Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt.6,1-6.16-18(15/06/2022)
Hoed je ervoor je integriteit [gerechtigheid] niet te doen voor de mensen, zodat je zou gezien zijn door hen. Want dan vind je geen vergoeding bij je Vader in de hemel.
Wanneer je dus [een daad van] tederheid doet, bazuin dat dan niet voor je uit zoals de huichelaars [hypocritai, voorbij het oordeel] doen in de plaatsen van samenkomst [synagoge] en op straat om door de mensen geëerd te worden. Zeker, ik zeg jullie: Ze hebben hun loon al!
Maar als jij [een daad van] tederheid doet, moet je linkerhand niet weten wat je rechter doet, zodat je [daad van] tederheid in het verborgene blijft. En je Vader die in het verborgene ziet, zal je vergoeden.
En wanneer je bidt, wees dan niet zoals de huichelaars. Zij houden ervan te staan bidden in de synagogen en op de hoeken van de straten om zich te tonen aan de mensen. Zeker, ik zeg jullie: Ze hebben hun loon al!
Maar als jij bidt, ga dan in je binnenkamer, sluit de deur en bid tot je Vader die in het verborgene is. En je Vader die in het verborgene ziet, zal je vergoeden.
En wanneer je vast, zet dan geen somber gezicht, zoals de huichelaars. Zij maken hun gezicht ontoonbaar om de mensen te tonen dat ze vasten. Zeker, ik zeg jullie: Ze hebben hun loon al!
Maar als jij vast, zalf dan je hoofd en was je gezicht om je niet als vastende te tonen aan de mensen, maar aan je Vader in het verborgene. En je Vader die in het verborgene ziet,
zal je vergoeden.
In zijn onderricht focust Jezus vandaag op ‘integriteit’. De manier waarop hij de elitegelovigen (huichelaars, toneelspelers) aan de slag ziet gaan, werkt hem danig op de zenuwen. Dit wil niet zeggen dat hij hun praktijken op zich veroordeelt, integendeel. Het enige dat hij vraagt is een grondig onderzoek naar de drijfveer van je handelen: Wat is je motivatie om te bidden, te vasten en daden van tederheid te stellen? Is je drijfveer uiterlijk vertoon, dan heb je je loon al gekregen. Doe je het zodat je ego gestreeld wordt en mensen naar je opkijken, weet dan dat deze praktijken niet bedoeld zijn om vroom te wezen, zodat je omgeving je ‘heiligheid‘ zou bewonderen. Zit de drijfveer binnen in jou, in het verborgene? Vertrekt je integriteit vanuit een innerlijke levensingesteldheid die met G-d van doen wil hebben? Dan zal het verder stromen van binnen naar buiten (en niet omgekeerd). Dan zal die liefdesstroom overstromen naar anderen toe. Dan zal de innige tederheid die G-d voor mij heeft, dóórstromen in mijn omgaan met mensen.
Mt.5,17-19 (8/06/2022)
(Tussen 7 en 24 juni hebben we een continue lezing van de Bergrede. Meer dan de moeite waard om wat extra aandacht aan te besteden. In deze rubriek vind je zoals gewoonlijk een duiding bij het stukje lezing dat voorzien is voor deze dag. Ter oriëntering schreven we er vorig jaar ook een inleiding bij over het geheel. Die vind je onder deze link.)
“Denk niet dat ik gekomen ben om de wet en de profeten te ontbinden. Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.
Amen, ik zeg jullie: Totdat hemel en aarde voorbijgaan, zal niet de kleinste letter van de wet voorbijgegaan zijn – totdat alles is gebeurd.
Wie dus ook maar het kleinste van de geboden loslaat en het zo leert aan de mensen, zal de kleinste genoemd worden in het koningschap van de hemelen. Wie ze echter doet en leert, die zal groot genoemd worden in het koningschap van de hemelen.”
Wat bedoelt Jezus met ‘ik ben gekomen om de wet te vervullen’ – en wat betekent dat dan voor óns?
We zouden kunnen denken aan iets wat in het verlengde lag van de Joodse wet – de Thora – zoals Jezus die in zijn jeugd had leren kennen, aanvullingen en bijschavingen die hij vanuit zijn ervaring en bezinning nodig vond. Maar eigenlijk lezen we bij Jezus nergens ook maar iets van een toevoeging of verandering van wat er al is. Met ‘vervullen’ bedoelt hij zo simpel als je het maar kunt begrijpen: het dóen!
En je hoeft geen Jezus te zijn om de krachtdadigheid daarvan te zien! Hoe anders zou de wereld – de mijne incluis – er niet uitzien als mensen ook daad-werkelijk zouden doen wat ze zeggen?! (Het schijnt het allerbeste dieet te zijn: mensen alleen dat te eten te geven wat ze zéggen dat ze eten!)
