt de Schiften uit met hart en ziel, hij is er met huid en haar bij betrokken. Zijn hele geschiedenis, zijn hele identiteit, de hele mens die hij is – van dááruit komt zijn uitleg. De toehoorders voelen dat ze niet alleen woorden horen, maar dat hier een gehele mens zich geeft. Hij is niet bang om zichzelf te laten zien, om zijn wezen te laten meeklinken in wat hij zegt. Hij is een mens voor wie ‘kind van G-d zijn’ een levende werkelijkheid is. Zó een mens spreekt hier. Vanuit zijn wezen spreekt hij. En feilloos voelen de inwoners van Kafarnaüm aan dat ze hier iets wezen-lijks horen. Maar, wanneer dit alles doordringt, wordt het confronterend en worden ze woedend. Jezus laat zich hierdoor niet van de wijs brengen. Hij gaat midden tussen hen door en trekt weg.