Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Lc.1,39-45 (21/12/2024)
39 Kort daarop reisde Maria met haast
naar het bergland, naar een stad in Judea.
40 Ze ging het huis van Zacharias binnen
en begroette Elisabet.
41 Toen Elisabet de begroeting van Maria hoorde,
sprong het kind in haar schoot op
en Elisabet werd vervuld van heilige geest.
42 Ze riep uit:
“Gezegend ben jij onder de vrouwen
en gezegend de vrucht van jouw schoot!
43 Vanwaar valt mij dit toe
dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?
44 Kijk! Zodra de klank van je begroeting in mijn oor kwam,
sprong het kind in mijn schoot op
van uitbundige blijdschap.
45 Gezegend wie vertrouwde,
want wat haar vanwege de heer is gezegd
zal vervulling vinden.”
Het zal voor iedereen duidelijk zijn dat ons geijkte gebed ‘het wees gegroet Maria’ gebaseerd is op dit stukje Evangelie. Of althans het eerste deel ervan, dat zijn bijna letterlijk de woorden van Elisabet in v.42.
Het tweede deel van het ‘Weesgegroet’ (“Heilige Maria, bid voor ons arme zondaars (die ‘arme’ staat er alleen in de Vlaamse versie, niet in de Nederlandse!), nu en in het uur van onze dood.”) is niet zo Bijbels, maar komt eerder uit de persoonlijke devotie.
Misschien is het een beetje jammer dat men niet verder geput heeft uit dit Evangelie. De tweede zegenbede (na de eerste: “Gezegend ben jij onder de vrouwen.”) is immers minstens even mooi en rijk, en een frequent vast gebed waard: “Gezegend wie vertrouwde …”
Wat zou het met mijn leven doen als ik elke dag mezelf voorhou dat G-d mij zal zegenen met vervulling als ik op hem durf te vertrouwen? Zou mijn leven – hoe klein ook – dan niet worden als dat van Maria, “vol van Genade” en vruchtbaar voor G-ds komst?
Lc.1,1-4; 4,14-21 (26/01/2025)
1 Reeds velen zijn de uitdaging aangegaan een schriftelijke neerslag te geven van de dingen die zich onder ons hebben voorgedaan,
2 zoals ze aan ons zijn doorgegeven door hen die vanaf het begin ooggetuigen en dienaars van het woord zijn geweest.
3 Het leek mij goed om alle dingen van bij het begin nauwkeurig na te gaan en ze ordelijk neer te schrijven
aan jou, hooggeachte Theofilus,
4 zodat je de onwankelbaarheid kunt erkennen
van de woorden waarin je onderricht bent.
14 In de kracht [dynamiek] van de geest
keerde Jezus terug [van zijn verblijf in de woestijn] naar Galilea.
Dat nieuws verspreidde zich door de hele streek.
15 Hij gaf onderricht in hun huizen van samenkomst [synagoge]
en hij werd door allen geroemd.
16 Ook kwam hij in Nazaret, waar hij was opgegroeid.
Zoals hij gewoon was,
ging hij op de dag van de sabbat binnen in het huis van samenkomst.
Hij stond op om voor te lezen
17 en men gaf hem een boekrol van de profeet Jesaja.
Hij opende de boekrol en vond de plaats waar geschreven staat:
18 De geest van de Heer is over mij gekomen – hij heeft mij gezalfd,
om de bevrijdende boodschap te verkondigen
aan wie zich arm weten.
Hij heeft mij gezonden
om wie gebroken is te genezen,
om wie gevangen zit vrijlating te melden,
om wie blind is het zicht terug te geven,
om wie verdrukt wordt te bevrijden;
19 om af te kondigen
een genadejaar van de Heer. [Jes.61,1-2]
20 Hij rolde het boek dicht,
gaf het terug aan de dienaar
en ging zitten.
De ogen van allen in het huis van samenkomst
waren aandachtig op hem gericht.
21 Hij begon nu tegen hen te spreken:
“Vandaag is voor jullie oren
dit Schriftwoord in vervulling gegaan!”
In het Evangelie keert Jezus, in de kracht van de Geest, terug naar Galilea. Over hem werd in heel de streek gesproken. Jezus had inmiddels een zekere waardigheid verworven. Hij was bekend geworden. Vervolgens leest hij uit Jesaja voor, over bevrijding en vrijheid. Het gaat om een Boodschap van genade, die associaties met een Jubeljaar oproept: opnieuw mogen beginnen, met een schone lei. Alles wordt kwijtgescholden en er is ruimte voor een nieuwe start. Deze boodschap roept een spannende vraag op: Is dit echt waar? Kan dit? Het raakt het diepste verlangen in ons: om vrij te leven, met een nieuw begin. Toen én nu.
En dan zegt Jezus: “Het Woord dat je zojuist hebt gehoord, is vandaag in vervulling gegaan.” Hebben wij dit Woord gehoord? Welnu, het ís nu gebeurd. Alles begint opnieuw. Het leven is open. Vanaf dit moment kunnen jij en ik opnieuw beginnen. Dit Woord, als het écht binnenkomt, ontregelt onze gewoontes. Alles wat ik gewend ben, wordt hierdoor in een ander licht gezet.
