Psalm van de maand december

Psalm van de maand: december

Psalm 146

Hallelùjá!
Loof, mijn zíel, de Hèer!
De Heer zal ik loven héel mijn lèven,
Hem toezingen zoláng ik bestà!

Stel je vertrouwen nìet op de áardeling,
zijn macht kan je níet verlòssen.
Gaat zijn adem uit, hij keert terúg tot stof;
zijn plannen vergáan met hèm.

Maar gezegend wie op de Hèer vertróuwt,
zijn hóop stelt op de Allerhòogste,
op Jou, schepper van hémel en àarde,
de zee en ál wat daar lèeft.

Jij bent waarheid en tròuw tot altíjd.
Je doet récht aan verdrùkten,
Je geeft bróod aan hòngerigen,
Je bevríjdt gevàngenen.

Je opent de ògen van blínden,
Je richt néergebogenen òp,
Je hebt de rechtváardigen lìef,
Je behóedt de vrèemdeling.

Je beschermt al wie zwàk en kwétsbaar is,
maar de weg van de verdwáasden loopt dòod.
Jij, mijn God, bent Héer, tot altìjd.
Hallelújà! 

{mp3}psalm_146{/mp3}

Gezongen door zuster Godeliph (St.-Trudoabdij) en Elke Poppe (pastorale eenheid Sint-Trudo-Assebroek), met citerbegeleiding

Aanzet

Onze ‘Psalm van de maand’ is overduidelijk een lofpsalm. De Halleluia’s aan het begin en het einde maken dat al duidelijk, maar verder ook de hele inhoud van de Psalm – ook al zit er een verrassende wending in, maar daarover zodadelijk meer.
Ook maakt Psalm 146 deel uit van ‘het Grote Hallel’, dat gevormd wordt door de laatste 5 Psalmen (waarvan Psalm 150 dan het ‘machtige slotakkoord’ is). Psalm 145 is daar een soort inleiding op – neem er die aanzet nog even bij ( van precies 15 maanden geleden).

Dat Psalm 146 wellicht in wat latere tijden is gecomponeerd, kunnen wetenschappers vermoeden aan het feit dat ze vol zit van gedeeltelijke verwijzingen naar andere Psalmen. Een smaakje daarvan kun je makkelijk proeven als je even naar Psalm 104 en 105 gaat. (Wellicht lastig voor verwarring voor wie de Psalm wil van buiten leren. 😉)
Er is ook een heel mooie inhoudelijke parallel met Psalm 1, de Psalm over de ‘twee wegen’. Hetzelfde is hier te vinden, maar wat meer uitgewerkt:

Stel je vertrouwen niet op de aardeling … (v.3)
Maar gezegend wie op de Heer vertrouwen .. (v.5)

Het gebruikte woord ‘gezegend’ is overigens hetzelfde, hier als in Psalm 1, én in … de ‘zaligsprekingen’! (Zalig, gezegend, gelukkig, vooruit ermee, … het zijn allemaal vertalingen van hetzelfde woord.)

Wat anders is dan in Psalm 1, en ook dan in vele andere lofpsalmen, is dat de ‘reden’ voor de lof hier uitvoerig uit de doeken wordt gedaan. Ook opvallend is de disproportie tussen de ‘negatieve’ redenen (v.3b-4) en de ‘positieve’ (v.7-9) – of misschien is dat net wel de júiste proportie?! en valt er veel meer te zeggen vóór Gods lof dan ertegen …

Die positieve argumenten zijn trouwens merkwaardig. Ze vertonen een toch niet zo ‘normale’ ommekeer:
- recht voor verdrukten
- brood voor hongerigen
- bevrijding voor gevangenen
- open ogen voor blinden
- oprichting voor neergebogenen
- bescherming voor al wie zwak en kwetsbaar is
Als er íets is wat uit het geheel van de Bijbel duidelijk wordt, dan is het dat ‘onze God’ zó’n God is – en dat is helemaal niet ‘normaal’! Je kunt er de ‘oerervaring’ van het godsvolk in herkennen, de uittocht uit Egypte, maar ook alle andere grote scharniermomenten uit de geschiedenis van het volk en zijn God, bv. de ballingschap. Én hetzelfde wat met het volk gebeurt, gebeurt ook aan ieder in zijn of haar eigen leven. ‘Onze God’ hoort de klacht van zijn verdrukte volk, hij ziet om naar de kleinheid, …
Meer nog: om dat des te duidelijker te maken in zijn verregaandheid, wordt hij zélf uitermate klein en kwetsbaar! In die zin kunnen we Psalm 146 ook lezen als een heel mooie voorbereiding op Kerstdag!

En nog een kruisverbinding: Had je bij die ‘ommekeer-lijst’ niet een gevoel van “tiens, dat heb ik nog ergens gehoord”? Zal wel zijn; herlees eens Lc.1,46-55, het ‘Magnificat van Maria’ (= ‘kleinen maakt hij groot’ …) Maria was dan ook een op en top Bijbelse vrouw, ongetwijfeld stevig verankerd in de Psalmen!

Ook merkwaardig is dat heel deze omkeer in de tegenwoordige tijd staat, en dat ze dus nu al de reden vormt voor de lof van de Psalmbidder in het heden; terwijl we er natuurlijk rustig kunnen van uitgaan dat ook voor onze Psalmbidder toen zijn of haar feitelijke realiteit wellicht anders was!
Maar daarmee komen we weer in die grote beweging van Psalmen bidden …

En daarin wil ik me laten meenemen …
Mijn eigen realiteit is ook niet altijd zo lofpsalm-achtig. Maar Gods omzien naar kleinheid, die van mezelf incluis, is wél een realiteit. De reden voor de lof aan hem dus ook …
Dus …

Halleluja!!!
Loof mijn ziel, de Heer!
De Heer zal ik loven heel mijn leven,
Hem toezingen zolang ik besta! 

Het onderweghuis

logo
  Het Onderweghuis
  Grote Baan 121
  2235 Hulshout
  BE47 9796 4400 0280