Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Lc.4,14-22a (11/01/2024)
14 In de kracht [dynamiek] van de geest
keerde Jezus terug [van zijn verblijf in de woestijn] naar Galilea.
Dat nieuws verspreidde zich door de hele streek.
15 Hij gaf onderricht in hun huizen van samenkomst [synagoge]
en hij werd door allen geroemd.
16 Ook kwam hij in Nazaret, waar hij was opgegroeid.
Zoals hij gewoon was,
ging hij op de dag van de sabbat binnen in het huis van samenkomst.
Hij stond op om voor te lezen
17 en men gaf hem een boekrol van de profeet Jesaja.
Hij opende de boekrol en vond de plaats waar geschreven staat:
18 De geest van de Heer is over mij gekomen – hij heeft mij gezalfd,
om de bevrijdende boodschap te verkondigen
aan wie zich arm weten.
Hij heeft mij gezonden
om wie gebroken is te genezen,
om wie gevangen zit vrijlating te melden,
om wie blind is het zicht terug te geven,
om wie verdrukt wordt te bevrijden;
19 om af te kondigen
een genadejaar van de Heer. [Jes.61,1-2]
20 Hij rolde het boek dicht,
gaf het terug aan de dienaar
en ging zitten.
De ogen van allen in het huis van samenkomst
waren aandachtig op hem gericht.
21 Hij begon nu tegen hen te spreken:
“Vandaag
is voor jullie oren
dit Schriftwoord in vervulling gegaan!”
22 Allen vielen hem bij en verwonderden zich
over de woorden van genade die uit zijn mond kwamen.
Heel bewust leest Jezus hier een profetische tekst voor. We zijn geneigd om te denken dat profetieën over de toekomst gaan, of dat het wereldvreemde dromen zijn. Ze worden helaas ook vaak zo gebruikt. Maar het is Bijbelser om te zeggen dat een profetie niet zozeer vooruitkijkt, maar wel in de diepte. In de diepte peilt ze naar wat al aan het veranderen en verschuiven is – ook al is dat meestal ongemerkt. Een profeet profeteert over zijn eigen tijd. Vandaar dat nadrukkelijke ‘vandaag’ waarmee Jezus deze woorden gezag verleent.
Zo daagt hij zijn toehoorders (en ons) uit om de boodschap aan te nemen als een waarheid die het leven hier en nu reeds van binnenuit verandert. Het woord dat hij spreekt zal ‘vandaag’ in vervulling gaan. Het is het ‘vandaag’ van alle tijden en van elke dag.
De vraag is of ik zal zien waar het genadejaar van de Heer ‘vandaag’ reeds doorbreekt, of ik het zal zien: die kleine Go(e)heid, dat zorgzame gebaar, die aandacht voor het kwetsbare, … waardoor het ‘vandaag’ weerklinkt?
Lc.5,12-16 (12/01/2024)
12 Dit gebeurde toen hij in één van de steden [van Galilea] was:
Kijk! Er was daar een man vol melaatsheid.
Toen hij Jezus zag,
viel hij voor hem neer en smeekte:
“Als jij het wil,
ben je in de kracht mij te reinigen!”
13 Jezus strekte zijn hand uit en raakte hem aan:
“Ik wil: word gereinigd!”,
en onmiddellijk verdween zijn melaatsheid.
14 Hij gebood hem
het nog aan niemand te zeggen,
maar zich te laten zien aan de priester
en het reinigingsoffer te brengen [in de tempel in Jeruzalem!],
zoals Mozes het geboden had [Lev.13-14],
als getuigenis voor hen.
15 Maar eens te meer ging het gerucht over hem rond
en velen kwamen samen om hem te horen
en om door hem te worden geheeld
van hun ziekten.
16 Hij echter trok zich telkens terug op eenzame plaatsen
om te bidden.
Het is mooi hoe deze gekwetste man vol vertrouwen zijn lot in Jezus’ handen legt. Het is niet zijn wil die primeert, neen, de vraag wordt aan Jezus gesteld: “Als jij het wil.” En Jezus trekt het genezingsproces verder open.
Mensen heel maken, hen uit hun isolement halen, is immers een proces van ‘samen’. Je hebt er elkaar voor nodig. Hier is het een samenwerking tussen de uitgeslotene (hij stelt de vraag, smeekt), Jezus (hij wil dat de man rein wordt) en de priesters (zij zorgen voor de officiële kant van de zaak). Door deze samenwerking is het voor de man opnieuw mogelijk om aan het leven deel te nemen, mens te mogen zijn tussen de mensen.
