Mt.15,29-37 (3/12/2025)

29    Jezus vertrok van daar [de kuststrook ten noordwesten van Galilea]
       en kwam bij het meer van Galilea
      [volgens het Marcus-evangelie bij Dekapolis, ten zuidoosten van het meer, dat niet Joods was].
       Hij trok de berg op
       en ging daar zitten [om te onderrichten].
30    Er kwamen heel veel mensen naar hem toe,
       die ook lammen, blinden, doofstommen, verminkten
       en vele anderen met zich mee brachten
       en aan Jezus’ voeten neerlegden.
       En hij heelde hen.
31    Al die mensen zagen vol verwondering
       dat doofstommen spraken, verminkten gezond werden,
       lammen liepen en blinden zagen,
       en zij verheerlijkten de God van Israël.
32    Maar Jezus riep zijn leerlingen bij zich:
       “Die mensen beroeren mij tot in mijn binnenste,
       want ze zijn al drie dagen bij mij
       en hebben niets te eten.
       Ik wil hen niet zonder eten wegsturen,
       anders bezwijken ze onderweg.”
33    Zijn leerlingen zeiden:
       “Vanwaar halen wij in dit afgelegen gebied
       zoveel broden
       om zoveel mensen voldoende te voeden?”
34    Jezus vroeg hun: “Hoeveel broden heb je?”
       Ze zeiden: “Zeven, en enkele visjes.”
35    Hij gebood de mensen op de grond te gaan zitten.
36    Hij nam de zeven broden en de vissen
       en na gedankt te hebben [eucharistein],
       brak hij ze
       en gaf ze aan zijn leerlingen,
       die ze uitdeelden aan de mensen.
37    Allen aten en werden volop gevoed.
       En toen ze de overblijvende stukken ophaalden,
       waren er zeven manden vol.

Jezus gaat naar Dekapolis. Hij wacht niet tot niet-Joden naar hem toekomen; hij gaat zelf naar hen toe. Hij zoekt hen op waar ze leven en merkt hun verlangen naar bevrijding op. Dat verlangen raakt hem … sterker nog, het beroert hem tot in zijn binnenste.
Raakt het verlangen van mensen ons? Stappen wij naar hen toe met onze prachtige, bevrijdende boodschap? Zien en voelen wij hoe onder hen mensen zijn die verlangen naar bevrijding?
Jezus onderricht hen, niet alleen met woorden maar vooral met daden. Nadien zendt hij hen niet weg, maar hoopt dat ze verder gevoed zullen worden ook al zijn de leerlingen ervan overtuigd dat het voedsel dat zij kunnen aanreiken te mager is, niet voldoende voor deze groep mensen.
En wij? Hoe gaan wij om met mensen die verlangen om christen te worden? Wat gebeurt er na hun doopsel? Durven wij hen vol vertrouwen aanbieden wat we hebben, ook al lijkt dat in onze ogen maar heel mager of onvoldoende? Durven wij erop vertrouwen dat wat we hebben voldoende is, en dat G-d er verder wel mee aan het werk zal gaan? Hoe groot is ons vertrouwen?

Het onderweghuis

logo
  Het Onderweghuis
  Grote Baan 121
  2235 Hulshout
  BE47 9796 4400 0280