Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mc.1,29-39 (4/02/2024)
29 Onmiddellijk daarna gingen zij naar buiten,
weg uit de plaats van samenkomst,
en gingen naar binnen
in het huis van Simon en Andreas,
samen met Jakobus en Johannes.
30 Maar Simons schoonmoeder lag neer,
gegrepen door koorts.
Onmiddellijk spaken zij hem over haar.
31 Hij ging naar haar toe,
nam haar bij de hand
en richtte haar op.
Onmiddellijk verliet de koorts haar
en zorgde zij voor hen.
32 Toen de zon was ondergegaan
en de sabbat ten einde,
brachten ze hem al wie erg zwak was
of bezeten.
33 Heel Kafarnaum kwam samen bij de deur
34 en hij heelde velen die erg zwak waren
door allerlei lijden
en wierp veel demonen naar buiten,
maar hij liet niet toe dat de demonen
van hem getuigden.
35 Heel vroeg in de morgen,
toen het nog donker was,
stond hij op en ging weg
naar een eenzame plaats,
om daar te bidden.
36 Simon en wie bij hem waren,
gingen hem achterna.
37 Toen ze hem gevonden hadden,
zeiden ze tegen hem: “Iedereen zoekt je!”
38 Hij antwoordde hen:
“Laten we naar ergens anders gaan,
naar de omliggende dorpen,
zodat ik ook daar kan verkondigen.
Dat is immers waarom ik op weg ben gegaan.”
39 Zo ging hij verkondigen
in de plaatsen van samenkomst [synagoge]
in heel Galilea,
en dreef demonen uit.
N.a.v. dit stukje Evangelie – dat je zou kunnen zien als een korte samenvatting van héél het Evangelie (behalve het cruciale aspect van Jezus’ dood en verrijzenis) – wil ik even wijzen op een verschil dat vaak te merken valt tussen wat we Jezus zien doen en wat we in onze hedendaagse kerkelijk praktijk doen.
Waar horen en zien we Jezus meest bezig? Bij de zieken, de zwakken, bezetenen, sukkelaars, uitgerangeerden, … Ik wil niet lastig doen, maar kunnen we er omheen? Véél minder zien en horen we Jezus in de tempel; af en toe – zoals hier ook – wel ‘op eenzame plaatsen om te bidden (dat is blijkbaar ook niet de tempel of de synagoge! – daar komt hij vooral om te verkondigen!)
En onze kerk vandaag (ík vandaag)? Doen wij wat Jezus deed? Hanteren wij dezelfde verhouding tussen ons ‘in het kerkgebouw zijn’ en ‘onder de mensen (vooral de uitgerangeerden) zijn’? Maken wij niet de foute keuzes in de verdeling van onze tijd?
Laat dit niet zomaar een verzuchting zijn, maar een oproep het van nu af anders te doen – ttz: hetzelfde als onze voorganger.
Mc.8,14-21 (18/02/2025)
14 Nu hadden ze vergeten brood mee te nemen
waardoor ze maar één brood bij zich hadden in de boot.
15 Jezus drukte hen op het hart:
“Zie toe, pas op
voor het zuurdesem van de farizeeën
en het zuurdesem van Herodes!”
16 Zij bleven onder elkaar overleggen
dat ze geen broden hadden.
17 Toen Jezus dat merkte, zei hij tegen hen:
Waarom blijven jullie zeggen dat je geen broden hebt?
Besef en begrijp je het nu nog niet?
Is jullie hart nog zo verhard?
18 Jullie hebben ogen, en je ziet niet?
Jullie hebben oren, en je hoort niet?
Herinneren jullie je niet
19 dat ik de vijf broden heb gebroken voor vijfduizend mensen?
Hoeveel korven vol resten heb je toen verzameld?”
Ze zeiden: “Twaalf.” [Mc.6,41-44]
20 “En toen ik de zeven broden brak voor vierduizend mensen,
hoeveel manden met resten heb je toen verzameld?”