Lc.9,11b-17 (19/06/2025)
11 Maar de menigte had het gemerkt en ging hem achterna.
Hij ontving hen hartelijk
en vertelde hen over het koningschap van God,
en al wie genezing nodig hadden, heelde hij.
12 De dag begon nu naar haar einde te lopen.
De twaalf kwamen naar hem toe en zeiden:
“Laat die mensen gaan,
zodat ze in de dorpen en hoeven in de omgeving
onderdak en voedsel kunnen vinden,
want we zijn hier op een eenzame plaats.”
13 Maar hij zei tegen hen:
“Geven jullie zelf hun maar te eten!”
Zij antwoordden:
“Wij hebben niet meer bij [voor] ons
dan vijf broden en twee vissen,
of moeten wij erop uit
om voor heel dit volk eten te kopen?”
14 Want er waren zo’n vijfduizend mannen daar.
Jezus zei nu tegen zijn leerlingen:
“Laat ze plaatsnemen in eetgezelschappen van ongeveer vijftig.”
15 Dat deden ze en allen namen plaats.
16 Jezus nam nu de vijf broden en twee vissen
en, opziend naar de hemel,
sprak hij de zegen uit,
brak ze,
en gaf ze aan de leerlingen
om ze aan de mensen voor te zetten.
17 Zij aten en allen werden verzadigd.
Ze verzamelden wat over was:
twaalf rantsoenmanden!
[het nodige brood voor de komende dag,
voor elk van de leerlingen – Lc.11,3]
Jezus nodigt zijn leerlingen uit om zelf aan de slag te gaan: “Geven jullie zélf hun maar te eten.” Maar het dringt niet tot hen door dat zij zijn vertrouwen waard zijn. Daarom laat Jezus nog een keer zien wat hij bedoelt als hij spreekt over het koningschap van God, en hoe het daar aan toe gaat.
Mensen maken er tijd en ruimte in hun agenda voor wie aan hen worden toevertrouwd. Men vergeet er de tijd (tijd is daar eeuwigheid). Mensen kijken er open en ontvankelijk naar elkaar zodat er gezien wordt wat elkeen te bieden heeft en wat voor rijkdom er aanwezig is. De rijkdom wordt verzameld en aan G-d aangeboden om te zegenen. Zo wordt in het koningschap van God honger gestild door het aanwezige te verzamelen, het aan te bieden aan G-d om het dan, gezegend terug te geven aan elkaar. Vol vertrouwen wordt er gebroken en gedeeld wetende dat er voldoende zal zijn voor iedereen, meer nog … er zal overvloed zijn.
Lc.9,57-62 (1/10/2025)
57 Terwijl ze op weg waren [naar Jeruzalem]
zei iemand tegen Jezus:
“Ik zal je volgen, waar je ook gaat, heer!”
58 Jezus antwoordde hem:
“De vossen hebben holen
en de vogels van de hemel hebben nesten,
maar de mensenzoon heeft niets
waar hij het hoofd kan neerleggen.”
59 Tot een ander zei hij zelf: “Volg mij.”
Maar die zei:
“Heer, sta mij toe eerst terug te gaan
om mijn vader te begraven.” [Gen.50,5-14]
60 Jezus antwoordde hem:
“Laat de doden hun eigen doden begraven.
Maar jij, ga en verkondig overal het koninkrijk van God.”
61 Nog iemand anders zei:
“Ik zal je volgen, heer,
maar sta mij toe eerst afscheid te nemen
van mijn huisgenoten.” [1Kon.19,19-21]
62 Jezus antwoordde hem:
“Niemand die zijn hand aan de ploeg slaat
en kijkt naar wat achter hem ligt,
is geschikt voor het koninkrijk van God.”
Wanneer Jezus aangesproken wordt door iemand die hem wil volgen, verzucht hij: “De vossen hebben holen en de vogels van de hemel hebben nesten, maar de mensenzoon heeft niets waar hij het hoofd kan neerleggen”. Zijn antwoord lijkt zoiets te zeggen als: weet je wel wat je doet? Als je eenmaal met mij op pad bent, dan heb je alle zekerheden achter je gelaten. Je weet ’s ochtends niet waar je ’s avonds slapen zult. Want de onrust drijft je voort.
Als je achter Jezus aangaat, word je voorgoed uit je comfortzone gehaald. Je zal moeten leren leven zonder beelden van hoe het zou moeten zijn, zonder beelden van hoe het zou kunnen worden. Geloven is vooral afleren.
Maar misschien biedt dit ‘leven-zonder-waarom’ ruimte voor G-d, om zich te laten ervaren zoals hij is.
Lc.12,39-48 (22/10/2025)
39 “Maar weet goed:
Als de heer des huizes geweten had
op welk uur de dief kwam,
dan had hij wel gewaakt
en niet toegelaten dat er ingebroken werd in zijn huis.
