Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Lc. 12, 49-53 (22/10/2020)
“Vuur ben ik komen werpen in de wereld, en hoe verlang ik dat het al oplaait!
Ik moet in een doop worden ondergedompeld en hoe ben ik erop gespannen tot die is volbracht.
Denken jullie dat ik vrede op aarde ben komen brengen?
Nee, zeg ik jullie! Niets anders dan verdeeldheid!
Vanaf nu zullen vijf in één huis verdeeld zijn:
drie tegen twee, twee tegen drie.
Verdeeld zullen zijn
vader tegen zoon en zoon tegen vader,
moeder tegen dochter en dochter tegen moeder,
schoonmoeder tegen haar schoondochter en schoondochter tegen haar schoonmoeder.
Hier wordt ons de illusie ontnomen dat kiezen voor een G-dgericht leven vrede en rust met zich mee zal brengen. Integendeel, besef maar – zo zegt Jezus –
dat ik hier niet ben voor de lieve vrede. Mijn levenswijze zal confronteren en mensen dwingen tot het maken van keuzes.
Maar waarom zou ik kiezen voor verdeeldheid, voor het creëren van vijanden?
Het klinkt niet onmiddellijk uitnodigend. Nochtans is het dát wat ook ik af en toe wel ervaar. De radicaliteit van leven waartoe die keuze mij aanzet,
brengt verdeeldheid teweeg. Verdeeldheid omwille van de éénheid met G-d, de Verbondenheid.
Leven vanuit die verbondenheid leidt tot vragen, onbegrip en ja ook verdeeldheid. Het is voor velen bevreemdend om vast te stellen dat er mensen zijn
die ervoor kiezen om te leven vanuit het besef dat wij niet de makers van ons leven zijn. Die keuze om te leren leven vanuit een ontvankelijk open levenshouding,
gericht op de ander en niet op jezelf, werkt blijkbaar zó confronterend dat ze er kwaad van worden en afstand nemen.
Nochtans is dat waartoe Jezus ons uitnodigt: Léven in Verbondenheid, Léven-IN-vertrouwen.
Lc. 12, 54-59 (23/10/2020)
Tegen de menigte zei Jezus nu ook: “Als jullie een wolk zien opkomen in het westen, zeg je meteen:
er komt regen – en zo gebeurt het inderdaad. En als er een zuidenwind waait, zeg je meteen: het wordt heet – en zo gebeurt het inderdaad.
Dubbelzinnigaards! De fenomenen van aarde en hemel weet je wel te onderscheiden, waarom dan niet deze tijd?
Waarom oordelen jullie niet uit jezelf wat het rechte is?
Wanneer je met je tegenpartij naar de overheid stapt, doe onderweg dan nog alle moeite om van hem af te komen,
want anders sleurt hij je naar de rechter en de rechter zal je overleveren aan de deurwaarder en de deurwaarder zal je in de gevangenis werpen.
Ik zeg je: Je zult daar niet uit komen totdat je tot de laatste cent hebt betaald.”
Wanneer mensen elkaar te dicht naderen, hun mondmaskers niet opzetten … dan stijgen de cijfers.
Als de besmettingscijfers stijgen, stijgen ook de ziekenhuisopnames en de sterftecijfers.
Als al deze cijfers stijgen moet er weerom gesleuteld worden aan de maatregelen.
Ja, inderdaad, wat zijn we goed in het bepalen van het beeld van de huidige coronawereld.
Zo wijst ene partij met een beschuldigende vinger naar de anderen: het zijn de jongeren, de toeristen, de politiekers, … enz.
We veroordelen elkaar, zonder met elkaar, gaandeweg, al zoekend, in gesprek te gaan.
Maar durven we ook kijken naar de betekenis van deze tijd? Wat als we naar deze tijd kijken vanuit een gerichtheid op G-d?
Zou dan de betekenis oplichten? Zouden we dán zien wat ons te doen staat?
Durven we kijken voorbij de angst en de onzekerheid? En zien dat er – daar voorbij – een ruimte openbreekt die kansen biedt.
Kansen tot leven, Verbonden Léven. Een leven waar mensen elkaar recht in de ogen kijken (gelukkig is een blik in de ogen van de ander
nog niet besmettelijk) en zich verbinden in al hun kwetsbaarheid, onmacht en onzekerheid.
Een leven in het volste vertrouwen dat we er niet alleen voor staan en waarin we elkaar kunnen bevrijden, vrij-maken.
Lc. 13, 1-9 (24/10/2020)
Terwijl Jezus hierover bezig was, waren er onder de aanwezigen die hem vertelden over de Galileeërs
van wie [de romeinse landvoogd] Pilatus het bloed vermengd had met dat van hun offerdieren.
Jezus antwoordde hun: “Denken jullie dat deze Galileeërs grotere zondaars waren dan de anderen, omdat ze dit hebben moeten lijden?