Ze zeiden: “Zeven.” [Mc.8,5-9]
21 Hij zei hen: “En je begrijpt het nóg niet …?”
Elke dag zijn wij getuige van de betekenis van Jezus voor de wereld, maar blijkbaar begrijpen wij het nog steeds niet! Wij kijken blijkbaar te gemakkelijk alleen maar naar de buitenkant, de materiële kant: wat levert het op in mijn buik!
Maar Jezus zegt: Het gaat niet om je buik, maar om je hart! Hoe innig verbind je je met mij?
De farizeeën, in hun verblindheid, kiezen uitdrukkelijk voor een verzuurde verbinding. Dat levert natuurlijk geen voeding op waar een menigte zich kan aan laven. Maar de leerlingen brengen het er niet zomaar beter van af – tenzij ze bereid zijn ‘zich de les te laten lezen’ door Jezus. Dat kan een beetje een pijnlijk moment zijn in hun vriendschap met Jezus, maar is blijkbaar noodzakelijk om dieper door te dringen in wie hij werkelijk is, wat hij kan en wil betekenen voor de wereld en hoe zij daar kunnen aan meewerken. De leerlingen moeten immers tot een ‘hartelijke verbinding’ met hem komen, als zij – in zijn Naam – ‘voedzaam’ willen worden voor de mensen om hen heen.
Mc.3,1-6 (20/1/2021)
Jezus ging opnieuw de plaats van samenkomst [in Kafarnaüm] binnen. Daar was iemand met een verdorde hand.
Men hield hem in de gaten of hij op sabbat zou genezen, zodat ze hem konden aanklagen.
Hij zei tegen degene met de verdorde hand: “Sta op. Kom hier in het midden.”
En tegen hen zei hij: “Wat moet men doen op sabbat: goed of kwaad, iemand bevrijden of doden?”
Maar zij zwegen. Woedend keek hij rond, diep bedroefd om de verhardheid van hun hart,
en hij zei tegen hem: “Strek je hand uit.” Hij strekte zijn hand uit en die herstelde helemaal.
De farizeeën gingen naar buiten en onmiddellijk beraadden ze met de herodianen hoe ze hem zouden kunnen ombrengen.
Er was een diep verdriet in hem. Het verdriet was niet zichtbaar. De verdorde hand wel.
Zichtbaar was zijn geklungel bij het werk, zijn geknoei bij het eten én … de blikken van minachting die hem dat opleverde.
Nu ging hij naar de bidplaats. Hij wou. Ook al had men hem al lang laten voelen dat zijn bidden maar half was.
Nu was daar iemand aanwezig die óók diep bedroefd was. Níet om verschrompelde handen, maar om verschrompelde harten.
Stel je voor! Hij was bereid goed te doen!
“Strek je hand uit, hier in ons midden.” Geen minachtende blikken bij hem, alleen een mee-vóelen van het verborgen verdriet.
En hij werd ge-heel-d. Zijn hand en zíjn hart.
Zouden ook de harten van de andere aanwezigen ge-heel-d worden …?
Mc.6,30-34 (3/02/2024)
30 De uitgezondenen [aposteloi] verzamelden zich weer bij Jezus
en gaven hem verslag
over alles wat ze gedaan en onderwezen hadden.
31 Hij zei tegen hen:
“Komen jullie nu zelf eens mee naar een eenzame plaats
om een beetje uit te rusten.”
Want er waren er zovelen die kwamen en gingen
dat ze zelfs geen gelegenheid hadden om te eten.
32 Ze vertrokken met de boot
naar een eenzame plaats, alleen.
33 Velen zagen hen vertrekken
en ze begrepen wat er gaande was.
Vanuit de steden renden ze te voet erheen
en waren er nog vóór hen.
34 Toen Jezus uitstapte
zag hij dan ook een grote menigte.
Hij werd ten diepste bewogen om hen,
want ze waren als schapen zonder herder.
En hij begon hen over vele dingen te onderrichten.
We kennen dit verhaal; we weten het trouwens uit onze eigen ervaring; en toch ‘vergeten’ we het iedere keer weer hoe nodig het is om ons regelmatig eens wat terug te trekken uit de drukte, en de echte stilte en eenzaamheid op te zoeken. Dat gaat niet louter over ‘vakantie nemen’ (hedendaagse vakantieoorden beantwoorden niet altijd aan het criterium ‘stil en eenzaam’). Jezus bedoelt het duidelijk als ‘herbronning’: opnieuw contact zoeken met je bron, je kern, de reden waartoe en van waaruit je je leven leeft.
