Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Lc.18,1-8 (18/11/2023)

1      Hij vertelde hen nog een gelijkenis,
       met het oog op dat het nodig is
       te blijven bidden en te volharden:
2      “In een stad was er een rechter
       die de vrees voor God
       en de bekommernis om mensen
       niet kende.
3      Nu was er in die stad een weduwe
       die telkens opnieuw naar hem toekwam:
       “Doe mij recht ten opzichte van mijn tegenpartij.”
4      Een tijdlang wilde hij niet,
       maar op den duur zei hij tegen zichzelf:
       “Ook al ken ik niet
       de vrees voor God
       en de bekommernis om mensen,
5      omdat die weduwe mij zo last berokkent,
       zal ik haar recht doen,
       anders komt ze mij nog in mijn gezicht slaan.”
6      Nu zei de Heer:
       “Hoor wat deze ongerechte rechter zegt!
7      Zal God dan geen recht doen
       aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot hem roepen
       en lankmoedig naar hen luisteren?
8      Ik zeg jullie:
       Met haast zal hij hen recht doen!
       Maar als de mensenzoon zal komen,
       zal hij dan wel vertrouwen vinden op aarde?”

Van bij het begin benadrukt Jezus de noodzaak van het volhardende gebed. Hij illustreert het met een parabel waarin een rechter (de macht) en een weduwe (de machteloze) tegenover elkaar staan. De machteloze heeft alleen het stille, niet aflatende aandringen als tegenkracht tegen de macht van de rechter. En hier blijkt dat de macht daartegen geen enkel verweer heeft.
Iets verder klinkt de sterke bevestiging dat G-d spoedig recht zal verschaffen aan wie tot hem blijven roepen, dag en nacht. Jezus legt een sterke band tussen het geloof/vertrouwen en het gebed. Ja, G-d verhoort het gebed, zegt hij, maar zal de mensenzoon wel vertrouwen vinden op aarde? Is ons geloof voldoende om G-ds antwoord op te merken?
Jezus spreekt zijn overtuiging, zijn vertrouwen, uit terwijl hij op weg is naar Jeruzalem, op weg naar een onrechtmatige veroordeling en de dood op het kruis. En zelfs op die weg verklaart hij dat G-d altijd de zijnen verhoort. Hij weet dat G-d Léven in overvloed zal geven, zelfs als men daarvoor eerst door de dood moet gaan.

Lc.18,35-43 (20/11/2023)

35    Jezus naderde Jericho.
       Een blinde zat langs de weg te bedelen.
36     Toen die de doortrekkende menigte hoorde,
       vroeg hij wat er aan de hand was.
37    Ze zeiden hem dat Jezus van Nazareth voorbijkwam.
38    Hij schreeuwde:
       “Jezus, zoon van David, ontferm je over mij!”
39    Degenen die voorop liepen
       legden hem het zwijgen op,
       maar hij schreeuwde nog luider:
       “Zoon van David, ontferm je over mij!”
40    Jezus bleef staan
       en beval
       dat hij bij hem gebracht zou worden.
       Toen hij naderbij gekomen was,
       stelde hij hem de vraag:
41    “Wat wil je dat ik je doe?”
       “Heer, dat ik weer kan zien!”
42    “Zie weer, zei Jezus,
       je vertrouwen heeft je behoed.”
43    En onmiddellijk kon hij weer zien
       en volgde Jezus, God lovend.
       Iedereen die dit gezien had,
       loofde God.

Lucas vertelt een ervaring die ieder van ons zal herkennen: mensen aan de rand die om ontferming smeken. Ze roepen om mens te mogen zijn. Ze willen gewoon gezien worden. De mensenmassa passeert hen ongezien. Sommigen leggen hen het zwijgen op. Door de band genomen is er geen aandacht voor hen. Ze worden verwijderd uit het straatbeeld, genegeerd en doodgezwegen. Tot er iemand passeert die hen hoort en ziet, een mens die het waagt zich met hen te verbinden, hen in de ogen kijkt en vraagt: “Wat kan ik voor je doen?” Is er iemand die het aandurft om die vraag te stellen? Ja ‘durven’, want het stellen van zo’n vraag is niet vanzelfsprekend en zeker niet vrijblijvend. Het raakt je tot in het diepst van je wezen. Het wordt nog intenser, als je nog een stapje verder gaat en de tijd neemt om te wachten op het antwoord. Dit wederzijds relationeel gebeuren brengt je in beweging en maakt voor de ander leven opnieuw mogelijk. Ja, het gebeurt ook vandaag en het is leven-gevend om het te zien gebeuren, maar nog veel meer als je het zelf aandurft!

