Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt.5,20-26 (12/06/2025)

20    “Ik zeg jullie:
       Als jullie integriteit die van de schriftgeleerden en farizeeën niet overschrijdt,
       zul je niet binnengaan in het koningschap van de hemelen.
21    Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin:
       Je zult niet doden [Ex.20,13];
       wie doodt moet onderworpen worden aan het oordeel.
22    Ik echter zeg jullie:
       Ieder die vertoornd is op zijn medemens
       moet onderworpen worden aan het oordeel;
       wie zijn medemens uitscheldt,
       moet onderworpen worden aan de raad;
       wie zijn medemens verwenst,
       moet onderworpen worden aan de gehenna van het vuur.
23    Wanneer je je gave naar het altaar brengt
       en daar herinner je je dat je medemens iets tegen je heeft,
24    laat dan je gave voor het altaar daar,
       ga je dan eerst verzoenen met je medemens
       en kom dan met je gave.
25    Wees voortdurend geneigd je tegenstander tegemoet te komen
       zolang je met hem onderweg bent,
       zodat hij je niet overlevert aan de rechter,
       de rechter vervolgens aan de gerechtsdienaar
       en je in de gevangenis wordt geworpen.
26    Amen, ik zeg jullie:
       Je zult daar niet uit geraken
       voordat je tot de laatste cent hebt betaald.”

We lezen dus dag na dag weer de hele Bergrede. Vroeger schreven we daar al een inleiding bij. Die is nog steeds het lezen waard (link naar de tekst).
We kennen het basisstramien ondertussen: Jezus verkondigt eigenlijk niets nieuws. Hij kent en beleeft de godsdienst waarin hij is opgegroeid, maar het doet hem pijn dat die zo is uitgehold, dat die wel beleden wordt, maar niet geleefd. En daarom roept hij op terug te keren naar de wortel, de radix. Niets nieuws dus, wel een ‘radicalisering’ (in de goede betekenis natuurlijk, niet zoals het woord vandaag meestal wordt gebruikt, die net een verenging inhoudt).
Waar schuilt bv. de wortel van doodslag? ‘Uit-der-aard’ in het hart van de mens die vertoornd is op zijn/haar medemens, en díe begint er al mee met zijn medemens te verwensen (innerlijk) of uit te schelden (uiterlijk). Alle ‘grote daden’ – de positieve én de negatieve – hebben aan de wortel heel kleine gedachten en gevoelens liggen. Als we die niet onderkennen en aan de wortel aanpakken, zullen ze uitgroeien tot …