Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Psalmen4

Psalm van de maand: juni

Psalm 86 

Mijn gebed tot Jou, mijn God:
Neig je oor naar mij,
antwoord mij,
ellendig ben ik in nood.

Bewaar mijn wezen, mijn God,
want ik ben jou toegewijd.
Verlos dan je dienaar;
ik vertrouw op Jou.

Wees mij genadig, mijn God,
tot Jou roep ik de hele dag.
Wek op de ziel van je dienaar;
ik verlang naar Jou.

Want Jij bent goed, mijn God,
altijd bereid tot vergeven
en groot in liefde en trouw
voor al wie tot Jou roept.

Hoor dan mijn gebed, mijn God,
geef gehoor aan mijn roep om erbarmen.
Op de dag van mijn benauwenis
roep ik tot Jou - Jij antwoordt.

Onder de goden geen als Jij, mijn God,
onder de werken geen als de jouwe.
Alle volken buigen en eren jouw Naam,
want groot ben Jij, enige God.

Leer mij jouw weg, mijn God,
en ik zal wandelen in jouw waarheid.
Verenig mijn hart
tot eer van jouw Naam.

Jou dank ik met heel mijn hart, mijn God,
eer jouw naam tot altijd.
Want groot is jouw liefde voor mij;
Jij lost mijn leven uit de diepste diepten.

Trotsen staan op tegen mij, mijn God,
een bende geweldplegers zoeken mijn leven.
zij stellen Jou niet voor ogen
- laat hen verbleken.

Maar Jij, mijn God,
bent geduldig en trouw,
barmhartig en genadig,
groot in liefde en trouw!

Wend dan jouw Genade naar mij, mijn God,
geef jouw bevrijdende kracht aan je dienaar.
Merk mij met een teken van jouw goedheid,
zodat allen zien dat Jij mij helpt en bemoedigt.

 

Gezongen door zuster Godeliph (St.-Trudoabdij) en Elke Poppe (pastorale eenheid Sint-Trudo-Assebroek), met citerbegeleiding

Psalm 86 – aanzet

Op het eerste zicht komt onze Psalm over als een klaag/vraaggebed van een individuele bidder in nood. Zo wordt de Psalm ook meestal geclassificeerd. En daar zijn uiteraard goede redenen voor. Op verschillende plaatsen is daar expliciet iets van te lezen (v.1d, 2c, 5b, 6b, 7a, 13b, 14, 16b). Het lijkt dus wel de ‘leidtoon’ in de Psalm.
Maar bij mij kwam het toch wat anders over. Het begint ermee dat al dat ‘klagen’ eigenlijk vrij vaag blijft. Behalve in v.14 is het onderwerp van de klacht nogal algemeen, en v.14 komt dan al rijkelijk laat in de Psalm om als startpunt van de Psalm te fungeren.
Tegelijkertijd is er iets anders wat vrij letterlijk als leidtoon door de hele Psalm klinkt: “Groot ben Jij in liefde en trouw” – v.5c, 10, 13a, 15d!
Vandaar dat voor mij de Psalm niet zozeer overkomt als een klacht, maar als een gebed van innigheid doorheen alle omstandigheden. Ook in mijn kleine gevoel van vandaag, met mijn vragen en benauwenissen, wéét ik dat Jij mij liefhebt en daarin eindeloos trouw blijft. Wat in v.1 nog als vraag klinkt (“antwoord mij”), is in v.7 een stelligheid geworden (“Jij antwoordt”)!
Dat wordt bv. ook nog bevestigd in v.11, dat gebed om/van er-enig-ing.
In veel gevallen lopen wij met een ‘dubbel hart’ rond. We zijn verdeeld, in onszelf en in onze gerichtheid op G-d. De psalmbidder (hier expliciet, maar eigenlijk in alle Psalmen) wil juist zijn leven, en alles wat daarin gebeurt, samenbrengen in G-d (cf. Ook: “Leer mij jouw weg, God, en ik zal wandelen in jouw waarheid.” V.11) Die poging – of misschien juister: dat verlangen – van de psalmbidder staat in schril contrast met wat in v.14 dan genoemd wordt: “Zij stellen Jou niet voor ogen.” Heel letterlijk staat er: Ze plaatsen Jou niet voor zichzelf. Nee inderdaad, ze plaatsen zichzelf op de eerste plaats, en dat is nu net wat de psalmist ánders doet, of verlangt te doen.
Dat wordt ook duidelijk aan de kleine aanroeping “mijn God” bij de aanhef van elke strofe. (Toegegeven: In de vertaling is dat ietsje geaccentueerd in vergelijking met het origineel. In ‘werkelijkheid’ staat het er ‘maar’ 7 keer.)

Niet zozeer een klaagpsalm dus, maar een gebed van innig vertrouwen en een poging/verlangen om altijd “te wandelen (= leven) in dat vertrouwen” (v.11b nogmaals; het woord dat hier vertaald is met ‘waarheid’ zou even goed vertaald kunnen worden met ‘vertrouwen/trouw’ – G-ds trouw dus!)
De Psalm geeft dus een levenshouding weer, niet alleen maar een eenmalige opwelling of één specifieke gebeurtenis. Het is de houding van de dienaar (v.16b) t.o.v. zijn ‘Heer’ (“mijn God”), niet als een slaafse onderdanigheid, maar als een trouwe en heel-hartige toewijding (v.2b). Het is dus ook de levenshouding van ver-enig-ing met G-d, zodat het leven van de bidder tot teken van G-d wordt voor zijn omgeving (laatste strofe).
Vandaar dat deze Psalm ook wel genoemd wordt als één van de dienaar-van-de-Heer-Psalmen. Je zou de Psalm inderdaad ook eens helemaal kunnen lezen vanuit het oogpunt
van die zeer typische en belangrijke oud-testamentische figuur van ‘de lijdende dienaar van de Heer’. Die figuur wordt vooral expliciet beschreven bij de profeet Jesaja, maar het loopt doorheen de hele Bijbel, ja tot en met Jezus toe!
En dan komt natuurlijk al helemaal de vraag naar mij toe: “Wandel ik in diezelfde waarheid”? Ver-enig ik mijn hart in die grote liefde en trouw van de Heer? Als het mijn verlangen is (is het dat?) dat mijn leven een teken van G-d mag zijn in deze wereld, mag G-d mij dan merken (= inbranden!) met zijn liefde en trouw voor mij? Dan mag ik in alle – álle – omstandigheden van mijn leven hem roepen. Hij antwoordt altijd, want hij ver-enig-t zich met mijn hart!