Wonderen gebeuren dus niet door een solo-optreden. Wonderen gebeuren: Als je het geloof van Jezus deelt. Als je samen met hem gelooft dat het anders kan en dat geen enkele situatie een noodlot is, onveranderlijk of hopeloos. Mensen helen ís mogelijk. Wonderen gebeuren … maar nooit alleen!
Lc.5,27-32 (17/02/2024)
27 Hierna ging hij weg
en zag een tollenaar, Levi genaamd, zitten bij het tolhuis.
Hij zei tegen hem:
“Volg mij.”
28 Hij stond op,
liet alles achter
en volgde hem.
29 Levi liet voor hem in zijn huis een groot feestmaal bereiden
en een groot aantal tollenaars en anderen
lagen mee met hem aan tafel.
30 De farizeeën en hun schriftgeleerden
zeiden morrend tegen Jezus’ leerlingen:
“Waarom eten en drinken jullie met tollenaars en zondaars?”
31 Jezus antwoordde hun:
“Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken.
32 Niet om rechtvaardigen te roepen, ben ik gekomen, maar zondaars.”
Wat doet dit roepingsverhaal hier aan het begin van de Vastentijd? Je zou het natuurlijk kunnen toespitsen op die laatste zinnen, waarin het ook wel over het bekerings-aspect van de Vasten gaat. Maar m.i. is er meer aan de hand.
Is de Vasten ook niet de tijd om ons opnieuw bewust te worden van de roeping die wij elk in ons leven hebben?! Is elk van ons niet op zijn eigen plek en wijze geroepen om Jezus te volgen? Of wij daar altijd even eenvoudig en onmiddellijk ‘ja’ op zeggen, zoals Levi hier, is een vraag die in de Vasten wel mag klinken!
En laat het dan een troost en vooral een bemoediging zijn dat Jezus zich in zijn roepingswerk niet laat hinderen door gebrekkige antwoorden van onze kant …
Luister dus, en durf te antwoorden: “Zie, hier ben ik!”
Lc.11,29-32 (21/02/2024)
29 Toen er steeds meer mensen
zich rondom hem bijeen drongen,
zei Jezus:
“Deze generatie is een verdwaasde generatie.
Ze verlangt een teken,
maar er zal haar geen ander teken gegeven worden
dan het teken van Jona, de profeet.
30 Zoals Jona een teken was voor de bewoners van Nineve,
zo zal ook de mensenzoon dat zijn voor deze generatie.
31 Bij het oordeel zal de koningin van het zuiden opstaan
samen met deze generatie
en zij zal haar veroordelen.
Want zij kwam van de uiteinden van aarde
om de wijsheid van [koning] Salomo te horen.
Kijk dan toch! Hier is méér dan Salomo!
32 Bij het oordeel zullen de bewoners van Nineve opstaan
samen met deze generatie
en zij zullen haar veroordelen.
Want zij hebben zich bekeerd
door de prediking van Jona.
Kijk dan toch! Hier is méér dan Jona!”
Jezus gebruikt weer stevige taal: “Deze generatie is verdwaasd.” Ze verlangen iets dat reeds aanwezig is, maar ze blijken het niet te zien. Het doet hem verdriet dat hun ogen naar van alles en nog wat turen, maar wat er écht toe doet, dat zien ze niet. Kijk dan toch!
Het enige teken dat Jezus wil geven, vergelijkt hij met twee Bijbelse figuren: Jona en Salomo.
De profeet Jona liet zich meetrekken in een ver-reikend proces van loslaten, anders kijken en je overgeven. De Ninevieten hebben het gezien! Heb dus ook het lef om je te laten omvormen zoals zij.
Koning Salomo liet G-ds onderscheidende wijsheid toe. De koningin van het zuiden liet zich erdoor overtuigen. Laat jou dan ook overrompelen door de wij(d)sheid en de diepte van G-d en geef je eraan over, net zoals zij.
Het is in onze tijd niet anders. Het zíen van waarachtige Godsgezanten vergt nog altijd enig onderscheidingsvermogen en het niet-zien zal maar verdwijnen, als wij – in ons – plaats maken voor Góds wijsheid. Dán kan het gebeuren dat je plots, totaal onverwachts tekens ontwaart van een diepere werkelijkheid, een goddelijke tegenwoordigheid.
Lc.6,36-38 (26/02/2024)
36 Word mede-lijdend
zoals ook jullie Vader mede-lijdend is.
37 Oordeel niet
en je zult niet geoordeeld worden.
Veroordeel niet
en je zult niet veroordeeld worden.
Spreek vrij
en je zult vrijgesproken worden.
38 Geef
en er zal je gegeven worden.
