Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt.8,23-27 (28/06/2022)

Jezus stapte in de boot en zijn leerlingen volgden hem.
Kijk! Er stak een hevige storm op over het meer zodat de boot overspoeld werd door de golven. Hij echter sliep.
Zijn leerlingen gingen hem wakker maken: “Heer, red ons, wij vergaan!”
Hij zei tegen hen: “Waarom ben je zo bang, klein-vertrouwenden?” Hij stond op en bestrafte de wind en de zee en er werd een grote stilte geboren.
De mensen verwonderden zich: “Wat voor iemand is hij toch, dat zelfs de wind en de zee hem gehoorzamen?”

Mij fascineert die ‘grote stilte die geboren wordt’ – waarmee de tekst toch wat accurater vertaald wordt dan het gewoonlijke ‘het werd helemaal stil’. Natuurlijk volgt er op een storm een stilte. Dat is nog maar logisch, dus het moet hier over meer gaan.
Ik denk dat het ook gaat over een stilte die geboren wordt in de leerlingen! De storm van de angst woede in hen, de storm van het klein-vertrouwen. Dat levert heel wat onrust op – ga het maar na bij jezelf. Jezus dan in je nabijheid weten – zelfs als hij lijkt te liggen slapen – wekt een stilte in jezelf op.
Hoe kon Jezus overigens daar liggen slapen, midden die storm? Zou het niet geweest zijn omdat die ‘grote stilte’ ín hem was?! En zou het niet diezelfde innerlijke stilte geweest zijn die hem de uiterlijke storm van de leerlingen kon doen bedaren?!
Dáár wordt de grote stilte geboren: waar wij met wat dan ook van ons leven naar Jezus toe gaan en aansluiting zoeken bij die Grote Stilte in hem. Vandaag krijgen wij daar wééral de kans toe …

 

Mt.4,12-23 (22/01/2023)

Toen Jezus hoorde dat Johannes was overgeleverd, week hij uit naar Galilea. Hij verliet Nazaret en kwam wonen in Kafarnaüm aan het meer, in het gebied van Zebulon en Naftali, opdat vervuld zou worden wat door de profeet Jesaja werd gesproken:
Land van Zebulon en Naftali, aan de weg naar het meer en aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de [niet-Joodse] volken: Het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en voor wie wonen in de schaduw van de dood is een licht opgegaan. [Jes.8,23 – 9,1]
Van toen af begon Jezus te verkondigen: “Keer om/ver-ander, want het koningschap der hemelen is dichtbij gekomen.”
Rondwandelend langs het meer van Galilea, zag Jezus twee broers: Simon, die Petrus werd genoemd, en zijn broer Andreas. Ze waren hun netten aan het uitwerpen in het meer – ze waren namelijk vissers. “Kom, mij achterna, riep Jezus hen, en ik zal jullie vissers van mensen maken.” Onmiddellijk lieten zij hun netten los en volgden hem.
Verder gaande zag hij twee andere broers: Jakobus, de zoon van Zebedeus, en zijn broer Johannes. Ze waren met hun vader Zebedeus in de boot de netten aan het herstellen, en hij riep hen. Onmiddellijk lieten zij de boot en hun vader los en volgden hem.
Jezus trok rond in heel Galilea. Hij gaf onderricht in hun plaatsen van samenkomst [synagoge] en verkondigde het bevrijdende nieuws van het koningschap, en hij genas elke ziekte en elke zwakte onder het volk.

Leraar Matteüs (zie ons commentaar over de Bergrede) situeert Jezus klaar en duidelijk in de lijn van ‘de Schrift’ (wat wij het ‘Oude Testament’ noemen) en nog specifieker daarbinnen: in de lijn van de profeten. Jezus komt om te vervullen wat van oudsher is beloofd.
En toch is hij maar een schakel, een scharnier in de totaliteit van de wereld. Zijn eigen levenstijd in deze wereld was beperkt terwijl de mensentijd doorliep. Anderen dus zullen die ‘vervulling van de belofte’ verder moeten waar maken. Daarvoor riep hij zijn leerlingen.
Maar ook die zijn weer beperkt in de tijd. Dus moeten er nieuwe leerlingen komen. Je raadt het al: zonder jóu is er geen vervulling van de belofte in déze, onze tijd!
Die éérste leerlingen waren vissers, dus zei Jezus dat ze “mensen zouden vissen”. Jij bent misschien opvoeder, leraar, kloosterzuster, chauffeur, gepensioneerd, … (vul zelf concreet in) Hoe klinkt Jezus’ oproep dan aan jou?

