Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Joh.13,16-20 (15/05/2025)
16 “Amen, amen, ik zeg jullie:
Een dienaar is niet groter dan zijn heer,
een gezant niet groter dan wie hem gezonden heeft.
17 Als je dit weet,
gezegend ben je als je het ook doet.
18 Ik zeg dit niet over jullie allemaal.
Ik weet wie ik heb uitgekozen,
maar het is opdat de Schrift vervuld zou worden:
‘Die aanzat aan mijn tafel,
heft zijn hiel tegen mij op.’ [Ps.41,10b]
19 Vanaf nu zeg ik het jullie voor het gebeurt,
opdat, wanneer het gebeurt,
je zou vertrouwen dat ik het ben.
20 Amen, amen, ik zeg jullie:
Als iemand verwelkomt wie ik zend,
verwelkomt hij mij;
en als iemand mij verwelkomt,
verwelkomt hij wie mij gezonden heeft.”
Het lijkt of Jezus een open deur intrapt: Natúúrlijk is een dienaar niet groter dan zijn heer, en een gezant niet groter dan wie hem gezonden heeft. Maar is het wel zo vanzelfsprekend als het lijkt? Of beter: beléven wij het ook zoals we het zogezegd wel beamen?
Als wij moeilijkheden of tegenkantingen ontmoeten in ons leven en/of in ons geloof, dan vinden wij al snel dat G-d dat eigenlijk zou moeten oplossen. Terwijl, als wij eerlijk naar het leven van Jezus kijken, die toch onze heer is, daar al dat soort problemen ook voorkomt, maar niet zomaar opgelost worden! Dus als wij het menen met dat ‘niet groter te zijn dan onze heer’, dan moeten wij het – net zoals hij – voor lief nemen dat deze zaken er bij horen!
Nee, Jezus’ G-d, en dus de onze, is geen ‘probleemoplosser’! Wél is hij de Aanwezige, de Inwonende, en op die wijze is Hij een levensbron waar wij kracht kunnen aan putten. Als wij hem verwelkomen in ons leven, zal hij mét ons onze levensmoeilijkheden aangaan, zoals hij dat met onze heer heeft gedaan.