Mt.9,27-31 (5/12/2025)
27 Toen Jezus van daar vertrok
[van het huis van de overste van de synagoge van Kafarnaum],
volgden twee blinden hem.
Ze schreeuwden: “Ontferm je over ons, zoon van David!”
28 Thuis gekomen, kwamen de blinden bij hem
en Jezus vroeg hen:
“Vertrouwen jullie dat ik de geestkracht heb dit te doen?”
Ze antwoordden: “Ja, Heer!”
29 Toen raakte hij hun ogen aan en zei:
“Het gebeure naar jullie vertrouwen.”
30 En hun ogen werden geopend.
Jezus beval hen streng:
“Let op dat niemand het te weten komt!”
31 Maar eens buiten
maakten ze hem in de hele omgeving bekend.
Vertrouwen in G-d kan bevrijdende werken – of sterker nog: het wérkt bevrijdend!
Zonder dat ze ook maar iets zien, volgen de twee blinden Jezus. Ze schreeuwen hem toe, maar nergens in het verhaal blijkt dat Jezus meteen op hun roepen reageert. Hij lijkt eerst thuis te moeten komen. Pas thuisgekomen kan hij mensen bij hem binnenlaten. M.a.w. de blinden zullen geduld moeten hebben tot het zover is. Ze kunnen alleen maar hun verlangen uitschreeuwen, en in hun duisternis Jezus blijven volgen totdat hij thuis is.
Dán pas stelt hij hun de vraag wat ze verlangen. Het is niet hun tempo dat gevolgd wordt; Jezus neemt het initiatief tot bevrijding en bepaalt dus het ritme. Wanneer ze dicht genoeg bij hem zijn gekomen, horen ze zijn vraag. Geen rechtstreekse vraag naar genezing, maar een vraag of zij vertrouwen hebben in zijn geestkracht. Zonder enige aarzeling zeggen zij JA!
Wat een volharding, wat een vertrouwen! Daar kan ik alleen maar van leren.
En dan geldt ook voor mij de belofte: “het gebeure naar jullie vertrouwen.” Daar mag ik op vertrouwen!

