Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Joh.13,31-33a.34-35 (18/05/2025)
31 Toen hij [Judas] was weggegaan, zei Jezus:
“Nu komt de grootheid van de mensenzoon aan het licht,
en in hem de grootheid van God.
32 Als Gods grootheid in hem aan het licht komt,
zal God ook hem in die grootheid laten delen,
en wel onmiddellijk.
33 Kinderen, nog maar een korte tijd ben ik bij jullie.
Je zult mij zoeken,
maar zoals ik al zei tegen de Joden
‘waarheen ik ga, kunnen jullie niet komen’,
zo zeg ik het nu ook tegen jullie.”
34 Ik geef jullie een nieuw gebod:
Heb elkaar daad-werkelijk lief.
Als [= zoals + omdat] ik jullie heb liefgehad,
heb ook elkaar lief.
35 Hieraan zullen allen herkennen dat je mijn leerling bent:
als je elkaar daad-werkelijk liefhebt.”
Het lijkt erop dat de evangelist Johannes, anders dan de andere drie evangelisten, een heel grootse en verheven Jezus schetst. Johannes doet dat op veel plaatsen in zijn evangelie, maar hier wel heel nadrukkelijk, zó nadrukkelijk dat het ons zelfs wat kan doen huiveren, misschien zelfs afstoten!
Maar lees even verder! Jezus beseft zelf dat wij, mensen, dat niet zomaar kunnen volgen. Daarvoor zijn wij nu nog te klein. En daarom wijst hij ons – voor nú – een weg die, bijna als contrast, verbluffend eenvoudig is: “Heb elkaar daad-werkelijk lief.”
Maar is dat wel zo’n contrast? Bestaat de grootste verhevenheid niet net in het eenvoudig dienstbaar je mede-mens daad-werkelijk lief te hebben? Voor Jezus in elk geval wel … Dus zullen zijn leerlingen dááraan te herkennen zijn – niet aan het ‘van buiten opzeggen van een leer’!