Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mc.7,1-13 (11/02/2025)

     Nu verzamelden zich de farizeeën
       en enkele schriftgeleerden die uit Jeruzalem gekomen waren,
       bij Jezus.
     Zij merkten op dat sommige van zijn leerlingen
       met onreine – dat wil zeggen: ongewassen – handen het brood aten.

     (De farizeeën en alle Joden eten immers nooit
       zonder eerst de handen te wassen
       – vasthoudend aan de traditie van de oudsten.
     Als ze bijvoorbeeld terugkomen van de markt,
       zullen ze niet eten zonder zich eerste te besprenkelen.
       Zo zijn er nog vele andere gewoontes waar ze aan vasthouden,
       zoals de onderdompeling van drinkbekers, kannen en koperen vaten.)

     Nu vroegen de farizeeën en schriftgeleerden hem:
       “Waarom handelen jouw leerlingen
       niet naar de traditie van de oudsten,
       maar eten zij het brood met onreine handen?”
     Hij antwoordde hun:
       “Hoe goed heeft Jesaja over jullie geprofeteerd, huichelaars [hypokrites, voorbij het oordeel],
       waar geschreven staat:

       Dit volk eert mij met de lippen,
       maar hun hart is ver van mij verwijderd!
     Tevergeefs vereren ze mij.
       Wat ze leren, zijn geboden van mensen. [Jes.29,13]

     Terwijl je het gebod van God loslaat,
       hou je vast aan de traditie van mensen.
9      ’t Is mooi: Je schaft het gebod van God af
       om je eigen traditie in stand te houden!
10    Want bijvoorbeeld:
       Mozes heeft gezegd:

       Eer je vader en je moeder,
       en: Wie aan zijn vader of moeder het kwade toezegt,
       moet sterven. [Ex.20,12]

11    Maar jullie zeggen:

       Als iemand tegen zijn vader of moeder zegt:
       Alles waarmee ik jullie zou kunnen helpen
       is een korban – een offergave [dus voor God bestemd, en niet voor de ouders],
12    dan hoeft hij zijn vader en moeder niet meer te helpen.

13    Zo ontkracht je Gods woord
       door jullie eigen traditie.
       En je doet veel dergelijke dingen.”

Jezus roept op om kritisch om te gaan met regels en wetten. Als deze de mens in zichzelf opsluiten, kun je ze beter achterwege laten. Mensgericht omgaan met regels en wetten begint bij het vermogen om onze verlangens, onze mentaliteit en ook onze sociale en culturele tradities te zuiveren. Het is een innerlijke omkering vanuit het hart, die ruimte geeft aan G-d om in het weefsel van het menselijk bestaan te komen wonen.
Jezus zegt dat we best revolutionair mogen ingaan tegen een wet als deze ons hindert om G-d en de mensen tot hun recht te laten komen. Het stoorde Jezus niet dat het om oude en eerbiedwaardige wetten ging.
De vraag is of wij erin slagen om te kiezen voor de liefde, ook al lopen we hiermee het risico in de ogen van ‘wetgeleerden’ onze integriteit en onze zuiverheid te verliezen. Kiezen we onvoorwaardelijk voor de goddelijke logica, met het risico dat we ‘onze handen vuil maken’ en onszelf, net als hij, compromitteren?
Zo kan onze menselijke traditie écht Traditie worden en het samen-leven van binnenuit omvormen tot Léven voor iedereen.