Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Lc.11,15-26 (10/10/2025)

14    Eens dreef Jezus een demon uit die stom was.
       Toen de demon verdreven was, kon de stomme weer spreken.
       De omstaanders verwonderden zich daarover.
15    Sommigen zeiden:
       “Het is door Beëlzebul, de heerser van de demonen,
       dat hij demonen kan uitdrijven!”
16    Anderen – om hem op de proef te stellen –
       verlangden van hem een teken uit de hemel.
17    Maar hij wist welke gedachten bij hen leefden
       en zei daarom:
       “Elk koninkrijk dat innerlijk verdeeld is,
       raakt verwoest; het ene huis valt op het andere.
18    Als nu de tegenstander [satan] zelf innerlijk verdeeld is,
       hoe kan zijn koninkrijk dan standhouden?
       Want jullie zeggen dat ik door Beëlzebul demonen uitdrijf.
19    En als ik ze door Beëlzebul uitdrijf,
       door wie drijven jullie zonen ze dan uit?
       Als jullie zo redeneren, zullen zij zelf jullie rechters zijn.
20    Maar als ik door Gods kracht de demonen uitdrijf,
       dan heeft het koninkrijk van God jullie bereikt!
21    Wanneer een sterke goed bewapend zijn domein bewaakt,
       dan is wat hem lijkt toe te behoren in vrede.
22    Maar zodra nu iemand komt die sterker is dan hij,
       overwint hij hem,
       ontneemt hem de wapenrusting waarop hij vertrouwde
       en geeft weg wat hij op hem heeft buitgemaakt.
23    Wie niet mét mij is, is tegen mij,
       en wie niet met mij bijeenbrengt, die verstrooit.

24    Telkens wanneer een nog niet gereinigde geest uit iemand weggaat,
       dwaalt hij door dorre plaatsen op zoek naar rust.
       Omdat hij die niet vindt, zegt hij:
       “Ik ga terug naar mijn huis, vanwaar ik ben weggegaan.”
25    Wanneer hij er terugkomt
       en hij vindt het schoongeveegd en [leeg, kil] ordentelijk,
26    dan trekt hij andere geesten met zich mee,
       wel zeven, nog slechter dan hijzelf.
       Eens binnen, vestigen ze zich daar.
       Zo is het voor die mens aan het eind nog erger dan van tevoren.”

Ook wij verbazen ons telkens weer als er ‘demonen verdreven worden’, zowel als dat gebeurt door Jezus in de verhalen van het Evangelie, als wanneer we het onder onze ogen vandaag zien gebeuren. En we vragen ons af hoe dat allemaal wel kan, en of er geen trucjes achter zitten – wij vertalen dat met: ze wisten toen van niet beter.
Nochtans is het voor Jezus zonneklaar, en hij gaat er van uit dat dat voor de mensen – en voor ons dus – ook zonneklaar zou moeten zijn: een sterke negatieve kracht, kan toch alleen overwonnen worden door een positieve kracht die stérker blijkt te zijn?
Zó is het ‘koninkrijk van G-d’! Telkenmale wij zien – of beter nog: zelf bewerkstelligen – dat het positieve het negatieve overwint, mogen wij wéten dat “het koninkrijk van G-d ons heeft bereikt”! Ja, dat ‘koninkrijk’ is “midden in ons” als wij die positieve krachten in ons werkzaam laten zijn, ten bate van onze medemensen, nog meest van hen die ‘bevangen zijn’ door het negatieve.