Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Psalmen4

Psalm van de maand: november

Psalm 136

Vier de Heer. Goed is Hij!
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
Vier de allerhoogste God!
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
Vier de allerhoogste Heer;
– Zijn liefde kent geen grènzen. –

die grote daden verrichtte, Hij alleen:
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
die met wijsheid de hemel schiep;
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
die de aarde uitspreidde tussen de wateren;
– Zijn liefde kent geen grènzen. –

die de grote lichten maakte:
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
de zon om te heersen over de dag,
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
de maan en de sterren voor de nacht;
– Zijn liefde kent geen grènzen. –

die het volk van verdrukkers weerstond
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
en zijn volk wegleidde uit hun midden
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
met krachtige hand;
– Zijn liefde kent geen grènzen. –

die de Rietzee spleet in twee,
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
zijn volk er midden door liet gaan
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
en zo Farao en zijn legers van hen afschudde;
– Zijn liefde kent geen grènzen. –

die zijn volk voorging door de woestijn,
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
sterker bleek dan geduchte koningen
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
en hun land gaf aan zijn volk;
– Zijn liefde kent geen grènzen. –

die in moeilijke tijden steeds ons her-innert
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
en voedsel geeft aan al wat leeft.
– Zijn liefde kent geen grénzen. –
Vier de Heer van de hemel!
– Zijn liefde kent geen grènzen. –

Gezongen door zuster Godeliph (St.-Trudoabdij) en Elke Poppe (pastorale eenheid Sint-Trudo-Assebroek), met citerbegeleiding

 

Aanzet - Psalm 136

Deze maand is onze Psalm een buitenbeentje onder de Psalmen (toch wat de vorm betreft). Het is dan ook ‘het grote hallel’ (= loflied) voor de Joden (Psalmen 113-118 zijn ‘het kleine hallel’). En over loven gesproken … wel 21 keer klinkt het: ‘Zijn liefde kent geen grenzen.’ (in de oorspronkelijke versie liefst 26 keer). Prachtig toch hoe de psalmist ons meeneemt in zijn ‘weten’ dat G-d één en al liefde is. Hij is en blijft trouw van bij het begin tot … in eeuwigheid. En denk niet dat dit geschreven is door een gelovige die in een vrolijke of optimistische bui was en bedacht om maar eens wat moois van G-d of het leven te zeggen. Nee, het leven van de psalmist was zeker niet alleen rozengeur en maneschijn. En toch … in dat – soms gebroken dan weer geheelde – leven reflecteert hij op wie G-d voor hem is en over hoe hij er altijd geweest is doorheen de geschiedenis van zijn volk. Een G-d die niet alleen ‘zijn volk’ herinnert, maar ook ‘ons’ (vs 23). Resoneert dit ook in ons leven, in ons her-inneren?
Hij was er van bij de schepping (= liefdesdaad van G-d)! Hij zag de ellende van zijn volk en was juist midden de ellende, zijn volk liefdevol nabij. G-d schept ‘uit het niets’ omdat hij liefde is. G-d verlost ‘uit het niets’, uit een onmogelijke situatie: Exodus, of Golgota, … omdat hij liefde is. Het lied brengt in her-innering wat G-d doet, als het ons mensen allemaal teveel wordt, als wij er hopeloos bij worden en geen uitweg meer zien. G-d is Liefde, dat is hij geweest van bij ’t begin, dat is hij nu en dat zal hij altijd zijn, daarover gaat het.

Zijn liefde kent geen grenzen.

Dat is duidelijk de kern en door de herhaling dringt het steeds meer door – tipot, tipot (= druppel voor druppel in het Hebreeuws) – in onze weerspannige harten. Het is de herhaling die werkt (toch voor mij) omdat wij, mensen tot een selectief geheugen geneigd zijn en wij net zoals kinderen leren door herhaling. De herhaling helpt om niet te vergeten én het geeft ruimte tot vertrouwen, hoop en volharding om door te gaan.
Maar het is ook de herhaling die het contrast tussen G-ds eeuwige trouw en de soms keiharde realiteit sterker doet binnenkomen. Ze doet ons beseffen dat er iets is dat blijft, door alles heen, door wel en wee, door hoogten en laagten, door beproevingen en overwinningen. Er is iets dat sterker is dan de tijd, sterker dan de ruimte, meer volkomen en duurzamer dan de geschiedenis. In die richting trekt de psalmist ons mee met dit refrein. De vraag is of we dit ook echt durven te geloven en eruit durven leven. Of we geloven dat wij G-ds beminnen mogen beminnen (Ps 27 vs4)? Dat G-d liefde is en wij in die liefde mogen wonen?
Ik ervaar dat dit refrein zo graag een steun en toeverlaat wil/kan zijn bij alle ellende. Maar hoe mag/kan dit klinken bij iemand die niet gelooft of er helemaal onderdoor zit, geen eten heeft, op de vlucht is …? Het klinkt op die momenten zo compleet tegendraads en het schuurt. Men wil/kan het dan zelfs niet horen (misschien is het juist daarom een krachtig iets).
Het schuurt sowieso in een tijd waarin wetenschap en waarheid alles proberen te bepalen en waarin gevoelens/emoties door non-stop blootstelling aan problemen – in het eigen leven, in de buurt, wereldwijd – eelt lijken te krijgen en afgestompt dreigen te raken. Neem daarbij de beperkte houdbaarheid van vele relaties en producten (onze wegwerpmaatschappij) en dan komt ook nog het eeuwigheidsperspectief onder druk te staan.

En toch vind ik het een prachtige refrein. Het mag deze maand (en hopelijk nog veel langer) met me meegaan als een rode draad door alles heen. Soms zal ik het harder zingen, soms zachter, soms zo zacht dat ik het haast zelf niet meer kan horen, maar het zal er steeds zijn. Ook al hoor ik …
in de wereld het schrille geschreeuw van kinderen op de puinhoop van hun stad,
in m’n eigen omgeving mensen die proberen te overleven.
in het nieuws de kreten vanuit de modder van het leven, het ratelende gekletter van wapens en het rollen van natuurgeweld

Het zal er zijn tot het weer stil en zacht wordt in mij en ik de verre geluiden van troostende moeders en vaders, broers en zussen,
nabije collega’s,
de schoonheid van een weiland,
het opgewonden getater van kinderen,
psalmzingers
...
mag horen.
En dan wordt het weer harder tot het zich vermengt met
de liederen op de radio,
dansende jongeren op een trouwfeest,
het vlaggengezwaai van een vendelgroep
...
En tussen al deze wirwar van geluiden door hoor/zing ik het steeds weer, zachter en dan weer harder, maar steeds die betoverende wijs. Zo mag G-ds eeuwige liefde klinken doorheen alle situaties van mijn leven, van onze levens. Het zal nooit afwezig zijn.