Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Joh.17,11b-19 (1/06/2022)

Heilige Vader,
hen die Jij mij gegeven hebt,
bewaar hen in Jouw naam,
opdat zij één zouden zijn zoals wij.
Zolang ik bij hen was,
be-waarde ik hen in Jouw naam:
ik heb gewaakt over wie Je mij gaf
en niemand van hen is verloren gegaan,
behalve de zoon van de verlorenheid
– opdat de Schrift vervuld moest worden.
Maar nu kom ik naar Jou
en spreek ik deze dingen uit in de wereld
opdat zij mijn vreugde vervuld mogen ontvangen in zich.
Ik heb hen Jouw woord gegeven.
De wereld is hen gaan haten
omdat zij niet van de wereld zijn,
zoals ik niet van de wereld ben.
Ik bid niet dat Je hen zou opheffen uit de wereld,
maar dat Je hen be-waar-t uit het kwade.
Zij zijn niet van de wereld,
zoals ik niet van de wereld ben.
Heilig hen in Jouw waarheid.
Jouw woord is waarheid.
Zoals Jij mij de wereld hebt ingezonden,
zo heb ik ook hen de wereld ingezonden.
En omwille van hen
heilig ik mijzelf,
opdat ook zij geheiligd zouden zijn
in de waarheid.

Al biddend laat Jezus voelen wat ‘betrokken leven op elkaar’ wil zeggen, nl. De ander mag je raken. Wat er met de ander gebeurt doet er toe voor jou. Je wil dat het goed gaat met die ander. Je ziet hen graag, wil hen bewaren en bidt ze alle heil toe.
Voor Jezus is het glashelder: G-d heeft hem mensen toevertrouwd. Hij zal er niet één verloren laten gaan. Zijn betrokkenheid reikt verder dan een daad-werkelijke (=fysieke) nabijheid. Hij bidt voor zijn leerlingen zodat zij – en wij – een biddende gedragenheid mogen ervaren. Hij weet immers dat het lastig zal worden om net als hij toegewijd te leven. Het is een levenswijze die de wereld niet uit zichzelf aan kan (toen niet en nu nog niet). Het kan pas als wij naar hem kijken. Hij heeft zich met heel zijn ‘wezen’ verbonden aan G-d. Zij waren één en zo werd hij een toegewijde G-dsmens.
Nu is het aan ons om net als hij Verbonden te Léven, geroepen tot eenheid.

Joh.15,1-8 (2/5/2021)

Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijngaardenier. Elke rank die in mij geen vrucht draagt, haalt hij weg, en elke die wel vrucht draagt, snoeit/zuivert hij opdat ze meer vrucht zou dragen.
Jullie zijn al gesnoeid/gezuiverd door het woord dat ik tegen jullie gesproken heb.
Verblijf in mij – zoals ik in jullie. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf als hij niet verblijft in de wijnstok, zo ook jullie niet als je niet verblijft in mij.
Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Wie in mij verblijft – zoals ik in hem, die draagt veel vrucht. Want zonder mij kunnen jullie niets.
Als iemand niet verblijft in mij, is hij buitengeworpen, zoals de rank, en verdord. Men verzamelt ze om in het vuur te gooien en te worden verbrand.
Als jullie in mij verblijven en mijn woorden in jullie verblijven, vraag dan wat je wil en het zal je gebeuren. Hierin toont zich de grootheid van mijn Vader: dat jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen worden.

Jezelf ontplooien, tonen wat je in je mars hebt, alles onder controle houden, … het zijn stuk voor stuk thema’s die in onze huidige maatschappij heel veel aandacht krijgen. Als tegenstem mag hier het beeld van de wijnstok met zijn ranken klinken. Jezus biedt zich aan als relatie, als wijnstok om ons op te enten, ons mee te verbinden. “Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken.” Hij is de stam, de kern of de levensader die stroomt en leven geeft.
Het beeld vertelt mijns inziens iets over ons diepste wezen, nl. dat wij niet toebehoren aan onszelf, maar dat ons diepste zijn ‘toebehoren’ is. Dit beeld illustreert dat wij in wezen ‘van een Ander’ zijn. Willen we als rank leven, dan zullen wij ons moeten laten volstromen met levensadem, met leven dat gegeven wordt.
Zó leven, verbonden met of geënt op die wijnstok, doorbreekt de eenzaamheid waaraan wij (zeker op dit moment) lijden en het zal veel vrucht dragen. Tenminste als we het aandurven om ons te laten volstromen.

