Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Lc.11,5-13 (9/10/2025)

     En Jezus ging verder
       [nadat hij aan zijn leerlingen het gebed tot zijn Vader had geleerd]:
       “Stel, je hebt een vriend
       en midden in de nacht ga je naar hem toe
       en vraagt:
       “Vriend, leen mij drie broden,
6 want een andere vriend van mij is van een reis
       bij mij aangekomen
       en ik heb niets om hem voor te zetten.”
     Zou die dan van binnenuit antwoorden:
       “Doe mij die moeite niet aan!
       De deur is al gesloten
       en mijn kinderen en ik zijn al in bed,
       ik kan niet opstaan om ze je te geven.”?
     Ik zeg jullie:
       Zelfs al zou hij niet opstaan
       en het hem geven
       omdat het zijn vriend is,
       dan nog zou de onbeschaamdheid
       hem oproepen
       en zal hij hem geven zoveel als hij nodig heeft.
     Ik druk jullie op je hart:
       Vraag – en je zult krijgen,
       zoek – en je zult vinden,
       klop – en er zal je worden opengedaan.
10    Want iedere vragende – ontvangt,
       iedere zoekende – vindt,
       voor iedere kloppende – zal er opengedaan worden!
11    Welke vader onder jullie zal,
       als je zoon om brood vraagt,
       hem een steen geven?
       Als hij om vis vraagt,
       geef je hem toch geen slang?
12    Als hij om een ei vraagt,
       geef je hem toch geen schorpioen?
13    Als jullie dan
       – ook al zijn jullie slecht –
       goede gaven weet te geven aan jullie kinderen,
       hoeveel te meer zal de hemelse Vader
       heilige Geest geven
       aan wie hem daarom vragen?!”

Hoeveel korte notities er ook zijn over het feit dat Jezus zelf bidt, níet zo vaak geeft Jezus uitdrukkelijk wat uitleg óver het gebed. Maar hier doet hij dat dus wél. En dan blijkt het nog vooral over het vraaggebed te gaan. Jezus was er dus duidelijk niet afkerig van dat wij in ons gebed iets aan G-d zouden vragen!
Toch – ook al is dat misschien minder opvallend – staat Jezus’ ‘leer’ over het gebed ook hier niet los van het feit dat bidden niet start bij de vraag die ik opgelost wil zien, maar bij de relatie die ik met G-d heb. De beelden die Jezus gebruikt spreken in dat opzicht boekdelen: hij spreekt over vader en zoon – als hij het over óns en G-d heeft! – en ook over vrienden onderling – als beeld voor onze omgang met G-d!.
Is het niet voor alle dimensies, menselijke zowel als goddelijke, zo dat vragen worden beantwoord naargelang de sterkte van de relatie?