Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Joh.8,1-11 (6/04/2025)

     (Maar) Jezus ging naar de Olijfberg.
     Bij de ochtendschemering kwam hij weer in de tempel
       en al het volk kwam naar hem.
       Hij ging zitten en onderrichtte hen.
     Maar de schriftgeleerden en farizeeën brachten een vrouw bij hem die op overspel was betrapt
       en plaatsten haar in het midden.
     Ze zeiden hem:
       “Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt op overspel.
     In de wet heeft Mozes ons geboden
       zulke vrouwen te stenigen.
       En jij nu, wat zeg jij?”
     Dit vroegen ze om hem op de proef te stellen,
       opdat ze hem zouden kunnen aanklagen.
       Maar Jezus boog zich naar beneden
       en schreef met de vinger in de aarde. [Jer.17,13]
     Toen ze bleven vragen,
       boog hij zich naar boven en zei tegen hen:
       “Wie van jullie zonder zonde is
       moet maar als eerste een steen op haar werpen.”
     En opnieuw boog hij zich naar beneden
       en schreef in de aarde.
     Toen ze dit hoorden, gingen ze één voor één naar buiten,
       beginnend bij de oudsten, tot de laatste.
       Ze lieten hem alleen achter,
       met de vrouw die in het midden stond.
10    Opnieuw boog hij zich naar boven
       en zag niemand behalve de vrouw.
       Hij zei tegen haar: “Vrouw, waar zijn je aanklagers?
       Heeft niemand je veroordeeld?”
11    Ze zei: “Niemand, heer.”
       En Jezus zei:
       “Ook ik veroordeel je niet.
       Ga heen,
       en zondig [verwijder je] van nu af niet meer.”

Vorige week hadden we het verhaal van de verloren zoon (juister: zonen); vandaag dat van de overspelige vrouw en de wijze uitspraak van Jezus hierover. Het zijn ons zeer bekende en geliefde passages. Hoeveel hebben we nóg nodig om ze ook eindelijk te gaan léven? Twee weken geleden (3de zondag, Lc.13,1-9), klonk al de pertinente vraag: wanneer zul je je nu eindelijk eens bekeren? Hoever staan we ermee na 4 weken vasten en met Pasen al in zicht?
Zouden de farizeeën van vandaag niet het recht hebben ook ons voor Jezus te brengen en ons door de wet te laten veroordelen? Ongetwijfeld wel!
Overigens schuift Jezus de misstap van de vrouw niet terzijde als onbelangrijk. Hij zegt wel degelijk: “Zondig van nu af niet meer.” Maar zijn ‘andere houding’ (in vergelijking met de farizeeën) zit er hem in dat hij wel de zonde afwijst, maar niet de zondaar! De zonde vertrouwt hij toe aan het gekriebel in het zand, waar de wind het snel zal vergeten; de zondaar vertrouwt hij toe aan de barmhartige liefde van zijn vader, waar de kracht geboren wordt om ánders in het leven te gaan staan.
Waar wachten wij dan nog op om ons te bekeren?