40 Wees ook jullie dus bereid [klaargemaakt én bereidwillig],
want je weet niet op welk uur de mensenzoon komt.”
41 Petrus vroeg hem nu:
“Heer, bedoel je deze gelijkenis voor ons alleen,
of ook voor allen?”
42 De Heer antwoordde:
“Wie zou die trouwe en verstandige huismeester zijn
die de heer zal aanstellen over zijn personeel
en die op de gepaste tijd
hen het eten geeft dat hen toekomt?
43 Gezegend de dienaar die zó bezig is
wanneer de heer thuiskomt.
44 Waarlijk, ik zeg jullie
dat hij hem zal aanstellen over alles wat hij bezit.
45 Maar als die dienaar in zijn hart zegt:
mijn heer neemt er de tijd van,
en hij begint de knechten en meiden te slaan
en eet en drinkt tot hij dronken wordt,
46 dan zal de heer van die dienaar komen
op een dag dat hij het niet verwacht
en op een tijdstip dat hij niet kent;
hij zal worden verwijderd van zijn heer
en ondergaan het lot van de ontrouwen.
47 De dienaar die de wil van zijn heer heeft leren kennen,
maar zich daar niet heeft op voorbereid en gedaan,
zal met vele slagen geslagen worden.
48 Als hij die echter niet heeft leren kennen
en heeft gedaan wat straf verdient,
zal hij met weinig slagen geslagen worden.
Van ieder aan wie veel is gegeven,
zal veel worden gevraagd;
en aan wie veel is toevertrouwd,
van hem zal veel worden geëist.”
Jezus roept op om attentvolle en wakkere mensen te zijn. Hij vraagt om verantwoordelijkheid op te nemen vanuit het besef dat wat rond jou is, niet van jou is, maar aan jou is toevertrouwd. Wees alert en zorgzaam in het omgaan met elkaar. Het is een oproep om dienend in het leven te staan. Dienen zou dan kunnen betekenen: terwijl je je dagelijks leven met mensen, wetenschap, economie of politiek leeft, tegelijkertijd G-d een centrale plaats geven. Kortom: dag en nacht alert zijn om te kunnen leven en spreken vanuit een innerlijke, gelovige overtuiging met aandacht voor het schone, het zachte en het kwetsbare.
Petrus heeft hierbij nog een vraag: “Geldt dit enkel voor de leerlingen, of voor alle mensen?“ Waarop Jezus hem op zijn verantwoordelijkheden wijst. Zij die veel gekregen hebben, moeten ook bijkomende zorgen op zich nemen. Zij moeten weerstaan aan de verleiding van corruptie en machtsmisbruik, en zorgen voor een rechtvaardige samenleving waar ieders basisbehoeften vervuld zijn.
Lc.1,57-66 (23/12/2020)
Voor Elisabet brak de tijd aan van de bevalling en zij bracht een zoon ter wereld.
De omwonenden en haar verwanten hoorden dat de Heer grote tederheid aan haar had getoond en zij verheugden zich, samen met haar.
Op de achtste dag kwamen ze het jongetje besnijden en noemden het naar zijn vader Zacharias.
Maar zijn moeder zei: “Nee! Het zal genoemd worden: Johannes!” Ze antwoordden haar:
“Maar er is niemand in jouw familie die deze naam draagt.” Ze wenkten nu zijn vader, hoe hij zou willen dat het genoemd werd.
Hij vroeg een schrijfplankje en schreef: “Johannes is zijn naam!” En allen verwonderden zich.
Onmiddellijk kon hij weer spreken en hij zegende God.
Huiver overkwam alle omwonenden en in heel het bergland van Judea werd dit besproken. Al wat men hoorde, sloot men in het hart:
“Wat zal er toch van dit jongetje worden?”, want de hand van de Heer was met hem.
G-d toont zich aan Elisabet in “grote tederheid”. Het is een poging om te zeggen hoe G-d zich liefdevol ontfermt en mensen nabij komt,
soms eens in grote dingen, maar meestal in kleine. Zijn weg om naar de mensen toe te komen, lijkt die te zijn van het lam.
G-ds toewending naar de mensen, dat is zijn ‘genade’. Daarom willen Elisabet en Zacharias zo nadrukkelijk
dat het kindje “Johannes” zal noemen, want dat betekent juist: God is genadig!
En voor Johannes geldt – wat eigenlijk voor élk mensenkind en dus ook voor elk van ons geldt:
G-ds tegemoetkoming in deze ene concrete mens, is tegelijk zijn tegemoetkoming naar alle mensen in deze wereld.
“Wat zal er van dit kindje worden?” Als we de volgende keer aan de wieg van een pasgeborene staan, zullen we ons dan ook die vraag stellen,
niet alleen ten bate van dit kindje zelf, maar juist ook voor wat het zal gaan betekenen voor de wereld?
Want ja, hier ligt ‘een brokje grote tederheid’ voor je …