Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt.18,21 – 19,1 (14/08/2025)

21    Petrus kwam naar Jezus en vroeg:
       “Heer, hoe vaak mag iemand tegen mij zondigen
       om hem nog te vergeven?
       Tot zeven maal?” [volgens de Thora: drie of vier maal]
22    Jezus antwoordde hem:
       “Niet tot zeven maal, zeg ik je,
       maar tot zeventig maal zeven maal!”
23    Zo is het koningschap van de hemelen te vergelijken
       met een koning die vereffening wilde vragen van zijn dienaren.
24    Toen hij begon werd iemand bij hem gebracht
       die hem tienduizend talenten schuldig was. [= 10.000 x 6.000 daglonen]
25    Omdat hij niets had om te betalen,
       beval de heer dat hij, met zijn vrouw, kinderen en al wat hij had,
       verkocht zouden worden.
26    Nu viel de dienaar voor hem op zijn knieën en smeekte:
       “Wees grootmoedig met mij en ik zal je alles betalen.”
27    De heer werd ten diepste bewogen,
       liet de dienaar vrij
       en schold hem het geleende kwijt.
28    Maar toen die dienaar naar buiten ging,
       kwam hij een mede-dienaar tegen die hem honderd denariën schuldig was. [= 100 daglonen]
       Hij greep hem bij de keel:
       “Betaal wat je me schuldig bent!”
29    De mede-dienaar viel hem aan de voeten en smeekte:
       “Wees grootmoedig met mij en ik zal je alles betalen.”
30    Maar hij weigerde.
       Integendeel, hij wierp hem in de gevangenis
       totdat hij het verschuldigde betaald zou hebben.
31    Andere mede-dienaars zagen dit gebeuren
       en waren zo diep geschokt
       dat ze het gebeuren aan hun heer gingen melden.
32    Toen riep de heer hem bij zich en zei hem:
       “Inrotte dienaar,
       heel die schuld heb ik jou kwijtgescholden
       omdat je mij dat gesmeekt hebt.
33    Moest je je dan ook niet ontfermen over die mede-dienaar,
       zoals ik me ontfermd heb over jou?”
34    En vertoornd leverde de heer hem over aan de folteraars
       totdat hij het hele verschuldigde betaald zou hebben.
35    Zo zal ook mijn hemelse Vader met jullie doen
       als je niet van harte je mede-mens vergeeft.”
     Toen Jezus deze woorden had beëindigd,
       vertrok hij uit Galilea
       en kwam in het gebied van Judea
       aan de overkant van de Jordaan.

Hoe vaak moeten we vergeving schenken? Tot zevenmaal? Petrus lijkt te vragen naar de limiet van vergeving. Het antwoord van Jezus gaat echter een heel andere kant op. ‘Niet tot zeven maal toe’. Jezus roept ons op om veel vaker te vergeven dan waartoe we als mensen uit onszelf maximaal bereid zijn. Vergeven heeft niet met tellen te maken Vergeven heeft te maken met de goddelijke logica. Het heeft te maken met het lef om toe te geven dat het alleen niet kan, en dan in al onze onmacht – als vergeven weer meer eens dreigt te mislukken – Jezus aan te kijken en in zijn ogen zoveel mildheid en trouw, zoveel liefde en kracht te zien, en te beseffen dat we in verbondenheid met hem net als hij mogen beschikken over een eindeloze bron aan vergevingsgezindheid. Maar zolang we blijven kijken naar de ander die tegen ons gezondigd heeft, kunnen we niet kijken naar Jezus en dus ook niet aangeraakt worden door zijn barmhartigheid en genade voor onszelf en voor iedereen.
Vergeven is: Je verbinden met Jezus zodat je de ander kunt loslaten.