Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt.14,1-12 (2/08/2025)

     In die tijd hoorde de viervorst Herodes het gerucht over Jezus
     en hij zei tegen zijn vertrouwelingen:
       “Dat is Johannes de doper die is opgestaan uit de doden!
       Daardoor werken die krachten in hem.”
     Want Herodes had Johannes gegrepen
       en hem gebonden in de gevangenis,
       omwille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus.
     Johannes had hem immers gezegd:
       “Het is je niet geoorloofd haar te huwen.”
      Hij had hem willen doden,
       maar hij vreesde de menigte
       omdat zij hem als een profeet beschouwden.
6      Toen Herodes echter een verjaardagsfeest gaf,
       danste de dochter van Herodias in hun midden.
       Zij behaagde Herodes zozeer
7       dat hij met een eed beloofde haar te geven wat ze vroeg.
     Zij zei, eerder al opgestookt door haar moeder:
       “Geef mij, hier op een schotel,
       het hoofd van Johannes de doper.”
     De koning werd bedroefd,
       maar vanwege de eed en de tafelgenoten,
       beval hij dat het haar zou worden gegeven.
10    En hij zond iemand
       om Johannes in de gevangenis te onthoofden.
11    Men bracht zijn hoofd op een schotel
       en gaf het aan het meisje
       en zij bracht het naar haar moeder.
12    Zijn leerlingen kwamen,
       namen het lichaam mee en begroeven het.
       Daarna gingen ze het Jezus melden.

Bij het lezen van dit Evangelie voel ik van bij ’t begin, hoe lastig Herodes het heeft met heel deze situatie. Ik voel de innerlijke strijd die in hem woedt.
Maar wat zou er in mij zou gebeuren als ik dit Evangelie een aantal keer zou herlezen, telkens vanuit een ander perspectief: alsof ik in de schoenen sta van Herodias, of de feestvierders, of vanuit de schoenen van de dochter van Herodias, of de leerlingen, ... Ik doe het, en telkens laat ik, in alle openheid, het hele gebeuren op me afkomen. Stilaan begin ik te begrijpen wat elk van hen drijft, zonder hen als mens te veroordelen, en mag ik ontdekken waarom elk van hen doet en zegt wat er te lezen staat.
En dan denk ik: Hoe zou mijn dag eruitzien als ik vandaag op deze manier zou leven? Telkens ik iemand tegenkom, wil ik mezelf laten uitdagen en ont-dekken hoe de ander in het leven staat. Ik wil op zoek gaan naar datgene van waaruit deze mens handelt en spreekt.
Zou mij dat niet een pak milder maken naar de ander toe en ook naar mezelf?