Neen!, zeg ik jullie, maar als jullie je niet bekeren, zul je allen op dezelfde manier omkomen.
Of die achttien die stierven toen de toren bij de Siloam [een vijver in Jeruzalem] op hen viel.
Denken jullie dat zij schuldiger waren dan de andere bewoners van Jeruzalem?
Neen!, zeg ik jullie, maar als jullie je niet bekeren, zul je allen op dezelfde manier opkomen.”
Hij vertelde nu deze gelijkenis:
“Iemand had in zijn wijngaard een vijgenboom geplant. Hij kwam er vruchten aan zoeken, maar vond er geen.
Hij zei tegen de wijngaardenier: “Kijk, drie jaar kom ik nu al vruchten zoeken aan deze vijgenboom, maar vind er geen.
Hak hem uit. Waartoe zou hij nog de grond verder uitputten!”
Maar de wijngaardenier antwoordde hem:
“Heer, laat hem nog dit jaar … Ik zal eerst nog eens de grond bewerken en bemesten.
Als hij dan vruchten draagt … En indien niet, hak hem later dan maar uit.”
Onvoorstelbaar toch, hoe de goddelijke logica van een totaal andere orde is dan de onze. Ons denken over schuld en straf wordt door deze logica
helemaal op z’n kop gezet – onderuit gehaald (?). Zoals jullie denken, zo denkt G-d niet, zegt Jezus.
Waan je niet vrij van schuld wanneer jou niets overkomt, wanneer je (menselijke gezien) niet gestraft wordt. Niemand is vrij van schuld (we zijn toch mensen!).
G-ds omgaan met zijn mensen is zó anders. Uitdagend! Telkens weer roept hij op, om extra zorg te dragen voor een leven dat dood dreigt te lopen.
Laat daarom je denken over oordeel en straf los en ga met de ander in relatie. Bouw netwerken uit, creëer een draagvlak en geef elkaar zo alle ruimte tot leven.
Zalig toch die goddelijke logica; zo heel-makend en barmhartig. Een logica die mij op weg zet om liefdevol en zorgzaam met elkaar om te gaan.
Om zó te leven, dat de ander er toe doet, wat er ook gebeurd is. Weet hebbende van het feit dat er zo in alle onvruchtbaarheid en/of doodsheid,
'nieuw’ leven mogelijk gemaakt kan/zal worden.
Lc. 13, 10-17 (26/10/2020)
Op een keer gaf Jezus op een sabbat onderricht in één van de synagogen.
Kijk! Er was een vrouw die al achttien jaar ziek was: ze was kromgebogen en kon zich in het geheel niet oprichten.
Jezus zag haar en sprak haar aan: “Vrouw, je bent ver-los-t van je ziekte”, en hij legde haar de handen op.
Onmiddellijk werd zij opgericht en zij verheerlijkte God.
De overste van de synagoge, die er zich aan ergerde dat Jezus op sabbat genas, zei tegen de aanwezigen:
“Zes dagen zijn er om te werken. Kom dan op deze dagen om jullie te laten genezen en niet op de sabbat.”
De Heer antwoordde hem: “Dubbelzinnigaard!
Maken jullie niet allemaal je os of ezel los van de voederbak om hem weg te leiden naar de drinkplaats?
Kijk toch! Was het dan niet nodig dat deze vrouw – nog wel een dochter van Abraham –
die de tegenstander [satan] achttien jaar lang gebonden hield, losgemaakt werd van deze band, juist op een sabbat?”
Toen hij dit gezegd had, werden al wie zich tegen hem stelden diep beschaamd.
De menigte echter was verheugd over al de heerlijke dingen die door hem gebeurden.
Een verhaal van een vrouw, op zichzelf teruggeplooid, niet in staat zich op te richten.
Kromgebogen: door ziekte? Door de omstandigheden waarin ze leeft? Door haar omgeving?
Niemand die het nog weet, achttien jaar al loopt ze kromgebogen, niemand die haar nog ziet.
Jezus ziet haar. Hij kijkt door haar ‘ziek-zijn’ heen en ziet haar waardigheid. Hij raakt haar aan en richt haar op.
Ze heeft amper de kans gekregen om te ervaren wat het met je doet als een ander jou écht ziet, je aanspreekt en aanraakt,
als ze door de oversten alwéér terecht gewezen wordt: Zes dagen zijn er om te werken (alsof mens-zijn iets te maken heeft met werken).
Maar Jezus laat dit niet gebeuren. Hij neemt het voor haar op. Kijk toch! Jullie die zo goed weten wat je te doen staat.
Je weet het als het gaat over je eigen bezit, je inkomen, je werk. Ja daarvoor komen jullie in beweging zelfs op de Sabbat.