Lc.21,5-11 (28/11/2023)

     Enkelen wezen nu op de tempel,
       versierd met z’n mooie stenen en wijgeschenken.
       Maar hij zei:
     “Alles wat je hier aanschouwt,
       er zullen dagen komen dat geen steen op een andere gelaten wordt,
       alles zal verwoest worden!”
     Ze stelden hem de vraag:
       “Meester, wanneer zal dat zijn?
       En wat is het teken wanneer dat gaat gebeuren?”
8      Hij antwoordde:
       “Let op dat jullie niet in dwaling raken!
       Want velen zullen in mijn naam zeggen:
       ‘Ik ben het, en de tijd is genaderd!’
       Volg hen niet!
     Als jullie horen van oorlogen en onlusten,
       raak dan niet verschrikt.
       Deze dingen moeten eerst gebeuren
       maar zijn niet direct het einde.”
10    En hij voegde eraan toe:
       “Volk zal opstaan tegen volk,
       natie tegen natie,
11    her en der zullen grote aardbevingen zijn,
       hongersnoden en epidemieën,
       verschrikkingen en hemeltekenen.”

Wat klampen wij ons toch vast aan gebouwen en andere ‘vaststaande zekerheden’!? “Er zullen dagen komen dat geen steen op een andere wordt gelaten.” We weten het: aan alles – ook aan onze zorgvuldig opgebouwde zekerheden – komt een einde, en toch kunnen we het niet laten … Duidelijk weer iets ‘des mensen’ – en dus van alle tijden. Jezus wist het. Ook wist hij dat mensen zich daar makkelijk laten aan vangen en dat daar misbruik van wordt gemaakt om het laken naar zich toe te halen, voor eigen gewin.
Hij drukt ons op het hart: “Volg hen niet!”
Wie in ‘een andere wereld’ – Gods wereld – wil gaan leven, mag zich door dat soort zaken niet laten doen. Zekerheden komen niet van bakstenen en eigen constructies. ‘Zeker’ is alleen de Aanwezigheid van G-ds Liefde.
Maar dat is natuurlijk een heel andere basis om op te bouwen. Het vraagt van de mens meestal eerst een ‘aardbeving’ om díe weg te kunnen volgen. We moeten blijkbaar eerst ‘daveren op onze grondvesten’ eer we díe goddelijke waarheid zien.
Wanneer zal ik ophouden te (ver)dwalen in mijn ‘zekerheden’?

Lc.21,12-19 (29/11/2023)

12    “Maar vóór dit alles,
       zullen zij de hand aan jullie slaan.
       Ze zullen jullie vervolgen
       en je uitleveren aan synagogen en gevangenissen,
       en ze zullen je voor koningen en gouverneurs slepen,
       omwille van mijn naam.
13    Het zal voor jullie uitlopen op een getuigenis [marturion - martelaarschap].
14    Neem dan ter harte
       dat je je verantwoording
       niet tevoren moet instuderen,
15    want ikzelf zal jullie een taal en wijsheid geven
       die niemand van jullie weerstrevers
       zal kunnen weerstaan of weerleggen.
16    Ja, ook door ouders en broers,
       verwanten en vrienden,
       zullen jullie uitgeleverd worden.
       Sommigen van jullie zullen ze doden.
17    Jullie zullen gehaat worden door allen
       omwille van mijn naam.
18    Maar geen haar van jullie hoofd
       zal verloren gaan!
19    In je standvastigheid
       verwerf je je leven!”

