Mt.8,5-11 (1/12/2025)
5 Toen Jezus binnenging in Kafarnaüm,
kwam er een centurio [honderdman, Romeinse legeroverste] smekend naar hem:
6 “Heer, mijn jongen [kan zijn zoon zijn, of een dierbare knecht]
ligt thuis verlamd en lijdt vreselijke pijn.”
7 Jezus zei hem:
“Ik zal hem komen genezen.”
8 Maar de centurio antwoordde hem:
“Heer, ik ben te klein dat je in mijn huis zou komen,
maar spreek slechts één woord
en mijn jongen zal gezond worden.
9 Want ook ik ben een mens aan wie volmacht werd gegeven.
Ik heb soldaten onder mij
en als ik tot de ene zeg ‘ga’, dan gaat hij,
en tot de ander ‘kom’, dan komt hij,
of tegen mijn dienstknecht ‘doe dit’, dan doet hij dat.”
10 Toen Jezus dit hoorde, verwonderde hij zich
en zei tegen wie hem volgden:
“Amen, ik zeg jullie:
Zelfs in Israël heb ik niet zo’n groot geloof/vertrouwen gevonden!
11 Daarom zeg ik jullie
dat velen van oost tot west zullen komen
en met Abraham, Isaak en Jakob
deel zullen hebben aan het koningschap van de hemelen.
“Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek en ik zal gezond worden.” Dit zinnetje spreken we met z’n allen uit net voor de Communie in een Eucharistie. Veel mensen hebben er last mee, omdat het ons zo klein lijkt te maken. Dat ‘niet-waardige’ blijft in onze oren en ons gemoed hangen. Als we dat zinnetje echter in z’n context zien, dan wordt het toch wel anders. Die context krijgen we hier vandaag in het Evangelie te lezen!
De centurio wordt niet minder centurio omdat hij erkent dat hij maar klein is! Integendeel, het is omdát hij zijn positie in alle eerlijkheid durft te bekijken – en zich dus niet groter maakt dan hij is – dat hij in diepte inziet hoe Jezus tussen zijn Vader en de mensen staat! En vanuit die ‘juiste positie’ durft hij in alle vrijmoedigheid Jezus te vragen – én Jezus komt!
Zou dit niet de ‘advent-houding’ zijn – die wij nog te zoeken hebben – dat wij onze ‘juiste positie’ zouden durven zien – en die is bijna altijd kleiner dan we over onszelf denken? Dan pas kan er werkelijk plaats zijn voor Jezus’ komst. En hij zál komen … ook in mijn niet-waardig huis …

