Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Psalmen4

Psalm van de maand: juli

Psalm 96 

Zing de Heer een nieuw lied,
zing de Heer, heel de aarde!
Zing de Heer, zegen zijn Naam.
Verkondig de dag: “Hij is ons heil!”

Vertel aan de naties zijn glorie,
aan alle volken zijn wondere daden.
Ja, groot is de Heer, hoog te loven,
meer te duchten dan alle goden.

Nutteloos, die nietswaardige afgoden,
maar de Heer: Hij schiep het heel-al.
Glans en glorie in zijn nabijheid,
in zijn woning kracht en schoonheid!

Erken de Heer, alle volken,
erken de Heer, zijn glorie en kracht.
Erken de Heer, de eer van zijn Naam.
Treed in zijn voorhof.

Buig voor Hem neer in tooi van ontzag;
huiver voor zijn Aangezicht, heel de aarde.
Zeg tot de volken: “De Heer is koning!”
Vast staat de wereld, nooit zal zij wankelen.

Laat de hemel jubelen, de aarde juichen,
de zee bulderen van vreugde;
laat feesten het veld en al wat daar leeft,
de bomen van het woud vieren mee,

Voor de Heer die nabij komt.
Ja, hij komt als rechter der aarde;
in gerechtigheid zal hij de wereld besturen,
de volken oordelen naar zijn trouw.

 

Psalm 96 - aanzet

Psalm 96 bezingt de grootsheid, de glans en glorie van G-d. De dichter is er vól van: alle mensen moeten weten wie G-d is, hoe goed hij is, en dat hij al onze liefde en al ons vertrouwen waard is. Er wordt daarbij ook gezegd dat alles wat wij mensen bedenken over eender welke god, dat dat helemaal niets is in vergelijking met wat G-d in werkelijkheid is. Alle menselijke goden … het zijn afgoden, ‘nutteloze, nietswaardige afgoden’ staat er. Zij verbleken als de Schepper van hemel en aarde kómt.
En toch vraag ik me af, waarom zou ik anno 2025 een nieuw lied zingen? En moet dan ook nog heel mijn omgeving, ja zelfs heel de aarde daarin meegaan? Hier in ons deeltje van de wereld, wil men van G-d écht niet meer weten. Ze hebben hem totaal afgeschreven. En waarom zou de aarde meezingen? Deze zucht aan alle kanten onder verschrikkelijke oorlogen, onder ingrijpende klimaatveranderingen. Daarbij zijn er op die aarde talloze mensen op de vlucht, simpelweg om te overleven. Aardbevingen en orkanen trekken over de wereld. Bosbranden vernietigen grote stukken land en huizen, enorme regenbuien veroorzaken overstromingen. En dan al die ziektes nog …
En toch blijft onze Psalm roepen: ‘Vast staat de wereld, zij wankelt niet.’
Deskundigen zeggen vandaag heel andere dingen. Als wij mensen onze levensstijl niet snel veranderen, wankelt die wel en laten we een onbewoonbare wereld achter voor onze kinderen en kleinkinderen. Waarom dan zou ik zingen?
En toch laat de Psalm zich niet het zwijgen opleggen! En ja, ook de psalmist schreef dit lied niet in de meest rooskleurige tijden. Ook toen was er ellende en twijfelde zijn medemensen aan G-d en toch schrijft hij … Mensen, zing! Zing voor de Heer!
Waar haalt hij het lef vandaan om dat te doen? Waar haalt hij het lef vandaan om te geloven dat deze wereld die ten dode opgeschreven lijkt, ooit een plaatje zal worden en ondertussen reeds bezig is om dat te worden?
Het is duidelijk geen lied over de realiteit waarin hij leefde, maar eentje dat gericht is op de toekomst. Onze Psalmist zingt niet over het hier en nu waarin hij leeft, maar over G-d die komen zal en dán zal alles anders worden. Hij is ervan overtuigd dat ‘Hij eraan komt’ en dat ‘Hij de wereld zal besturen in gerechtigheid’. En ja dat zou fantastisch zijn: een rechtvaardige wereld waar niet de dood heerst! Daar kan niemand iets tegen hebben, daar kan je alleen maar naar uitkijken. Hij ‘weet’ het vanuit verhalen van weleer. Hij ‘weet’ het omdat hij gelooft en vertrouwt in G-d die komen zal. Daarom zingt hij vol overgave, vol overtuiging, over het feestgedruis en de vreugde die G-ds komst zal teweegbrengen voor heel de schepping!
Het gebeurt dat ik spontaan de neiging krijg om mee te zingen, wanneer ik ’s ochtends vroeg op pad ben, wanneer ik door de velden ga en zon en hemel gadesla … dan klopt het helemaal. Maar ook en eigenlijk nog veel meer, wanneer ik de kinderen in Syrië, op de puinhoop van hun land, vol vertrouwen hun lied van hoop hoor zingen. Of bij de rafelrandmensen, of wanneer er door vluchtelingen gezongen wordt in een verwoeste kerk in Irak, of bij bejaarden die ik opstandig zie worden in een rusthuis … Het zijn al deze mensen, zij zetten mij ertoe aan om dit nieuwe lied met hen te blijven mee-zingen. Een lied van G-d die komt en ‘oordelen zal naar zijn trouw’. Met hen wil ik zingen te midden van de dagelijkse realiteit – die vaak hard en wreed is. Ik wil naar hun realiteit kijken, en dan, net als onze Psalmist, door dood en duisternis heen al zingend Licht zien, toekomst en leven. Licht zien en dat nieuwe lied voelen opborrelen, in de ellende, doorheen het puin van het leven.
Daarom vind ik de vertaling van Oosterhuis (zie verderop) een mooie aanvulling. De twee vertalingen vallen ín mij tezamen. Samen zorgen ze ervoor dat ik dat nieuwe lied zál blijven zingen, omdat het voor mij op de eerste plaats oplicht te midden van de harde realiteit. De beide hertalingen samen zorgen ervoor dat ik kijkende naar de werkelijkheid, met gezonde twijfels toch zing en blijf vertrouwen dat G-d zal komen, er al is, en dit zonder vrees voor zijn oordeel, want wie kan er nu iets op tegen hebben dat een wereld in gerechtigheid bestuurd wordt.
Hier wordt ons iets fantastisch in het vooruitzicht gesteld, G-d zien. Het allermooiste, diepste, rijkste, grootste dat je je voor kunt stellen. Ja, dan kan ik niet anders dan zingen.

Vertaling van H. Oosterhuis

Zingen, heel de aarde,
een nieuw lied?

Schreeuwen, vloeken,
het oude lied van oorlog
martelen, hakken onthoofden:
de schreeuw van de kleinste god.
Machteloos strompelt hij
tussen de lijken van de namelozen
weeklagend

Zingen, heel de aarde,
een nieuw lied?

Ooit in vergeten tijden
was hij machtig, onwankelbaar tronend,
schiep juichende zonnen en zeeën:
zes dagen van grote God.
Nu strompelt een zwarte vlek
tussen de graven van de namelozen
weeklagend:

Zingen, heel de aarde
een nieuw lied!