Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Lc.16,1-13 (21/09/2025)

     Jezus zei ook tegen zijn leerlingen
       [terwijl de farizeeën en schriftgeleerden meeluisterden]
       “Er was eens een rijk man die een huismeester had
       die bij hem werd aangeklaagd
       omdat hij zijn bezittingen verkwistte.
     Hij riep hem en zei:
       “Wat hoor ik daar over jou?
       Geef verantwoording van je bestuur,
       want zo kun je geen huismeester blijven.”
     De huismeester zei nu bij zichzelf:
       “Wat moet ik doen,
       nu mijn heer mij het bestuur ontneemt?
       Om te spitten heb ik niet de kracht
       en om te bedelen schaam ik me …”
     Ik weet al wat ik ga doen,
       zodat – wanneer ik ontzet ben uit het bestuur –
       ze mij toch in hun huis zullen ontvangen.”
     En hij riep elk van de schuldenaars van zijn heer bij zich
       en vroeg aan de eerste:
       “Hoeveel ben je mijn heer schuldig?”
     Die zei: “Honderd vaten olie.”
       Hij antwoordde hem nu:
       “Hier is je akte, ga zitten en schrijf vlug: vijftig.”
     Vervolgens zei hij tegen een ander:
       “En jij, hoeveel ben jij schuldig?”
       Die zei: “Honderd [grote] maten tarwe.”
       Tegen hem zei hij:
       “Hier is je akte. Schrijf: tachtig.”
     De heer prees de oneerlijke huismeester
       dat hij doordacht had gehandeld.
       Want de kinderen van deze wereld handelen doordachter
       dan de kinderen van het licht
       ten aanzien van hun tijdgenoten.”
     Ik zeg jullie:
       Maak voor jezelf vrienden
       uit de afgod van ongerechtig houvast
       [onrechtvaardige mammon = al datgene waar je onrechtmatig je vertrouwen op stelt],
       zodat ze, wanneer die verdwijnt,
       jullie verwelkomen in de eeuwige tenten.
10    Wie betrouwbaar is in het kleinste,
       is ook betrouwbaar in het grote,
       en wie ongerechtig is in het kleinste,
       is ook ongerechtig in het grote.
11    Als jullie dan niet betrouwbaar blijken
       ten aanzien van de afgod van ongerechtig houvast,
       wie zou dan het waarachtige aan jullie toevertrouwen?!
12    En als jullie niet betrouwbaar blijken
       ten aanzien van andermans goed,
       wie zou jullie dan het onze geven?!
13    Geen enkele dienaar jan twee heren dienen.
       Want ofwel zal hij de ene haten
       en de ander liefhebben,
       ofwel de ene aanhangen
       en de ander verachten.
       Je kunt niet God dienen én de afgod waar je op rekent.

We worstelen meestal wat met dit Evangelie: Prijst Jezus nu de oneerlijkheid aan? Een aandachtiger lezing laat echter zien waar het wel om gaat: Het is niet de oneerlijkheid die hij prijst. Integendeel, in het tweede deel heeft hij het heel nadrukkelijk over de betrouwbaarheid in alles! (v.10-12) Wél prijst hij het feit dat oneerlijken doordacht, doelbewust en doortastend optreden om hun doel te bereiken. En dat hoopt hij van zijn volgelingen – “de kinderen van het licht” – ook! Als ‘de kinderen van het licht’ met evenveel efficiëntie zouden hun zaak behartigen als ‘de kinderen van de duisternis’, zouden ze wellicht ook meer bereiken!
Er is nog iets belangrijks, maar minder opvallends in dit Evangelie (v.11c, 12c): De reden waarom Jezus hoopt dat Christenen in álles betrouwbaar zouden zijn, is dat hij weet dat G-d niets liever zou willen dan hen hun zijn ‘koninkrijk’ schenken. Hij staat ermee klaar! Maar zijn wíj klaar het te ontvangen?