Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Joh 5, 31-47 (31/03/2022)

“Als ik getuig over mezelf, heeft mijn getuigenis geen waarde. Maar er is iemand anders die over mij getuigt en ik weet dat zijn getuigenis over mij waar is. Jullie hebben gezanten gezonden naar Johannes en hij heeft naar waarheid getuigd. Zelf heb ik het getuigenis van een mens niet nodig, maar ik zeg dit tot jullie vrijmaking. Hij was de lamp, brandend en schijnend, maar jullie hebben je maar een uur in zijn licht willen verheugen.
Maar ik heb een getuigenis dat groter is dan dat van Johannes: de werken die de Vader aan mij gegeven heeft om te volbrengen. Wat ik doe getuigt over mij dat de Vader mij gezonden heeft.
En de Vader die mij gezonden heeft, heeft zelf over mij getuigd. Jullie hebben zijn stem nooit gehoord, noch heb je zijn beeltenis gezien en zijn woord heb je niet in je opgenomen, omdat je geen vertrouwen stelt in wie hij gezonden heeft.
Jullie onderzoeken de Schriften omdat je meent daarin het volle leven te vinden. Maar zij getuigen juist over mij! En toch wil je niet naar mij komen om leven te vinden.
Ik neem geen eer van mensen aan, maar ik weet dat jullie de liefde voor God niet in jullie hebben. Ik ben gekomen in de naam van mijn Vader en je neemt mij niet aan; en als een ander komt in zijn eigen naam, neem je hem wel aan! Hoe kunnen jullie leven in vertrouwen als je wel eer van elkaar aanneemt, maar niet de eer van de enige God zoekt?
Denk niet dat ik jullie zal aanklagen bij de Vader. Degene die jullie zal aanklagen, is Mozes, op wie je je hoop had gevestigd. Want als jullie écht in Mozes je vertrouwen hadden gesteld, zou je ook je vertrouwen stellen in mij, want hij heeft over mij geschreven! Maar als je geen vertrouwen stelt in zijn geschriften, hoe zul je dan vertrouwen stellen in mijn woorden?”

Het cirkelen rond dat Jezus-geheim gaat ook vandaag verder. Een bijkomende vraag is: wie (of wat) getuigt van Jezus? Johannes geeft alvast enkele mogelijke getuigenissen: Johannes de Doper, de Schriften (Mozes en de profeten), en – bovenal – ‘de werken’, dat is wat Jezus doet, hoe hij leeft en met mensen omgaat, hoe hij de Liefde daad-werkelijk vorm geeft.
Wat zien we Jezus vandaag doen? Mensen aanspreken, relaties mogelijk maken (net daar waar deze verbroken waren); mensen helen, m.a.w. de verbindingen herstellen met zichzelf, met de omgeving en met G-d. Dit alles doet hij steeds in verbondenheid met zijn levensbron (deze verbinding zuiver houden is een werk op zich), door de stilte op te zoeken en zo kracht op te doen.
Aan jou om elke dag opnieuw, je keuze als Christen wáár te maken! Beleef je geloof daad-werkelijk en stel vertrouwen in zijn Woord!

Joh.7,40-53 (20/3/2021)

Sommigen die zijn woorden hoorden, zeiden: “Hij is waarlijk de profeet!” [= de profeet die Mozes had aangekondigd]
Anderen zeiden: “Hij is de Gezalfde!” [Christos / Messiah] Maar nog anderen zeiden:
“De Gezalfde komt toch niet uit Galilea!? Zegt de Schrift niet dat de Gezalfde zal komen
uit de nakomelingen van [koning] David en uit Betlehem, het dorp waar David vandaan kwam?”
Zo ontstond er onenigheid onder het volk om hem. Sommigen wilden hem grijpen, maar niemand kon beslag leggen op hem.
Zo kwamen de gerechtsdienaars bij de hogepriesters en farizeeën en die zeiden tegen hen:
“Waarom heb je hem niet meegebracht?” De dienaars antwoordden: “Nog nooit heeft een mens gesproken zoals deze mens!”
De farizeeën antwoordden daarop: “Jullie zijn toch ook niet aan het dwalen geraakt?!
Niet één van de oversten of van de farizeeën heeft toch in hem vertrouwen gesteld?
Maar alleen die meute, die de wet niet kent – vervloekt zijn ze!”
Nikodemus, één van hen, die eerder al ’s nachts bij Jezus was gekomen, zei hen:
“Onze wet veroordeelt toch geen mens zonder hem eerst te hebben gehoord en kennis te hebben van wat hij doet?”
Ze antwoordden hem: “Jij komt toch ook niet uit Galilea?! Zoek het maar op, en je zult zien dat er uit Galilea geen profeet opstaat!”
Toen vertrok iedereen naar huis.