Besef het maar! Een G-dgericht leven heeft consequenties! Als G-d écht je leven mag richten zal je niet langer bewogen worden
door prestaties en bezit maar wél door mensen – de meest kwetsbare, de rafelrandmensen, het eerst. Je zal hen zien, los-maken, aanraken en zo elkaar oprichten.
Lc. 13, 18-21 (27/10/2020)
Daarop zei Jezus: “Waarop lijkt het koninkrijk van God? Waarmee zal ik het vergelijken?
Het lijkt op een mosterdzaadje.
Iemand wierp het in zijn tuin en het groeide en werd een grote struik met vele takken waarin de vogels van de hemel zich nestelden.”
En opnieuw zei hij: “Waarmee zal ik het koninkrijk van God vergelijken?
Het lijkt op gist dat een vrouw verborg in een grote hoeveelheid meel, zodat het in z’n geheel doorgistte.”
Hoe spreek je over een ‘goddelijk’ samen-leven tussen mensen? Als het al ter sprake komt, is het stamelend, stuntelend en aarzelend.
We vinden er vaak geen woorden voor en gemakshalve zwijgen we dan maar.
Jezus niet, hij kan het niet laten om het Visioen ter sprake te brengen – nooit recht toe recht aan, altijd in metaforen.
Een mosterdzaadje dat ín zich de kiem draagt van G-ds rijk. Maar om dit te laten ontkiemen zal het weliswaar eerst moeten sterven.
Sterven om vol-ledig tot Léven te kunnen komen.
Of gist dat wordt toegevoegd aan het grotere geheel. Het verbindt zich met de massa, laat zichzelf los om zich zodoende volledig aan te sluiten bij het deeg.
Alleen zo kan het grotere geheel helemaal openbloeien, uitgroeien tot wat het moet worden.
G-dgericht Léven (verbinden, los laten, sterven om te leven) gebeurt, telkens weer, op die momenten, dat wij ophouden ons leven te beheersen
en het aandurven om onszelf los te laten en toe te vertrouwen aan die goddelijke Liefde. Dan zal Léven in ieder van ons ontkiemen.
Lc. 13,22-30 (28/10/2020)
Verder onderweg naar Jeruzalem, trok Jezus door steden en dorpen en gaf daar onderricht.
Iemand vroeg hem: “Heer, zijn het er weinig die bezig zijn gered te worden?”
Hij zei tegen allen: “IJver ervoor om binnen te gaan door de nauwe deur, want ik zeg jullie:
Velen zullen trachten er binnen te gaan, maar niet in staat zijn.
Wanneer de heer des huizes zal zijn opgestaan en de deur heeft gesloten, zullen jullie buiten staan en kloppen op de deur:
“Heer, doe open voor ons!” Dan zal hij antwoorden: “Ik weet niet van waar jullie zijn.”
Dan zullen jullie zeggen: “In jouw bijzijn hebben wij gegeten en gedronken en in onze straten heb je onderricht gegeven.”
Maar hij zal antwoorden: “Ik weet niet van waar jullie zijn. Weg van mij! – die ongerechtigheid doen. [Ps.6,9]
Daar zal het weeklagen en tandenknarsen zijn, wanneer jullie Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten in het koninkrijk van God zien,
terwijl jullie zelf buiten geworpen zijn. Zíj zullen komen van oost en west, van noord en zuid, en zíj zullen aan tafel gaan in het koninkrijk van God.
Kijk! Er zijn laatsten die eersten zullen zijn, en eersten die laatsten zullen zijn.
“Zijn het er weinig die bezig zijn gered te worden?” Rare vraag, waar we meestal overheen lezen.
Het ís ook tegenstrijdig: Onze redding kunnen wij niet eigenmachtig bewerken.
(Iedereen die al eens geprobeerd heeft ‘aan zichzelf te werken’ kan dit alleen maar beamen.
In het Evangelie wordt dit duidelijk door de genezing die Jezus brengt, enkel voor wie in de onmacht van hun eigen kwetsbaarheid staan.)
En toch moeten we er ‘mee bezig zíjn’, geeft Jezus onmiskenbaar aan. Alleen maar een beetje ‘in zijn nabijheid lopen’ en
‘luisteren naar zijn verhalen’ is niet voldoende! Het criterium is niet ‘in Jezus’ nabijheid zijn’ en nog minder ‘vrome woorden spreken’,
maar enkel: gerechtigheid doen. Het vraagt een hele Bijbel om op het spoor te komen wat ‘gerechtigheid’ is,
maar kort: het is ‘de rechte weg zoeken’, = G-dgericht, op welk punt je ook staat in je leven.
Het punt waar we met z’n allen op staan (maar telkens op heel verschillende plaatsen), is dat van de toch wel sombere corona-tijden.
‘Soit’ (helaas), maar de vraag is ook nu enkel: van op dít punt waar ik hier en nu sta, hoe kan ik vandaag leven richting G-d?
Alleen als ik mij díe vraag ernstig stel, kan ik gered worden!