Lc.13,22-30 (29/10/2025)
22 Verder onderweg naar Jeruzalem,
trok Jezus door steden en dorpen en gaf daar onderricht.
23 Iemand vroeg hem:
“Heer, zijn het er weinig die bezig zijn gered te worden?”
Hij zei tegen allen:
24 “IJver ervoor om binnen te gaan door de nauwe deur,
want ik zeg jullie:
Velen zullen trachten er binnen te gaan,
maar niet in staat zijn.
25 Wanneer de heer des huizes zal zijn opgestaan
en de deur heeft gesloten,
zullen jullie buiten staan en kloppen op de deur:
“Heer, doe open voor ons!”
Dan zal hij antwoorden:
“Ik weet niet van waar jullie zijn.”
26 Dan zullen jullie zeggen:
“In jouw bijzijn hebben wij gegeten en gedronken
en in onze straten heb je onderricht gegeven.”
27 Maar hij zal antwoorden:
“Ik weet niet van waar jullie zijn.
Weg van mij! – die ongerechtigheid doen. [Ps.6,9]
28 Daar zal het weeklagen en tandenknarsen zijn,
wanneer jullie Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten
in het koninkrijk van God zien,
terwijl jullie zelf buiten geworpen zijn.
29 Zíj zullen komen van oost en west, van noord en zuid,
en zíj zullen aan tafel gaan in het koninkrijk van God.
30 Kijk! Er zijn laatsten die eersten zullen zijn,
en eersten die laatsten zullen zijn.”
“In jouw bijzijn hebben wij gegeten en gedrongen, en in onze straten heb je onderricht gegeven.” … Zouden wij dat ook niet zeggen? “We kennen je toch, Jezus? Wij noemen ons christen, een volgeling van jou. We luisteren naar je verhalen en we vieren aan jouw tafel!”
Maar blijkbaar is dit voor Jezus niet genoeg! Blijkbaar is ‘alleen maar’ een naam niet genoeg, ‘alleen maar’ luisteren niet genoeg … Velen kunnen en zullen dit aanbrengen als argument om ‘gered te worden’, maar voor Jezus is het niet genoeg.
Voor Jezus moet er meer zijn dan ‘alleen maar’ een passieve houding. Hij daagt zijn leerlingen uit om veel actiever met dat leerlingschap bezig te zijn. Zo staat het er letterlijk: “Zijn ze bezig gered te worden!” en “IJver ervoor om binnen te gaan …”
We moeten blijkbaar niet alleen passief contact hebben met hem, maar ook in beweging komen naar hem toe. We kunnen dus nooit denken dat we er al zijn. Leerlingschap vraagt een permanent ‘op weg zijn’, een mee-trekken met Jezus naar ‘Jeruzalem’.