Joh.15,9-11 (19/05/2022)

Zoals de Vader mij daad-werkelijk heeft liefgehad, zo heb ik ook jullie daad-werkelijk liefgehad.
Verblijf in mijn liefde. Als je mijn Wijzingen be-waart [= behouden door waar te maken], zul je in mijn liefde verblijven, zoals ik ook de Wijzingen van mijn Vader heb be-waard en in zijn liefde verblijf.
Ik heb deze dingen tegen jullie gezegd opdat mijn vreugde in jullie zou verblijven en jullie vreugde vol zou worden!

Heb je je nooit afgevraagd waarom wij in deze commentaren steeds spreken over ‘daad-werkelijke liefde’? Die dubbele term is de vertaling van het ene Griekse woord agapè, een woord dat in het Nieuwe Testament heel vaak voorkomt en er een cruciale rol speelt. De liefde zoals Jezus die propageert, heeft niets van doen met een romantisch liefdesgevoel, een ‘emo-kwestie’ of een verliefde ‘vlam’. Liefde is voor Jezus: zó verworteld zijn in de Bron van Leven, dat je ervoor durft kiezen levengevend naar je even-mens toe te gaan en daad-werkelijk (dus je feitelijk inzettend) die ander meer leven te geven, niet vanuit jezelf maar vanuit je Bron.
En zo ‘be-waren’ wij G-ds Wijzing. Nog zo’n Bijbels woord. ‘Bewaren’ kun je door iets in een weckpot te steken, goed opgepropt en safe, steriel – doods dus! Of ‘be-waren’ kun je door iets waar te maken: dat wat je zelf hebt ontvangen, ook echt beleven en op die manier doorgeven. Wellicht zal dat ‘beleven’ in een iets andere vorm gebeuren dan zoals je het ontving, omdat tijden en gebruiken nu eenmaal verschuiven, maar het is enkel in de durf van die transformatie dat het levend wordt doorgegeven.
Zo gaat het met de Liefde, zo gaat het met het Geloof, zo gaat het met het Léven … Gaat het zo met míjn leven?

 

Joh.15,9-11 (6/5/2021)

Zoals de Vader mij daad-werkelijk heeft liefgehad, zo heb ik ook jullie daad-werkelijk liefgehad. Verblijf in mijn liefde. Als je mijn Wijzingen be-waar-t [= behouden door waar te maken], zul je in mijn liefde verblijven, zoals ik ook de Wijzingen van mijn Vader heb be-waar-d en in zijn liefde verblijf.
Ik heb deze dingen tegen jullie gezegd opdat mijn vreugde in jullie zou verblijven en jullie vreugde vol zou worden!

Wat hier aan de orde is, is niet iets oppervlakkig. Het gaat over geluk dat voortvloeit uit de vreugde omdat je ‘op de juiste plaats’ bent – in de juiste relatie met G-d, met de anderen. Het gaat over je bemind weten door G-d.
Die goddelijke liefde, 'Agapè', is van een andere orde dan onze menselijke liefde. Het is Liefde die gééft, zonder ook maar iets terug te verwachten. Liefde die niet zichzelf zoekt maar de ander. In dat soort liefde zijn wij mensen niet zo goed. Maar het is juist die Liefde die Jezus ons aanbiedt: ‘zichzelf, heel zijn leven’. Hij wil ons daad-werkelijk liefhebben en wij mogen wonen in die Liefde, erin verblijven. Verblijven zodat het een thuisplaats wordt, een plaats om tot rust te komen, een plaats waar je gekend bent, bemind en geliefd wordt.
En wij, wij worden uitgenodigd om ons te laten omarmen door die Liefde en ons erdoor te laten bewegen. Net zoals een danser gedanst wordt door de muziek, zo mag de Liefde ons bewegen. Die liefde zal ons doen bewegen naar de ander en ons verbinden vanuit een intense liefdevolle verbondenheid met de Vader.

 

Joh.3,13-17 (14/09/2022)

Nooit is iemand opgeklommen naar de hemel als hij niet uit de hemel is neergedaald. Zo is de mensenzoon in de hemel.”
“Zoals Mozes in de woestijn de slang heeft omhoog geheven, zo moet de mensenzoon omhoog worden geheven [op het kruis], opdat al wie vertrouwende ín hem is, niet verloren gaat, maar het volle leven heeft.
Want zó lief heeft God de wereld, dat hij zijn eniggeboren zoon heeft gegeven, opdat al wie vertrouwende ín hem is, niet verloren gaat, maar het volle leven heeft. Want God heeft zijn zoon niet in de wereld gezonden om die wereld te vonnissen, maar opdat ze door hem zou worden bevrijd.