Mt.1,(1-16).18-23 (08/09/2021) – Feest van de Geboorte van Maria

De geboorte van Jezus de gezalfde [Christos-Messiah] verliep zo:
Zijn moeder, Maria, was verloofd met Jozef. Voor zij echter gingen samen leven, werd zij zwanger bevonden uit heilige geest. Haar man Jozef, die integer was, wilde haar niet openlijk te schande maken en dacht erover haar in het geheim weg te sturen.
Kijk! Terwijl hij deze dingen overdacht, verscheen een boodschapper [engel] van de Heer in een droom aan hem: “Jozef, zoon van David, wees niet bang Maria, je vrouw, bij jou te nemen, want wat in haar is verwekt is uit heilige geest. Ze zal een zoon baren en je moet hem de naam Jezus [de Heer is redding] geven, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.”
Dit alles is gebeurd opdat vervuld zou worden wat vanwege de Heer door de profeet is gezegd: Zie, de jonge vrouw zal zwanger worden en een zoon baren en ze zullen hem noemen: Immanuël [Jes.7,14], wat betekent: God met ons.

Verjaardagsfeestje vandaag! Maar hoe Maria’s geboorte vieren als daar natuurlijk niets over vermeld is in de Evangelies? Of zou er meer in staan dan we denken?
Het voorziene Evangelie verhaalt over heel menselijke gebeurtenissen: twee jonge mensen die gaan trouwen (met de vreugde en de aarzelingen die dat meebrengt) en over zwanger zijn en een kindje geboren laten worden.
Tegelijk verhaalt het over iets G-ddelijks dat daar tussendoor loopt, merkbaar aan z’n gevolgen, maar niet altijd makkelijk aanwijsbaar: alles gebeurt blijkbaar ‘in G-ds goede Geest’.
Maria laat zich meenemen door beide. Ze schakelt zich in in het grote menselijke gebeuren van het leven – en wordt zo levengevend. Ze schakelt zich in in het G-ddelijk gebeuren en zo wordt dat gegeven leven vruchtbaar voor tallozen.
Misschien worden wij pas écht ‘geboren’ als wij het leven – G-ds leven – laten ‘gebeuren’ in ons, als wij ons laten inschakelen in het grote verhaal van G-d met zijn mensen, als wij het leven dat wij elke dag ontvangen ook elke dag doorgeven en vruchtbaar laten zijn voor velen?!

Mt.6,1-6.16-18 (5/03/2025)

     Hoed je ervoor
       je integriteit [gerechtigheid] niet te doen voor de mensen,
       zodat je zou gezien zijn door hen.
       Want dan vind je geen vergoeding bij je Vader in de hemel.
     Wanneer je dus [een daad van] tederheid doet,
       bazuin dat dan niet voor je uit
       zoals de huichelaars [hypocritai, voorbij het oordeel] doen
       in de plaatsen van samenkomst [synagoge] en op straat
       om door de mensen geëerd te worden.
       Zeker, ik zeg jullie: Ze hebben hun loon al!
     Maar als jij [een daad van] tederheid doet,
       moet je linkerhand niet weten wat je rechter doet,
     zodat je [daad van] tederheid in het verborgene blijft.
       En je Vader die in het verborgene ziet, zal je vergoeden.
     En wanneer je bidt,
       wees dan niet zoals de huichelaars.
       Zij houden ervan te staan bidden in de plaatsen van samenkomst en op de hoeken van de straten
       om zich te tonen aan de mensen.
       Zeker, ik zeg jullie: Ze hebben hun loon al!
     Maar als jij bidt,
       ga dan in je binnenkamer,
       sluit de deur en bid tot je Vader die in het verborgene is.
       En je Vader die in het verborgene ziet, zal je vergoeden.

16    En wanneer je vast,
       zet dan geen somber gezicht, zoals de huichelaars.
       Zij maken hun gezicht ontoonbaar
       om de mensen te tonen dat ze vasten.
       Zeker, ik zeg jullie: Ze hebben hun loon al!
17    Maar als jij vast,
       zalf dan je hoofd en was je gezicht
18    om je niet als vastende te tonen aan de mensen,
       maar aan je Vader in het verborgene.
       En je Vader die in het verborgene ziet, zal je vergoeden.

We krijgen opnieuw 40 dagen tijd om ons leven weer wat beter te ordenen naar G-d toe. Dát is waar ‘vasten’ eigenlijk over gaat. Het is geen ‘gezondheidsprogramma’, want dat zou ons alweer op onszelf richten ipv naar de a/Ander. En de drie handreikingen die we daarvoor meekrijgen, zijn niet moeilijk te begrijpen – ze ook doen blijkt in ons leven wel nog wat anders te liggen.
Het letterlijke vasten gaat over het leren leven vanuit het genoeg. Nu leven wij meestal met een teveel! Dat spreekt erover dat wij bang zijn tekort te zullen komen – en dus dat wij geen vertrouwen hebben “dat G-d er wel zal in voorzien”. Vasten is leren leven in de ‘woestijn’ en váststellen dat dit Lévengevend is!
Bidden heb je in allerlei uiterlijke variaties, maar in de kern komen ze neer op – of zouden ze moeten neerkomen op: Verbind ik mij in de binnenkamer van mijn hart met G-d? Beantwoord ik zijn Liefde voor mij met mijn wederliefde voor hem? Geef ik mij aan hem, zoals hij zich geeft aan mij? Leef ik vanuit die innigheid?
“Tederheid doen” zegt vandaag meer dan “aalmoezen geven”, wat te klein en te betuttelend kan klinken. Nooit kan het vasten van een Christen alleen aan de binnenkant blijven. Liefde die een Bron is, stroomt over naar de mede-mens en laat zich dus daad-werkelijk zien in concreet beleefde liefde.
Grijp ik dit jaar de kans van deze vastentijd?