Ik sta te kijken naar zoveel geloof bij de eerste leerlingen en probeer me voor te stellen wat ik zou doen. Stel dat ik overtuigd raak van iemands levensvisie – eentje die haaks staat op deze van de goegemeente – en kies om hem/haar daarin te volgen. Ik zet er heel wat voor op het spel. Ik verhuis, laat m’n werk achter, ….
Maar wat als die na een tijd zou zeggen: “Fijn dat je mij volgt, maar let op als je blijft vertellen dat je bij mij hoort, dan wordt het je dood. Je zal niet meer bij de rest horen, sterker nog, je zal eraan ten onder gaan. Maar als je blijft mag je gerust zijn: als het erop aan komt, maak ik je wel duidelijk wat je moet zeggen en/of doen en je zal niet verloren gaan, maar Léven.”
Dat is wat de eerste leerlingen te horen krijgen: Jezus volgen is leven in een paradox, nl. voelen hoe leven-gevend het is om je te laten dragen door G-ds Liefde, maar als je ervan getuigt, zal je scheef bekeken worden, genegeerd tot zelfs dood gezwegen. En toch mag je vertrouwen dat je nooit alleen gelaten wordt.
Daar is standvastigheid voor nodig: een standvastig geloof in de Liefde, zij draagt immers álles.

Lc.21,29-33 (1/12/2023)

29    Nu vertelde hij hen [zijn leerlingen] een gelijkenis:
       “Kijk naar de vijgenboom,
       en alle bomen.
30    Wanneer jullie zien dat zij beginnen te ontspruiten,
       weet je uit jezelf dat de zomer dichtbij is.
31    Zo moeten jullie ook,
       wanneer je deze dingen ziet gebeuren,
       weten dat het koninkrijk van God dichtbij is.
32    Jazeker, ik zeg jullie:
       Deze generatie zal niet voorbijgaan
       totdat al deze dingen gebeuren.
33    Hemel en aarde zullen voorbijgaan,
       maar mijn woorden gaan nooit voorbij.”

We komen dichter en dichter bij het einde van het (liturgische) jaar, vorige zondag vierden we Christus Koning en komende zondag begint de Advent. We staan dus voor de overgang van het oude naar het nieuwe. In de Evangelies van de voorbije week klonk dat zo’n overgangstijd best wel lastig, ongemakkelijk of – sterker nog – weerbarstig kan zijn.
Nochtans zegt Jezus: “Kijk en je zal zien.” Hij vindt het vanzelfsprekend om op die overgangsmomenten te kijken naar wat er zoal rondom hem gebeurt. Hij leeft, open en ontvankelijk, gericht op wat er zich aandient. Hij kijkt naar de ‘tekenen’ en interpreteert ze vanuit het Rijk Gods. Hij kijkt verder en benoemt wat wij allen zien, nl. Alles heeft een evolutie. De natuur kent seizoenen en wij mensen gaan ook voorbij. Alle uiterlijke dingen zijn aan verandering onderhevig. Niets heeft op zichzelf eeuwigheidswaarde. Eeuwigheid heeft alleen G-ds ‘Woord’, alleen het Léven dat is eeuwig!

Lc.1,5-25 (19/12/2023)

