Mt.9,35 – 10,1.5-8 (6/12/2025)
35 Jezus trok rond langs alle steden en dorpen.
Hij gaf onderricht in hun plaatsen van samenkomst [synagoge]
en verkondigde het bevrijdende nieuws van het koninkrijk
en hij heelde elke ziekte en elke zwakte onder het volk.
36 Toen hij de menigte echter overzag,
werd hij diep innerlijk bewogen om hen,
omdat ze opgejaagd en krachteloos waren,
als schapen zonder herder.
37 Hij zei tegen zijn leerlingen:
“De oogst is wel overvloedig,
maar arbeiders zijn er weinig.
38 Vraag daarom aan de heer van de oogst
dat hij arbeiders uitstuurt in zijn oogst.”
1 En hij riep zijn twaalf leerlingen bij zich
en gaf hen volmacht
over nog niet gereinigde geesten,
zodat ze die aan het licht konden brengen
en elke ziekte en zwakte helen.
5 Deze twaalf zond Jezus uit
en droeg hen op:
“Ga niet de weg van de heidenen,
ga niet binnen in een stad van de Samaritanen,
6 maar ga veeleer naar de verloren schapen
van het huis van Israël.
7 Ga en verkondig:
Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
8 Heel de verzwakten, reinig de melaatsen,
wek de doden op, verdrijf de demonen.
Voor niets heb je ontvangen,
voor niets moet je geven.
Waar bevinden wij ons in dit evangelieverhaal? De kans is groot dat dit voor elk van ons verschillend zal zijn.
Misschien voelen wij ons soms het meest thuis temidden van de opgejaagde en terneergeslagen menigte, overweldigd en vol verlangen, uitziend naar ‘goede’ leiding die rechtvaardig het land, onze gemeenschap, leidt. Als dat het geval is, verzekert dit Evangelie ons dat G-d onze worstelingen ziet en ons in mededogen nabij komt. Hij komt ons nabij via de mensen die hij als arbeiders in ons leven zendt.
Op andere momenten voelen we misschien dat we geroepen worden om tot die arbeiders te behoren, die de oogst in worden gestuurd om anderen in hun moeilijkheden bij te staan en hen te helpen genezen. Zo ja, dan biedt het Evangelie ons de geruststelling dat G-d ons niet alleen roept, maar ons ook toerust voor de missie die hij ons toevertrouwt.
Waar we ons ook bevinden – in de menigte, bij de zieken, of bij de arbeiders – één ding is zeker: we mogen hier en nu mededogen ontvangen en/of geven; G-d is ons altijd liefdevol nabij!