In de drukte van onze bezigheden verliezen wij vaak het contact daarmee en weten wij soms niet meer waarom we eigenlijk doen wat we doen! Vraag het maar eens aan een collega (óók binnen het pastorale werk!) – of nog beter: vraag het aan jezelf!
Jezus nodigt ons uit – of eigenlijk juister: hij gebiedt ons! – om toch regelmatig eens naar ‘een eenzame plaats’ te gaan. Het is de plek waar we onszelf kunnen hervinden, omdat we er ons opnieuw bewust van worden dat we “in G-d leven, bewegen en zijn” (Hand.17,28).
Mc.8,11-13 (17/02/2025)
11 De farizeeën gingen naar Jezus toe
en ze begonnen met hem te twisten
door van hem een teken uit de hemel te verwachten
en hem zo op de proef te stellen.
12 Uit het diepst van zijn wezen slaakte Jezus een zucht, en zei:
“Waarom verwachten jullie toch een teken?
ik verzeker jullie: dat zal niet gebeuren!”
13 Hij liet hen achter,
stapte weer in de boot
en ging weg naar de overkant.
“Ik? Ik zoek nooit ruzie met Jezus! Waarom zou ik? Hij is mijn steun, mijn toeverlaat, mijn vriend, mijn tochtgenoot, mijn alles … “
Tot hij eens niet doet wat ik wil, niet het antwoord geef dat ik verwacht, niet de oplossing aanreikt die ik hoop, … en dus niet het teken van zijn goddelijke vriendschap voor mij toont op een wijze zoals ik het bepaal …
Is dat de vriendschap die Jezus van mij mag verwachten? Misschien logisch dat hij een diepe zucht slaakt …
Mc.3,7-12 (21/1/2021)
Jezus en zijn leerlingen trokken zich terug naar het meer.
Een grote menigte volgde hem, vanuit Galilea, Judea, Jeruzalem, Idumea;
en van over de Jordaan en rond Tyrus en Sidon. Heel velen die hoorden wat hij allemaal deed,
kwamen naar hem. Hij zei tegen zijn leerlingen
dat ze een bootje in de buurt moesten houden opdat ze hem niet zouden verdringen.
Want hij genas velen, zodat al wie een of andere kwaal had op hem aandrong om hem aan te raken.
En toen de nog niet gereinigde geesten hem zagen, vielen zij voor hem neer en krijsten: “Jij bent de zoon van God!”
Maar hij snauwde hen met kracht af dat ze hem niet bekend mochten maken.
Jezus had wat ster-allures! Een schare die hem altijd maar volgt, aan zijn lippen hangt,
en aan zijn kleren … Groupies (met het postuur van vissers zullen ze eerder lijfwachten geleken hebben) die hem moeten beschermen.
Ja, ‘uitstraling’ had hij zeker. (Ook in alle klassieke afbeeldingen van Jezus, gaf men dit weer door de ‘aura/aureool’, de stralenkrans of gloed rond zijn hoofd.)
Zou Jezus, als hij vandaag leefde, veel ‘vrienden’ hebben gehad op facebook? Een hele schare ‘volgers’ op twitter?
Zou de pers zich verdrongen hebben – en veel betaald – om een interview te krijgen? Zou hij zijn privéleven (hoe hij met zijn Vader omging)in ‘de blaadjes’ hebben gezet?
Of omgekeerd: Zouden ‘de sterren van vandaag’ hun invloed aanwenden om allerlei noodlijdenden te helen?
Zouden zij de kracht hebben iets te veranderen in het leven van hun volgers – én er dan nog duidelijk bij zeggen dat ze het niet bekend mogen maken?
We zullen het nooit weten … Niet omdat Jezus niet vandaag leeft of omdat er vandaag geen sterren zouden zijn die zoiets doen,
maar omdat het geheim van een échte ster alleen te zien is … in een stal.