Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt.5,13-16 (10/06/2025)

13    “Jullie zijn het zout van de aarde.
       Maar als het zout verdwaasd raakt,
       waarmee kan het dan weer zout worden?
       Voor niets heeft het nog kracht,
       alleen om weggeworpen te worden
       en door de mensen vertrapt.”
14    Jullie zijn het licht van de wereld.
       Een stad kan niet verborgen zijn
       als ze boven op een berg ligt.
15    Men steekt ook geen lamp aan
       om ze onder een emmer te zetten,
       maar men zet haar op een kandelaar
       zodat ze schijnt voor alle mensen in huis.
16    Zo moet ook jullie licht stralen voor de mensen,
       opdat ze bij jullie de goede werken zien
       en jullie Vader in de hemelen grootmaken.”

De Bergrede (waaruit dit stukje Evangelie komt) kan je lezen als een oproep (‘vooruit, op weg’), of als een utopie (‘gelukkig wie nederig van hart zijn’).
De lezing van vandaag begint met een onvoorstelbare uitspraak: “Jullie zijn het zout der aarde, jullie zijn het licht van de wereld”. Wanneer je nu weet dat de rabbijnen de Thora het zout der aarde en een licht in de duisternis noemden, dan maakt Jezus hier, in de Bergrede, een onvoorstelbare omkering: De verworpenen, de nederigen van hart, zij zijn de nieuwe Thora. Zij zijn het zout en het licht! Zij geven de richting aan voor het koninkrijk, samen met de houding die anderen tegenover hen aannemen.
Door die laatste toevoeging wordt de Bergrede plots een gedragscode voor iedereen. Ze vraagt een radicale ommekeer waarbij men zich laat bevragen door de kwetsbaarheid van de ander, door de rafelranders. Ze houdt een spiegel voor om los te komen van vastgeroeste gedragsregels en om in beweging te komen.