Een goeie maat zullen ze je in de schoot werpen,
geschud, aangestampt en overlopend.
Want met de maat waarmee jullie meten,
zul je ook gemeten worden.”
Worden als G-d: het lijkt me geen evidente opdracht. En toch … Zijn wij, mensen, niet geschapen naar zijn beeld? Het is dus niet onmogelijk – als we tenminste in de stroom van G-ds mede-lijdende liefde durven te gaan staan. Daar in die stroom kunnen we zien en ervaren hoe hij telkens weer bekommerd is om zijn mensen. Wat er met hen/met ons gebeurt, raakt hem ten diepste zodat hij telkens weer mee-lijdt met zijn mensen.
Wanneer wij nu in die stroom gaan staan, wordt het ook voor ons mogelijk om G-d-achtig te leven (te worden als G-d). Daar in die goddelijke stroom van liefde is er immers geen behoefte om je met anderen te vergelijken. Ieder mens wordt er graag gezien zoals hij is. Je krijgt er de ruimte om in alle vrijheid te spreken zonder te oordelen of te veroordelen.
Probeer het maar uit: Laat de stroom van mede-lijden door je heen stromen. Het doet je Léven en Léven geven naar zijn maat, een overvolle, aangestampte maat van erbarmen. Het is die maat die G-d ons onvoorwaardelijk aanbiedt.
Lc.16,19-31 (29/02/2024)
19 Er was eens een rijk man.
Hij ging gekleed in purper en fijn linnen
en hield elke dag een schitterend feestmaal.
20 En er was ook een arme, die Lazarus heette,
die – bedekt met zweren – neergelegd was aan zijn poort,
21 in de hoop zijn buik te kunnen vullen
met de kruimels die van de tafel van de rijke vielen.
Maar alleen de honden kwamen
om zijn zweren af te likken.
22 Nu gebeurde het dat de arme stierf
en door de engelen weggedragen werd
naar de schoot van Abraham.
En ook de rijke stierf en werd begraven.
23 Terwijl hij kwellingen onderging in het schimmenrijk [hades/sjeool],
sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham,
met Lazarus in zijn schoot.
24 Hij riep: “Vader Abraham, ontferm je over mij,
en stuur Lazarus,
dat hij de top van zijn vinger in water doopt
en mijn tong komt verkoelen,
want ik lijd pijn in deze vlam!”
25 Abraham antwoordde echter:
“Kind, herinner je je
hoe je in jouw leven je goede dingen hebt aangenomen
en Lazarus evenzo de kwade?
Nu wordt hij hier getroost en lijd jij pijn.
26 En bij dit alles gaapt tussen ons en jullie een grote kloof,
zodat wie zou willen overstappen van hier naar jullie
dat niet kan,
en ook niet van jullie naar ons.”
27 Nu zei hij: “Dan vraag ik je, vader,
dat je hem stuurt naar het huis van mijn vader
28 – want ik heb nog vijf broers –
om daar een getuigenis af te leggen,
zodat zij niet ook in deze plaats van kwelling terecht komen.”
29 Abraham antwoordde hem:
“Ze hebben Mozes en de profeten,
laat ze naar hen luisteren!”
30 Maar hij zei: “Ach nee, vader Abraham …
maar als iemand uit de doden naar hen gaat,
zullen ze zich wel bekeren!”
31 Nu besloot Abraham:
“Als zij zelfs niet luisteren naar Mozes en de profeten,
zullen ze zich ook niet laten overtuigen
door iemand die uit de doden opstaat.”
Aan de scherpe tegenstellingen en de praktische onuitvoerbaarheden, kun je zien dat Jezus hier een verhaal vertelt. Breek dus je hoofd niet over ‘hoe zit dat nu precies?’.
De ‘verhalen van Jezus’ zijn echter niet zomaar een fait-divers, iets wat je even leest ter ontspanning en dan weer naast je neer legt. Nee, de verhalen van Jezus zijn ‘waar’! Ze raken kern-elementen van het leven aan – ze raken óns aan en roepen op er iets mee te doen.
Wij krijgen een kans die de rijke ook wel kreeg, maar niet genomen heeft. Hij zag het te laat, omdat hij het niet wilde zien toen hij kon. Zal ik de kans laten passeren?
Na zekere tijd blijkt er geen overbrugging meer mogelijk. Wie nu niet leert zien, zal het ‘later’ ook niet leren. Wie het altijd maar voor zich uitschuift – ‘ja, morgen’ – verspeelt uiteindelijk zijn kans.
Wat valt er dan wél te doen?
Nú de hand reiken naar degene die naar jou zijn hand uitsteekt …!