Toch merkwaardig (maar herkenbaar?) hoe het vanzelfsprekende in twijfel wordt getrokken – en nog makkelijkst naar de negatieve kant wordt geïnterpreteerd.
Het minste dat toch kón gezegd worden over Jezus, was dat hij helemaal sprak en handelde in de lijn van de profeten. Enerzijds had hij in zijn wijze van optreden veel gelijkenissen met de profeten, en anderzijds leek hij zelfs de ‘ultieme’ profeet te zijn, die al zo lang werd aangekondigd en gretig verwacht.
Maar het ‘kon’ niet; het klopte niet met hun interpretaties; en de leiders hadden hem nog niet erkend (en deze die dat misschien wel wilden, werden de mond gesnoerd).
Zou het er nu anders aan toe gaan? Zou ík het in mijn leven anders laten gebeuren? Of zouden mijn eigen gedachten en overtuigingen mij in de weg zitten om te ‘zien wat is’? Zou ik mijn mening kunnen herzien? En zou ik dat kunnen als het gaat over een timmermanszoon uit een onooglijk gat en niet over een koningstelg?

 

Joh.3,14-21 (10/03/2024) 

14    “Zoals Mozes in de woestijn
       de slang heeft omhoog geheven,
       zo moet de mensenzoon
       omhoog worden geheven [op het kruis],
15    opdat al wie vertrouwende ín hem is,
       niet verloren gaat,
       maar het volle leven heeft.
16    Want zó lief heeft God de wereld,
       dat hij zijn eniggeboren zoon heeft gegeven,
       opdat al wie vertrouwende ín hem is,
       niet verloren gaat,
       maar het volle leven heeft.
17    Want God heeft zijn zoon niet in de wereld gezonden
       om die wereld te vonnissen,
       maar opdat ze door hem zou worden bevrijd.
18    Wie vertrouwend ín hem is,
       wordt niet gevonnist,
       maar wie niet vertrouwt,
       is al gevonnist,
       omdat hij niet heeft vertrouwd
       in de naam van de eniggeboren zoon van God.
19    En dit is het vonnis:
       Het licht is in de wereld gekomen,
       maar de mensen hadden de duisternis meer lief dan het licht,
       want hun daden zijn slecht [= zich van God en mens verwijderend].
20    Want ieder die kwaad doet,
       haat het licht; hij vermijdt het licht,
       zodat zijn daden niet aan de dag komen.
21    Maar wie waarheid doet,
       zoekt het licht op,
       zodat openbaar wordt
       dat zijn daden in God zijn verricht.”

In z’n gesprek met Nikodemus plaatst Jezus duisternis tegenover licht, of je zou ook kunnen zeggen: verwijdering tegenover verbondenheid, ...
De keuze is aan ons, elk moment opnieuw. Maar zo zwart-wit is het meestal niet. Het dagelijks leven speelt zich meestal af ergens tussenin. Als het goed zit streven we naar het goede, maar we halen dat nooit hélemaal. Echter: zolang het streven er is, blijven we op weg naar het Licht, want: “Wie de waarheid doet, zoekt het Licht op”. Er is dus sprake van gáán. Het zal dus een kwestie zijn van op weg blijven.
Is dat een mooi excuus om het niet zo nauw te nemen, om genoegen te nemen met een lauw leven? Als het zo is dat we belijden ons best te doen, terwijl we het daarbij laten, dan veroordelen we onszelf tot duisternis. Écht op weg gaan en blijven, met vallen en opstaan, wil zeggen je openstellen voor elkaar, waarheid doen en indien nodig terugkeren op je schreden naar het Licht toe.
Dat dit niet evident is zal niemand ontkennen, maar het is niet onmogelijk. En het is vooral bevrijdend!