Mt.9,9-13 (11/06/2023)

9     Jezus ging van daar verder
       en zag een zekere Matteüs bij het tolhuis zitten.
       “Volg mij,” zei hij tegen hem,
       en hij stond op en volgde Jezus.
10    Jezus ging in op zijn uitnodiging voor een afscheidsmaal.
       En kijk: Veel tollenaars en zondaars kwamen ook
       en lagen mee aan tafel met Jezus en zijn leerlingen.
11    Toen de Farizeeën dit zagen,
       insinueerden ze tegen zijn leerlingen:
       “Waarom eet die meester van jullie
       met tollenaars en zondaars?”
12    Maar Jezus had dit gehoord en antwoordde:
       “Niet de gezonden hebben een dokter nodig,
       maar de zieken.
13    Ga, en onderzoek wat dit wil zeggen.
       Mededogen wens ik, geen holle offers.
       Niet om de rechtvaardigen te roepen,
       ben ik gekomen,
       maar de zondaars.”

Wij “gaan” al een tijdje doorheen de mensengeschiedenis en door ons eigen leven. Hebben wij ook al “onderzocht wat het wil zeggen: Mededogen wens ik, geen holle offers. Niet om de rechtvaardigen te roepen, ben ik gekomen, maar de zondaars”? Ik vrees dat, als we eerlijk zijn, de conclusie is dat we er nog niet zo ver mee gekomen zijn.
Met het mededogen misschien nog wel ergens, omdat we het vervolg van de zin vooral interpreteren als ‘voor anderen’. Dat Jezus er voor de ‘sukkelaars en zondaars’ wil zijn, vinden we wel mooi en misschien proberen we dat zelf ook een beetje. Maar dat die ‘sukkelaars en zondaars’ ook mezelf omvatten … ho maar! 
Nochtans, wie zich werkelijk door Jezus wil laten vinden, zal moeten ontdekken hij/zijzelf ook zo’n ‘sukkelaar en zondaar’ is. Hoe zouden wij kunnen ervaren dat G-d Liefde is en Barmhartigheid, als wij hem daarvoor de ‘plek in ons’ ontzeggen, door ons te pantseren als ongenaakbaar, en onszelf ervan te overtuigen dat het nog zo is ook …?

 

Mt.11,20-24 (12/07/2022)

Toen begon hij de steden waarin de meeste van zijn krachtsdaden gebeurd waren, te verwijten dat zij zich niet hadden toegekeerd:
“Wee, Chorazin, wee, Betsaïda [dorpen van de eerste verkondiging, maar die haar niet ontvingen], want als in [de iconisch goddeloze steden] Tyrus en Sidon de krachtsdaden zouden zijn gebeurd die bij jullie zijn gebeurd, dan zouden zij al lang – in zak en as gezeten – zich bekeerd hebben. Voor hen zal het bij het oordeel draaglijker zijn dan voor jullie.
En jij, Kafarnaüm, zul jij tot de hemel verheven worden [omdat ik er vertoefde en verkondigde]? Tot in het dodenrijk zul je afdalen, want als in Sodom de krachtsdaden waren gebeurd die bij jullie gebeurd zijn, het zou tot vandaag zijn blijven bestaan. Maar ik zeg je: Voor het land van Sodom zal het op de dag van het oordeel draaglijker dan voor jou.

Jezus kon blijkbaar ook behoorlijk zwaar uithalen als zijn verkondiging niet het verhoopte succes had. We verwachten dat zo niet omdat we meestal een vrij vroom plaatje van hem gewoon zijn. Toch zijn er wel duidelijk een aantal passages in het Evangelie waar we hem werkelijk kwaad zien worden en hij daar ook straffe taal voor gebruikt.
Mag dat? Een Jezus die kwaad wordt? Of hoort dat niet?
Waarom niet? Ook in het Oude Testament lezen we over een G-d die kwaad wordt en dat ook uit. De profeten waren ‘kwaad in naam van G-d’. En in de Psalmen staat de prachtige zin: “Jij omgordt Je met de woede van de mens, zodat ze tot kracht en lof wordt.” (Ps.76,11)
Waar kwaadheid geboren wordt uit verdriet (en dat is vaak zo, ga het maar even na), spreekt ze van wat iemand bijzonder dierbaar is en waar hij of zij echt niet wil dat er aan geraakt wordt. Er is een ‘heilig doel’ dat met ‘heilige toorn’ verdedigd wordt. Als het doel het rijk Gods is, dan kan het blijkbaar – alleen moet ik natuurlijk wel onderzoeken of het rijk Gods mijn doel is, en niet een of ander eigen rijkje …