Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Joh.14,6-14 (17/05/2025)

     Jezus antwoordde hem:
       “Ik ben de weg, de waarheid en het leven.
       Niemand komt tot de Vader tenzij door mij.
     Als je mij zou leren kennen,
       zou je ook mijn Vader leren kennen.
       Vanaf nu ken je hem; je hebt hem gezien!”
     Filippus zei:
       “Heer, toon ons de Vader,
       dat is ons genoeg!” [Ps.23,2]
     Jezus antwoordde hem:
       “Je bent nu al zo lang bij mij
       en je hebt hem niet leren kennen, Filippus?
       Wie mij heeft gezien,
       heeft de Vader gezien.
       Hoe kun je dan zeggen: Toon ons de Vader?!
10    Geloof je niet dat ik in de Vader ben
       en de Vader in mij is?
       De woorden die ik tegen jullie spreek,
       spreek ik niet uit mezelf.
       Het is de Vader – die in mij verblijft – die zijn werken doet.
11    Geloof mij
       dat ik in de Vader ben
       en de Vader in mij
       – en zo niet, geloof het dan vanwege de werken zelf.
12    Amen, amen, ik zeg jullie:
       Wie vertrouwt in mij
       zal de werken die ik doe, ook doen
       – en nog grotere dan deze,
       omdat ik naar mijn Vader ga.
13    Wat je ook zult vragen in mijn naam,
       ik zal het doen,
       opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zou worden.
14    Als je dus iets vraagt in mijn naam,
       ik, ik zal het doen!

Zou ík, net als Filippus, zeggen: “Heer, toon mij de Vader, dat is mij genoeg.”? Ben ik er zó mee bezig mijn leven helemaal en exclusief op G-d te richten, dat dit mijn voornaamste vraag aan Jezus is? Krijgt G-d werkelijk de absoluut eerst plaats in mijn leven?
En mag Jezus mij dan zeggen: “Hoezo, je kent hem nog niet? Ik ben toch de weg, de waarheid en het leven? Als je mij daad-werkelijk volgt, kom je toch bij hem uit?”
Ik stel deze vragen niet om mezelf al te scherp kritisch te veroordelen. Nee, ik kom er vaak niet toe helemaal in dat geloof/vertrouwen te leven. Liever volg ik mijn éigen weg, mijn éigen waarheid en zal ik wel mijn eigen leven maken. Maar dan moet ik natuurlijk niet verwonderd zijn dat ik niet bij G-d uitkom. Jezus wist blijkbaar wel dat het ‘des mensen’ is … niet G-d te zijn, en dat ze misschien wel naar hem verlangen, maar er o zo moeizaam ook echt voor kiezen.
Waar we hier of daar er wel in slagen ons daad-werkelijk door hem te laten leiden, zullen we verwonderd staan over de ‘grote werken’ die G-d, doorheen óns leven, tot stand brengt!