Joh. 8,1-11 (30/3/2020)

In die tijd begaf Jezus zich naar de Olijfberg. 's Morgens vroeg verscheen hij weer in de tempel en al het volk kwam naar hem toe. Hij ging zitten en onderrichtte hen.
Toen brachten de schriftgeleerden en Farizeeën hem een vrouw die op overspel was betrapt. Zij plaatsten haar in het midden en zeiden tot hem: 'Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt,
terwijl ze overspel bedreef.
Nu heeft Mozes ons in de Wet bevolen zulke vrouwen te stenigen. Maar gij, wat zegt gij ervan?' Dit bedoelden ze als een strikvraag in de hoop hem ergens van te kunnen beschuldigen.
Jezus echter boog zich voorover en schreef met zijn vinger op de grond. Toen zij bij hem aanhielden met vragen richtte hij zich op en zei tot hen:
'Laat degene onder u die zonder zonden is, het eerst een steen op haar werpen.' Weer boog hij zich voorover en schreef op de grond. Toen zij dit hoorden dropen zij een voor een af,
de oudsten het eerst, totdat Jezus alleen achterbleef met de vrouw die daar was blijven staan. Nu richtte Jezus zich op en sprak tot haar: 'Vrouw, waar zijn ze gebleven? Heeft niemand u veroordeeld?'
Zij antwoordde: 'Niemand, Heer.' Toen zei Jezus tot haar: 'Ook ik veroordeel u niet; ga heen en zondig van nu af niet meer.'

Jezus’ schreef in het zand … Eén van zijn zeer markante optredens!
Er zijn duidelijk twee polen aanwezig in het gebeuren: nacht, gebed, alleen, verborgen, enerzijds; en anderzijds dag, actie, veel volk, openbaar. Die twee polen zijn eigenlijk de bakermat van alle leven.
Ze zijn als eb en vloed van de zee waaruit leven ontspringt – en wat voor een Léven voor die vrouw (en eigenlijk ook voor wie haar dood wilden)!
De Farizeeën wilden actie. Meer nog, negatieve actie (hoewel: in hun ogen bedoelden ze het positief, maar net omdat ze eenzijdig bezig zijn, zien ze dat niet). Jezus laat zich niet strikken.
Dat kan hij omdat hij wel ‘met beide voeten op de grond’ blijft staan. Uit erváring (nog maar net) weet hij hoe belangrijk dat is. En om het – net nu van hem actie gevraagd wordt – niet te vergeten,
maakt hij eerst weer contact met de/zijn g/Grond.
Dááruit ontstaat Léven!
Wat staat er jou ‘te doen’ vandaag?

Joh.4,43-54 (11/03/2024)

43    Na die twee dagen vertrok hij vandaar
       [na de arrestatie van Johannes de doper, trok hij weg uit Judea, met een oponthoud in Samaria]
       en ging naar Galilea,
44    hoewel hij zelf had betuigd
       dat een profeet niet wordt geëerd in zijn eigen geboortestreek. [Mc.6,4]
45    Toen hij aankwam in Galilea
       werd hij er toch verwelkomd,
       want ze hadden alles gezien
       wat hij in Jeruzalem op het [Paas]feest had gedaan
       – ook zij waren op het feest.
46    Jezus kwam dus weer in Kana van Galilea,
       waar hij het water tot wijn had gemaakt.

       Er was een koninklijke beambte,
       wiens zoon ziek lag in Kafarnaüm.
47    Toen hij hoorde dat Jezus uit Judea naar Galilea was gekomen,
       ging hij naar hem toe [Kafarnaüm – Kana = ca. 26km]
       en vroeg hem met aandrang naar zijn huis te komen
       om zijn zoon te genezen die stervende was.
48    Jezus zei tegen hem:
       “Jullie geloven alleen maar als jullie tekenen en wonderen zien!”
49    Maar de hofbeambte drong aan:
       “Heer, kom toch, voor mijn kindje sterft!”
50    “Ga maar, zei Jezus, je zoon leeft.”
       En de man vertrouwde het woord van Jezus
       en ging naar huis.
51    Terwijl hij nog onderweg was,
       kwamen knechten van hem tegemoet
       en verkondigden: “Je kind leeft!”
52    Hij vroeg hen onmiddellijk naar het uur waarop de beterschap begon.
       Ze zeiden: “Gisteren, op het zevende uur [= 1 u ’s middags]
       werd hij vrij van de koorts.”
53    Nu (h)erkende de vader:
       “Dat is het uur waarop Jezus zei: Je zoon leeft.”
       En hijzelf en zijn hele huis kwamen tot vertrouwen.
54    Dit was het tweede teken dat Jezus daar weer deed,
       toen hij van Judea naar Galilea kwam.

