Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt.25,1-13 (9/08/2025)
1 Dan zal het koninkrijk der hemelen te vergelijken zijn
met tien meisjes die hun lampen namen
en er op uit trokken, de bruidegom tegemoet.
2 Vijf van hen waren dwaas,
de vijf andere wijs.
3 De dwaze namen wel hun lampen mee,
maar geen olie,
4 terwijl de wijzen samen met hun lampen
ook olie in hun kruiken meenamen.
5 Toen nu de bruidegom op zich liet wachten,
vielen ze allen in slaap.
6 Maar midden in de nacht klonk er geroep:
“Kijk! De bruidegom komt!
Trek hem tegemoet.”
7 Toen stonden alle meisjes op
en brachten hun lampen in orde.
8 De dwazen zeiden tegen de wijzen:
“Geef ons van jullie olie,
want onze lampen gaan uit.”
9 Maar de wijzen antwoordden:
“Best niet, er zal immers niet voldoende zijn
voor ons en jullie samen.
Ga liever naar de verkopers
en koop er voor jezelf.”
10 Terwijl ze weg waren om olie te kopen,
kwam de bruidegom aan,
en wie bereid was [klaargemaakt én bereidwillig]
ging met hem naar binnen naar het bruiloftsfeest
en de deur werd gesloten.
11 Later kwamen ook de andere meisjes aan
en zeiden: “Heer, heer, doe open voor ons!”
12 Maar hij antwoordde:
“Ik zeg jullie naar waarheid:
Ik ken jullie niet.”
13 Wees dus wakker!
Want je kent dag noch uur.
Nóg een patroon van Europa! Oorspronkelijk (sinds 1964) was dat alleen Benedictus (11 juli), die met zijn netwerk aan abdijen terecht een ‘Europeaan avant la lettre’ kan genoemd worden. Later heeft men dat wat meer in evenwicht gebracht: Oost-Europa in 1980 met de broers Cyrillus en Methodius (14 feb), en in 1999 het Zuiden met Catharina van Siena (29 apr), het Noorden met Birgitta van Zweden (23 juli) en het Westen met onze heiligen van vandaag, Edith Stein.
Goed omringd zijn we in elk geval. Nu nog hun voorbeeld volgen …
En vandaag gaat dat over ‘de vijf dwaze en de vijf wijze bruidsmeisjes’. Hoe wakker zijn wij? Hoe bereid – en volgens het Evangelie gaat dat over meer dan met woorden, maar ook met daden: hoe vóórbereid zijn we? Richten we heel ons leven er op in om de heer tegemoet te gaan, of wachten we passief af? Denken we eraan dat er ook wel iets van ons verwacht wordt? ‘Voeden we onze lampen’, of teren we op het licht van een ander?
Misschien lastige, maar wel noodzakelijke vragen als wij de oproep ter harte willen nemen: “Kijk! De bruidegom komt! Trek hem tegemoet.”