Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt.14,13-21 (4/08/2025)

13    Toen Jezus dit hoorde [het bericht van de dood van Johannes],
       trok hij zich in een boot van daar terug
       naar een eenzame plaats, alleen.
       En toen de menigte dit hoorde,
       volgden ze hem te voet vanuit hun steden.
14    Toen Jezus uitstapte, zag hij dan ook een grote menigte.
       Hij werd ten diepste bewogen om hen
       en hij genas de zieken onder hen.
15    Toen het avond werd,
       kwamen zijn leerlingen bij hem en zeiden:
       “Dit is een eenzame plaats en het [etens]uur is al voorbij.
       Stuur de menigte weg
       zodat ze in de dorpen rondom
       voedsel voor zichzelf kunnen gaan kopen.
16    Maar Jezus zei hen:
       “Het is niet nodig dat zij weggaan;
       geven jullie hen maar te eten.”
17    “Maar, antwoordden zij,
       wij hebben niet meer dan vijf broden en twee vissen!”
18    Hij zei: “Breng ze mij.”
19    En hij liet de mensen zich neervlijen op het gras.
       Hij nam de vijf broden en de twee vissen,
       keek op naar de hemel,
       zegende en brak de broden,
       en gaf ze aan zijn leerlingen
       en de leerlingen aan de menigte.
20    Allen aten tot ze voldoende gevoed waren.
       En van de overgebleven stukken verzamelden ze twaalf korven.
21    Het waren ongeveer vijfduizend mannen die gegeten hadden,
       vrouwen en kinderen niet meegeteld.

Tegenover het weelderig banket van Herodes enkele dagen geleden, plaatst Mattheüs dit sobere verhaal op een verlaten plaats waar niets te eten of te drinken is. Daar, op die plek, geeft Jezus zijn leerlingen de opdracht: “Geven jullie hen maar te eten”. Hoe moesten ze daar aan beginnen? Er was niets, helemaal niets. Enkel wat brood en vis. Toen gebeurde het wonder: met de steun van Jezus gaven ze de mensen wat ze nodig hadden. Met Jezus’ kracht deden ze dingen die logisch gezien onmogelijk zijn.
Wat er juist gebeurd is, weet niemand nog. Gingen mensen hun proviand delen met elkaar? Of had men genoeg aan geestelijk voedsel? Het is op zich irrelevant. Belangrijk is dat mensen betrokken raakten op elkaar, alert en zorgzaam omgingen met elkaar, en zo teken werden van G-ds liefde.
Het contrast met Herodes’ banket kon niet groter zijn: angst, stiekem gedrag en dood t.o.v. het geloof en het vertrouwen in G-ds kracht die je tot voedsel maakt voor elkaar en tot wonderlijke dingen in staat stelt.