Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Lc.13,1-9 (25/10/2025)
1 Terwijl Jezus hierover bezig was,
waren er onder de aanwezigen
die hem vertelden over de Galileeërs
van wie [de romeinse landvoogd] Pilatus het bloed vermengd had
met dat van hun offerdieren.
2 Jezus antwoordde hun:
“Denken jullie dat deze Galileeërs
grotere zondaars waren dan de anderen,
omdat ze dit hebben moeten lijden?
3 Neen!, zeg ik jullie,
maar als jullie je niet bekeren,
zul je allen op dezelfde manier omkomen.
4 Of die achttien die stierven
toen de toren bij de Siloam [een vijver in Jeruzalem] op hen viel.
Denken jullie dat zij schuldiger waren
dan de andere bewoners van Jeruzalem?
5 Neen!, zeg ik jullie,
maar als jullie je niet bekeren,
zul je allen op dezelfde manier opkomen.”
6 Hij vertelde nu deze gelijkenis:
“Iemand had in zijn wijngaard een vijgenboom geplant.
Hij kwam er vruchten aan zoeken,
maar vond er geen.
7 Hij zei tegen de wijngaardenier:
“Kijk, drie jaar kom ik nu al vruchten zoeken aan deze vijgenboom, maar vind er geen.
Hak hem uit.
Waartoe zou hij nog de grond verder uitputten!”
8 Maar de wijngaardenier antwoordde hem:
“Heer, laat hem nog dit jaar …
Ik zal eerst nog eens de grond bewerken en bemesten.
9 Als hij dan vruchten draagt …
En indien niet, hak hem later dan maar uit.””
Voor Jezus zijn de twee drama's die aanvankelijk vermeld worden, niet het gevolg van de zondigheid van de slachtoffers, en zij betekenen evenmin dat de 'overlevenden' zonder schuld zouden zijn. Wat voor hem wel duidelijk is, is dat alle mensen, hoe sterk ze ook naar zichzelf gekeerd zijn, allemaal de kans krijgen om zich naar G-d te keren. Hij zet zonder uitzondering eenieder voor zijn eigen geweten: Pilatus en de rebellen, de architecten en de metsers van de toren, kortom allen die zich om welke reden dan ook verwijderd hadden van G-d.
Hij spreekt ook ons aan. En als het voor ons lijkt dat Jezus hier een schijnbaar dreigende taal spreekt, dan is dat zeker niet zijn bedoeling. De gelijkenis die volgt, maakt duidelijk dat zijn spreken niet bedreigend is, maar ingegeven wordt door liefde: Hij ziet ons graag, maar échte liefde is veeleisend.
Wat Jezus ten diepste verlangt, is ons – en zijn reisgenoten op weg naar Jeruzalem - doen geloven in een liefdevolle, geduldige G-d die blijft geloven in beterschap.