Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt.25,14-30 (30/08/2025)
14 Want het is zoals met een man die naar het buitenland ging.
Hij riep zijn dienaren en vertrouwde hen zijn bezit toe.
15 Aan de één gaf hij vijf talenten [5x 6000 daglonen],
een ander twee en nog een ander één,
elk naar zijn eigen mogelijkheden.
Daarna vertrok hij.
16 Meteen ging degene die vijf talenten gekregen had eropuit
om er handel mee te drijven en hij verdiende er vijf bij.
17 Zo ook degene die er twee ontvangen had:
hij verdiende er twee bij.
18 Maar degene die het ene gekregen had,
ging ergens ver weg, groef een gat in de grond
en verborg zo het geld van zijn heer.
19 Een hele tijd later kwam nu de heer van die dienaars terug
en hield afrekening met hen.
20 Die de vijf talenten gekregen had,
kwam bij hem en gaf hem ook de vijf andere:
“Heer, vijf talenten heb je mij toevertrouwd,
zie, vijf talenten heb ik erbij verdiend.”
21 Zijn heer zei hem:
“Uitstekend, goede en trouwe dienaar,
over het weinige was je trouw, over veel zal ik je aanstellen.
Verblijf in de vreugde van je heer!”
22 Ook die de twee talenten gekregen had
kwam bij hen en zei:
“Heer, twee talenten heb je mij toevertrouwd,
zie, twee talenten heb ik erbij verdiend.”
23 Zijn heer zei hem:
“Uitstekend, goede en trouwe dienaar,
over het weinige was je trouw, over veel zal ik je aanstellen.
Verblijf in de vreugde van je heer!”
24 Nu kwam ook die het ene talent gekregen had bij hem en zei:
“Heer, ik wist dat je een hard mens bent,
die oogst wat je niet hebt gezaaid
en verzamelt wat je niet hebt uitgestrooid.
25 Ik was bang
en heb je talent ergens ver weg verborgen in de grond.
Zie, hier heb je je bezit.
26 Zijn heer antwoordde hem echter:
“Slechte en angstig aarzelende dienaar,
je meende te weten dat ik oogst wat ik niet heb gezaaid
en verzamel wat ik niet heb uitgestrooid?
27 Je had dus mijn geld bij de bank moeten geven,
zodat ik het terugkreeg met rente.
28 Neem dus dat talent van hem af,
en geef het aan wie er tien heeft,
29 want aan wie heeft, zal gegeven worden
– hij zal overvloed hebben –
en van al wie niet heeft,
zal zelfs wat hij heeft weggenomen worden.
30 En werp die nutteloze dienaar eruit,
in de buitenste duisternis,
daar zal geween zijn en tandengeknars.
We kennen de oproep in dit verhaal om onze talenten ten volle te benutten. Dat moeten we inderdaad gewoon doen. Laat ons hier maar even iets verder kijken.
Een niet onbelangrijk detail is dat elk van die dienaren talenten krijgt, en wel “elk naar zijn eigen mogelijkheden”! Hoe vaak denken wij niet dat we nog iets te kort hebben vooraleer we aan de slag kunnen? Is dat geen uitvlucht om er níet aan te beginnen? En als talenten gekrégen zijn, is het dan niet nog maar normaal ze ook te gebruiken. Hoe zou het zijn als ik een geschenkje krijg en dat niet uitpak, maar gewoon laat staan?
Een ander betekenisvol detail is dat de reactie van de ‘heer’ op de eerste en de tweede precies hetzelfde is: “Uitstekend, goede en trouwe dienaar.” De hoeveelheid talenten en winst doen er dus helemaal niet toe, wel de inzet, en die inzet is mijn gehele zelf.
Wat maakt dan wel het verschil met die derde? De angst. De eerste twee lieten zich leiden door hun vertrouwen en hun dankbaarheid; de derde liet zich leiden door zijn angst. Beide spreken over hun verhouding tot hun heer.
Wat is mijn verhouding tot de Heer, en waar voert dit mij als ik mij daardoor laat leiden?