De Thora was gegeven om het Verbond tussen G-d en de mensen daad-werkelijk te maken. Jezus doet niet anders dan dat niet alleen te zeggen, maar ook te doen – Verbond(enheid) te zíjn.
Nu aan mij om mijn daden te laten overeenstemmen met mijn woorden – dat wordt hemels!
Mt.19,27-29 (11/07/2023)
27 Petrus ging daarop in en zei tegen Jezus:
“Kijk, wíj hebben toch maar alles losgelaten
en wíj zijn je gevolgd.
Wat zal er dan voor ons zijn?”
28 Jezus antwoordde aan allen:
“Amen, ik zeg jullie:
Jullie die mij gevolgd zijn,
bij het opnieuw geboren worden,
wanneer de mensenzoon zal zitten op zijn troon van heerlijkheid,
zullen ook zitten op twaalf tronen,
oordelend over de twaalf stammen van Israël.”
29 En ieder die zijn huis heeft losgelaten,
of zijn broers of zussen,
of zijn vader of moeder
of zijn vrouw of kinderen,
of zijn akkers
omwille van mijn naam,
zal honderdvoudig ontvangen
en het volle leven erven.
Je kunt vandaag nogal kiezen wat je viert: de Vlaamse feestdag of de patroon van Europa (Benedictus). Wij kiezen ervoor om Benedictus als ‘monnikenvader’ in het licht te stellen.
Het Evangelie legt het accent op ‘alles achterlaten’. Dat is natuurlijk wel voor een goed deel zo in een monnikenleven, maar Benedictus – toen al in het spoor van velen vóór hem – wees erop dat dat ‘alles achterlaten’ geen doel op zichzelf is, maar een ‘weg’ – een ‘school’ noemde hij het – om iets anders, iets bijzonder waardevols, te ontdekken, nl. ‘het volle leven’.
Voor mensen die niet in een abdij leven blijft het een beetje een ‘geheim’ wat voor waardevols in zo’n leven kan verscholen liggen. Toch is het geen ‘geheim’ dat we niet zouden mógen kennen. We kunnen en mogen wel degelijk in de buurt komen.
Ja, in alle bescheidenheid mag het gezegd: wat je vind op deze website van verbondenleven is een weg daarnaar, en wie het dagelijks ter harte neemt ‘schoolt’ zich op die weg. (Wist je dat een – niet weerhouden – ondertitel voor ons Onderweghuis was: abdij voor monniken in de wereld!)
Mt.4,12-17.23-25 (6/01/2025)
12 Toen Jezus hoorde dat Johannes was overgeleverd,
week hij uit naar Galilea.
13 Hij verliet Nazaret
en kwam wonen in Kafarnaüm aan het meer,
in het gebied van Zebulon en Naftali,
14 opdat vervuld zou worden
wat door de profeet Jesaja werd gesproken:
15 Land van Zebulon en Naftali,
aan de weg naar het meer
en aan de overkant van de Jordaan,
Galilea van de [niet-Joodse] volken:
16 Het volk dat in duisternis zat,
heeft een groot licht gezien;
en voor wie wonen in de schaduw van de dood
is een licht opgegaan. [Jes.8,23 – 9,1]
17 Van toen af begon Jezus te verkondigen:
“Keer om/ver-ander,
want het koningschap der hemelen is dichtbij gekomen.”
23 Jezus trok rond in heel Galilea.
Hij gaf onderricht in hun plaatsen van samenkomst [synagoge]
en verkondigde het bevrijdende nieuws van het koningschap,
en hij genas elke ziekte en elke zwakte onder het volk.
24 Het gerucht over hem ging rond tot in heel Syrië
en ze brachten bij hem
allen die het moeilijk hadden,
door allerlei ziekten en pijnen bevangen waren,
die gedemoniseerd of maanziek waren
en verlamden,
en hij genas hen.
25 Er volgde hem een hele menigte
uit Galilea, uit Dekapolis [het hellenistische tienstedengebied]
uit Jeruzalem, uit Judea en van over de Jordaan.
Blijkbaar trad Jezus eerst op in Juda, het zuidelijke deel van het land, waar Jeruzalem, het religieuze centrum, lag, en waar ook Johannes doopte langs de Jordaan. Maar als Johannes gevangen genomen wordt, en niet zo lang daarna onthoofd, keert Jezus terug naar zijn meer afgelegen geboortestreek Galilea. Het dorpje Nazareth is dan blijkbaar toch te klein om zijn boodschap te kunnen brengen; hij vestigt zich in het handelsstadje Kafarnaüm aan het grote meer, en van daar trekt hij rond in heel Galilea.