     Het gebeurde in de dagen van koning Herodes van Judea.
       Er was een zekere priester, genaamd Zacharias [de Heer gedenkt],
       uit de priesterafdeling van Abia.
       Zijn vrouw was een afstammeling van Aäron,
       haar naam was Elisabet [de Heer is mijn eed].
     Beide waren integer in Gods ogen.
       [integer = ‘rechtvaardig’, niet enkel als sociaal of juridisch begrip,
       maar als een allesomvattende levenswijze, nl. een volledige gerichtheid op God]
       Hun levenswandel liep onberispelijk
       langs alle geboden en richtingwijzers van de Heer.
     Ze hadden geen kinderen,
       want Elisabet was onvruchtbaar
       en beiden waren al op leeftijd.
     Nu gebeurde het dat zijn afdeling aan de beurt was
       om de tempeldienst te vervullen
     en Zacharias werd aangewezen
       – naar hun gewoonte van uitverkiezing –
       om het wierookoffer te brengen
       en binnen te gaan in het heiligdom van de Heer.
10    Op het uur van het wierookoffer
       was de menigte van het volk buiten [op het tempelplein] aan het bidden.
11     Er verscheen hem een boodschapper [engel] van de Heer,
       staande aan de rechterkant van het wierookaltaar.
12    Toen hij dit zag, raakte Zacharias erg ontzet
       en angst overviel hem.
13    De boodschapper zei nu tegen hem:
       “Wees niet bang, Zacharias,
       want je persoonlijk smeekgebed is verhoord:
       je vrouw Elisabet zal je een zoon baren
       en je zult hem noemen: Johannes [God is genadig].
14    Vreugde en uitbundige blijdschap zal hij voor je zijn
       en velen zullen zich over zijn geboorte verheugen.
15    Want hij zal groot zijn in Gods ogen.
       Wijn of sterke drank zal hij niet drinken [Num.6,3]
       en hij zal met heilige geest vervuld worden
       van de moederschoot af.
16    Hij zal vele Israëlieten toekeren
       naar de Heer hun God.
17    En hij zal voor hem uit gaan
       in de geest en de dynamiek van Elia,
       om harten van vaders te keren tot harten van kinderen,
       om dwalenden te keren tot integeren,
       om voor de Heer te bereiden een toegerust volk.”
18    Zacharias vroeg aan de boodschapper:
       “Waaraan zal ik dit weten,
       want ik ben oud en ook mijn vrouw is al op leeftijd?”
19    De boodschapper antwoordde hem:
       “Ik ben Gabriël [man Gods],
       die staat voor het aangezicht van God,
       en ik ben uitgezonden om je te spreken
       en je dit bevrijdende nieuws te brengen.
20    Kijk! Je zult zwijgen,
       niet bij machte te spreken,
       tot op de dag dat dit alles zal gebeuren,
       omdat je niet op mijn woorden vertrouwde,
       die nochtans op hun tijd vervuld zullen worden.”
21    Het volk nu was aan het wachten op Zacharias
       en ze verwonderden zich
       dat hij zo lang in het heiligdom bleef.
22    Toen hij naar buiten kwam,
       kon hij niet spreken tegen hen.
       Ze begrepen dat hij in het heiligdom
       een visioen had gezien.
       Hij deed gebaren tegen hen, maar bleef stom.
23    Toen de dagen van zijn tempeldienst vervuld waren,
       ging hij terug naar huis.
24    Na deze dagen werd zijn vrouw Elisabet zwanger.
       Ze hield zich vijf maanden verborgen
       en toen zei ze:
25    ”Zo heeft de Heer aan mij gedaan!
       Hij heeft omgezien naar mij
       en mijn smaad onder de mensen weggenomen!”

Net zoals gisteren Jozef en Maria, zijn het hier ‘kleine’ mensen die uitverkozen worden om G-ds ‘grote daden’ te verwerkelijken. De ‘integriteit/rechtvaardigheid’ is een levenshouding die de Bijbel erg dierbaar is – blijkbaar een afspiegeling van G-ds beeld van de mens (zoals hij dus de mens ‘in het begin’ = als basisprincipe geschapen heeft).
De kleinheid van Zacharias en Elisabet bestaat er voornamelijk in dat ze geen kinderen hebben. Joden hechtten (tot op vandaag) zó’n groot belang aan de belofte aan Abraham om ‘een groot volk te worden’, dat kinderloosheid haast als een vloek werd gezien. Het moet het integere echtpaar erg pijn hebben gedaan en wellicht soms tot wanhoop gedreven.
Maar ze blijven trouw – en G-d ziet om naar het kleine …
Hun vertrouwen op ‘louter G-d’ is de levensruimte waarin G-d plaats vindt om baan te breken in deze wereld. Net zoals Jozef gisteren, zijn zij inspirerende voorbeelden voor ons vandaag: waar kleinheid zich laat rusten in G-d, worden ‘onooglijk grote dingen’ geboren!