Johannes, de theoloog onder de evangelisten, maakt, als hij iets over de rol van Jezus als Gods Zoon wil vertellen, een vergelijking met een gebeurtenis uit het Oude Testament. (Num.21,4-9) Het volk had ‘de vleespotten van Egypte’ moeten achterlaten en trok nu door de woestijn. Het werd moe en morrig, en beklaagde zich bij Mozes en bij G-d dat ze beter gebleven waren in dat land van verdrukking. (Hoe universeel menselijk toch, dat ‘verhaal’!) Om hen te leren leven-IN-vertrouwen, laat G-d Mozes een bronzen slang maken en op een paal zetten, zichtbaar voor iedereen, en iedereen die er zijn ogen op vestigde – iedereen die zijn vertrouwen zocht in G-d – werd gered.
Zó is dus ook het teken van het kruis voor elke Christen. Wij zijn onderweg, in een land dat dor is en van G-d verlaten lijkt. Hoe dichtbij is de verleiding ‘terug te keren naar vroeger’! Maar opkijkend naar het kruis, worden wij eraan her-innerd dat G-ds Liefde en trouw voor de mens ‘staat als een paal’ en dat wij dus mogen vertrouwen. IN dat vertrouwen zal G-d de toekomst maken: het volle Léven!

Joh. 15,9-17 (14/05/2020)

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: 'Zoals de Vader mij heeft liefgehad zo heb ook ik u liefgehad.
Blijft in mijn liefde. Als gij mijn geboden onderhoudt zult gij in mijn liefde blijven, gelijk ik,
die de geboden van mijn Vader heb onderhouden in zijn liefde blijf. Dit zeg ik u opdat mijn vreugde in u moge zijn
en uw vreugde volkomen moge worden. Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt zoals ik u heb liefgehad.
Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.
Gij zijt mijn vrienden als gij doet wat ik u gebied. Ik noem u geen dienaars meer want de dienaar weet niet wat zijn heer doet,
maar u heb ik vrienden genoemd want ik heb u alles meegedeeld wat ik van de Vader heb gehoord.
Niet gij hebt mij uitgekozen maar ik u, en ik heb u de taak gegeven op tocht te gaan en vruchten voort te brengen
die blijvend mogen zijn. Dan zal de Vader u geven al wat gij hem in mijn naam vraagt. Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt.'

Opnieuw hebben we het voor, twee dagen na elkaar hetzelfde evangelie (alleen beginnen we vandaag enkele verzen vroeger dan morgen).
14 mei is ook het feest van de apostel Mattias dus willen we graag kort iets vertellen over deze man. Hieronder dus een iets langere commentaar die voor twee dagen geldt.
Over de apostel Mattias is maar weinig geweten. Hij is een toeschouwer op de achtergrond, één van de 72 die Jezus 2 aan 2 voor zich uitgezonden heeft.
Hij volgt, kijkt en luistert van op afstand. Zonder Judas zou hij een onbekende gebleven zijn. Maar nu Judas van het toneel verdwenen is wil Petrus dat een ander zijn plaats inneemt.
Een ongewoon moeilijke taak krijgt deze plaatsvervanger. Hij zal de leegte moeten opvullen die veroorzaakt werd door de ontrouw, het verraad van een ander.
Het lot valt op Mattias (=Gods geschenk). Net als de andere apostelen gaat hij vervuld van de heilige Geest op weg om te verkondigen over Jezus’ Liefde en trouw.

En die Liefde vormt ook de grondtoon van het Evangelie. Liefde van de Vader voor de Zoon en Liefde van de Zoon voor ieder van ons.
Met daarbij de uitdrukkelijke uitnodiging om te blijven, te zijn, te vertoeven, te wonen in die Liefde. Misschien is dat wel de grootste uitdaging,
het uithouden in die Liefde, tijd nemen om te zijn, om verbonden te blijven met Jezus’ leven. Tijd nemen om zijn doen en laten te leren kennen, zijn hartslag, zijn passie.
Jezelf compleet te laten overdonderen door zijn Liefde. Dat is het vertrekpunt om, wonend in die Liefde, de ander lief hebben, je leven te geven.
Daarbij ook weet hebbend van het feit dat het initiatief hiervoor niet bij jou ligt maar van elders komt. Hij is het die jou graag ziet
en jou op weg zet om net als hij liefdevol te leven. Het is hij die jou met al jouw kwetsuren en onhebbelijkheden graag ziet en zegt:
Ik zie je graag zoals je bent, doe jij ook zo met je naaste. Hij nodigt jou uit tot een liefdes-relatie, tot verbondenheid en vraagt:
“Leer mij kennen ,meer en meer, en je zal ervaren dat ik jou graag zie. Zo zal je leven verbonden met mij en leven geven, jouw leven.”