‘Zijn uur’ om zich over te leveren aan de handen van de mensen, zoals het Johannesevangelie zal zeggen, is nog niet gekomen. Eérst wil hij onder de mensen vertoeven. Hij wil hun vreugde en leed delen én het daar middenin verkondigen dat G-d nabij is! Hij wil mensen laten zíen dat in wat voor duisternis ook, er licht opgaat vanwege G-d. Hij wil mensen helen, zodat ze weer Léven.
Veel getimmerd – zoals hij in zijn jonge leven had geleerd en uitgeoefend – zal hij niet meer hebben gedaan, of het ware aan de weg …
Mt.7,6.12-14 (27/06/2023)
6 Geef het heilige niet aan de honden,
en werp je parels niet voor de varkens
[honden en varkens werden als onrein gezien],
opdat zij ze niet met hun poten vertrappen,
zich tegen je keren en je verscheuren.
12 Dus alles wat je zou willen
dat mensen voor jou doen,
doe dat voor hen.
Dat is wet en profeten!
13 Ga binnen door de nauwe poort,
want breed is de poort
en ruim de weg
die leidt naar de ondergang
en velen gaan daarlangs naar binnen.
14 Maar nauw is de poort
en smal de weg
die leidt naar het leven,
en weinigen vinden haar.
Drie afzonderlijke wijsheidsspreuken. We blijven alleen even staan bij de eerste, omdat … we er nooit bij stilstaan. Integendeel, we gaan er ‘met opzet’ aan voorbij omdat het de in onze tijd een beetje ongemakkelijke – ‘politiek niet correcte’ – boodschap verkondigt dat niet zomaar iedereen eraan toe is om het ultieme van het geloofsgebeuren te begrijpen, zelfs niet te aanhoren!
Dat is een gewaagde uitspraak. Maar Jezus doet ze! En misschien moet dat ook ons wel aan het denken zetten over hoe we met ons Christelijk verhaal in deze niet-christelijke tijden omgaan.
Bemerk daarbij natuurlijk wel, dat Jezus – overtuigd zijnde van déze waarheid – ondertussen niet vermeed om met ‘honden en varkens’ om te gaan! Integendeel: hij zoekt ze op, gaat ermee in gesprek, raakt ze aan(!), heelt ze, … en nodigt ze uit, …
Maar het diepe geheim over zijn relatie met zijn G-d, stamelt hij alleen uit tegenover zijn leerlingen; en zijn allerdiepste geheim … blijft gehuld in de stilte van zijn gebed. Alleen wie ‘op kousenvoeten’ dáárin binnentreedt, zal ‘iets’ van dat heilige ontwaren …
Mt.9,18-26 (10/07/2023)
18 Hij was nog niet uitgesproken, of kijk:
er kwam een overste [van de synagoge] naar hem,
boog voor hem neer en zei:
“Mijn dochter is zojuist gestorven,
maar kom, leg haar je hand op
en ze zal leven.”
19 Jezus veerde op [werd klaarwakker] en volgde hem,
samen met zijn leerlingen.
20 En kijk, er was een vrouw
die al twaalf jaar aan bloedverlies leed
die hem langs achteren naderde
en de zoom van zijn mantel aanraakte.
21 Want ze dacht:
“Zelfs als ik alleen maar zijn mantel aanraak,
zal ik bevrijd worden.”
22 Maar Jezus draaide zich om en zag haar:
“Wees gerust dochter, je vertrouwen heeft je bevrijd.”
En vanaf dat uur was de vrouw bevrijd.
23 Nu kwam Jezus in het huis van de overste.
Hij zag de fluitspelers en de vele getroebleerde mensen
24 en zei hen: Ga weg [maak plaats],
want het meisje is niet gestorven, maar slaapt.”
Maar ze lachten hem uit.
25 Toen de menigte dan buitengedreven was, ging hij binnen.
Hij nam haar hand vast en het meisje stond op [werd wakker].
26 Het verhaal hierover ging rond in heel de streek.
We kennen dit verhaal beter in de langere Lucasversie (Lc.8,40-56). Hier lijkt het ‘gecondenseerd’, waardoor enkele trekken er nog scherper uit komen: Het kind van de overste ís al gestorven wanneer hij zijn vraag stelt. En toch stelt hij heel zijn vertrouwen op Jezus. Hij gaat er simpelweg van uit dat Jezus levenskracht heeft – Lévenskracht.
En dat blijkt ook te kloppen. Letterlijk staat er dat Jezus ‘klaarwakker’ werd toen de overste met zijn vraag kwam. De confrontatie met de dood maakt Jezus blijkbaar springlevend. Het maakt in hem iets wakker waar hij wel moet op reageren. Zijn boodschap over een Lévende G-d zou niets betekenen als hij die mensen nu niet nabij zou zijn.
Kan ik het rotsvaste vertrouwen van die vader opbrengen, en geloven in G-ds rotsvaste Aanwezigheid, ook midden al wat dood lijkt in mijn en andermans leven?