Wat als een van je vrienden gestorven is, vermoord nog wel, omwille van jou? En dit terwijl je in den vreemde bent? Je zou voor minder naar huis verlangen, naar een plek om even alles op een rijtje te zetten. Maar wat als net op die plek de mensen jou niet eren en je liever zien gaan dan komen? [Lc.4,29]
Je zou je volledig kunnen terugtrekken, weglopen van alles en iedereen. Je roeping opgeven. Maar dat is niet wat Jezus doet. Hij laat zich niet ontmoedigen. Hij gaat toch naar zijn geboortestreek. Hij vertrouwt en krijgt vertrouwen. De mensen in z’n geboortestreek zijn tijdens zijn afwezigheid tot inzicht gekomen. Soms hebben geloof en vertrouwen tijd nodig om te groeien.
Ook de hofbeamte gelooft en vertrouwt (hoe klein ook). Hij zoekt Jezus op en dringt bij hem aan. En Jezus komt in beweging, niet omwille van een eventueel verlangen naar wonderen en tekenen, maar omwille van het vertrouwen dat in hem gesteld wordt.
Zo herkenbaar: als je voelt dat je vertrouwen krijgt kom je als het ware vanzelf in beweging en al gaande wordt je vertrouwen alleen maar groter.

Joh.8,1-11 (22/3/2021)

Bij de ochtendschemering kwam Jezus weer in de tempel en al het volk kwam naar hem. Hij ging zitten en onderrichtte hen. Maar de schriftgeleerden en farizeeën brachten een vrouw bij hem die op overspel was betrapt en plaatsten haar in het midden. Ze zeiden hem: “Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt op overspel. In de wet heeft Mozes ons geboden zulke vrouwen te stenigen. En jij nu, wat zeg jij?”
Dit vroegen ze om hem op de proef te stellen, opdat ze hem zouden kunnen aanklagen. Maar Jezus boog zich naar beneden en schreef met de vinger in de aarde. [Jer.17,13] Toen ze bleven vragen, boog hij zich naar boven en zei tegen hen: “Wie van jullie zonder zonde is moet maar als eerste een steen op haar werpen.” En opnieuw boog hij zich naar beneden en schreef in de aarde.
Toen ze dit hoorden, gingen ze één voor één naar buiten, beginnend bij de oudsten, tot de laatste. Ze lieten hem alleen achter, met de vrouw die in het midden stond.
Opnieuw boog hij zich naar boven en zag niemand behalve de vrouw. Hij zei tegen haar: “Vrouw, waar zijn je aanklagers? Heeft niemand je veroordeeld?” Ze zei: “Niemand, heer.” En Jezus zei: “Ook ik veroordeel je niet. Ga heen, en zondig [verwijder je] van nu af niet meer.”

Hoe zou ik me voelen, als ik daar midden in die kring stond? (Het hoeft niet om overspel te gaan. Er zijn wel andere dingen in mijn leven waarvoor ik bekogeld zou worden met scheve blikken, als ze in het publiek zouden worden gegooid.) …
Ik zou me totaal niets meer voelen en alleen maar bang zijn dat zelfs dat laatste restje van mezelf verpletterd zal worden onder het gewicht van mijn ‘medemensen’.
Voor de rest zou ik alleen kunnen hopen –
hopen dat er Iemand is die weet van Creativiteit.
En dan bedoel ik niet de spitsvondigheden waar Jezus wel eens mee afkomt en waar we in bewondering voor staan. ’t Is te zeggen: die ‘spitsvondigheden’ zijn alleen maar een uiting van zijn Creativiteit.
Hij maakt contact met de schepping (creatura), om in verbinding te komen met de Schepper (Creator), waardoor hij zelf scheppend (creans-creatief) – levengevend – wordt!
De herschepping van de natuur in de lente kan ons waarschijnlijk wat helpen om zelf ook ‘herschapen’ te worden in deze lastige tijden. Laat ons daar maar goed contact mee maken! Én er ook Verbinding maken met de Schepper. Om er daad-werkelijk aan te denken dat wij her-scheppend kunnen zijn voor onze medemensen.