Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt. 11,25-30 (29/04/2023)

25     Ook in die tijd zei Jezus:
       “Ik prijs en dank je, vader, heer van hemel en aarde,
       dat je deze dingen verborgen hebt
       voor [eigenmachtige] bekwamen en verstandigen
       en ze onthuld hebt
       voor [onmachtige] onmondigen.
26    Ja, vader, zo heb jij het goed bevonden voor jouw gelaat.
27    Alles is mij door mijn vader toevertrouwd,
       en niemand weet wie de zoon is, behalve de vader,
       en niemand weet wie de vader is, behalve de zoon
       en aan wie de zoon het wil onthullen.
28    Kom naar mij,
       allen die vermoeid bent en onder lasten gebukt,
       en ik zal je rust geven.
29    Neem mijn juk op:
       laat mij je leermeester zijn
       – zachtaardig en deemoedig van hart,
       en je zult rust vinden in jezelf.
30    Want mijn juk is teder
      en mijn last is licht.

Vandaag even de keuze voor de heilige, ook al is het liturgisch gezien ‘maar’ een ‘gedachtenis’. De titel ‘kerkleraar’ krijg je niet zomaar (kerklerarés nog minder!). Slechts een handjevol heiligen uit onze spiritualiteitsgeschiedenis kregen deze hoogste onderscheiding. We mogen er dus altijd in bewondering voor staan, maar ‘onze Catharina’ heeft het klaargespeeld op amper 33 jaar! Hoe deed zij – en anderen die op erg jonge leeftijd al een hoge wijsheid bereikten – dat?
De keuze voor dít stuk Evangelie zegt het helemaal! Zij belichaamden wat hier staat: bekwaamheid en verstand zijn nuttige hulpmiddelen, maar zeggen op zich niets over de G-dgerichtheid. De erkenning van eigen onmacht en kleinheid daarentegen, zijn een weg naar de levensruimte waarin G-ds barmhartigheid in ons leven kan binnenkomen.
Het klinkt bedrieglijk eenvoudig. Helaas echter is voor de meesten van ons eenvoudig leven … niet eenvoudig … Maar onze leermeester nodigt ons uit, en wij krijgen een heel leven om te leren antwoorden!

Mt.21,23-27 (12/12/2022)

Jezus kwam in de tempel en gaf er onderricht. De hogepriesters en oudsten van het volk vroegen: “Met welke bevoegdheid doe jij deze dingen, en wie heeft jou deze bevoegdheid gegeven?”
Jezus antwoordde hen: “Ik zal jullie ook een vraag stellen. Als je mij daarop antwoordt,
kan ik jullie zeggen met welke bevoegdheid ik deze dingen doe. De doop van Johannes, vanwaar was die, van de hemel uit, of van de mensen uit?”
Zij overlegden nu onder elkaar: “Als we zeggen ‘van de hemel uit’, zal hij ons zeggen: waarom heb je hem dan niet geloofd?; als we echter zeggen ‘van de mensen uit’, zijn we bang voor het volk, want zij houden Johannes voor een profeet.” Ze gaven Jezus dus als antwoord: “We weten het niet.”
Daarop zei Jezus ook tegen hen: “Dan kan ik jullie ook niet zeggen met welke bevoegdheid ik deze dingen doe.”

Verblindheid is een tragisch fenomeen. Je sluit je ogen voor iets wat je wel degelijk wél ziet – anders hoefde je er je ogen niet voor te sluiten. Je kíest ervoor níet te zien wat er te zien ís!
Verblindheid is iets waar ‘de hogepriesters en oudsten’ wel meer blijk van geven in het Evangelie, maar in welk spel Jezus nooit meegaat. Hun verblindheid bestaat erin vastgelopen te zijn in het eigen grote gelijk, waardoor er geen ruimte was voor het zien van de nieuwheid die Jezus brengt.
Als wij zeggen en menen Jezus wél ruimte te willen geven in ons leven, dan is het van belang de verblindheid die ook in ons leven bestaat te proberen ontdekken. Dat vraagt veel! Want per definitie zien we de verblindheid van onszelf niet goed en moeten we dus de durf hebben andere mensen naar ons leven mee te laten kijken. En wat we dan zullen zien zal ‘in onze eigen ogen’ niet zo mooi lijken. Dat kan erg lastig zijn, maar het grote geschenk ervan is: deze eerlijkheid brengt ons tot waarachtig gesprek met Jezus!

Mt.13,44-52 (30/07/2023)

44    “Opnieuw.
       Het koningschap der hemelen is te vergelijken met
       een schat die verborgen is in een akker.
       Iemand vindt hem en verbergt hem weer,
       om vol blijdschap alles te gaan verkopen wat hij heeft
       om die akker te kopen.”

45    “En opnieuw.
       Het koningschap der hemelen is te vergelijken met
       een koopman op zoek naar mooie parels.
46    Als hij één uitzonderlijk waardevolle vindt,
       gaat hij alles verkopen wat hij heeft
       en koopt die ene parel.”

47    “En opnieuw.
       Het koningschap der hemelen is te vergelijken met
       een sleepnet dat neergelaten wordt in het meer
       en allerlei soorten [vissen] bijeenbrengt.
48    Als het vol is, trekt men het op de oever,
       men gaat zitten en verzamelt de goede [vissen] in kuipen,
       de slechte werpen ze weg.

49    Zo zal het zijn bij de voleinding van de tijden.
       De engelen zullen er op uittrekken
       en zij zullen de slechten [verdwaasden]
       van de rechtvaardigen [integeren] scheiden
50    en hen in de vuuroven werpen.
       Daar zal er geween en tandengeknars zijn.”

51    Jezus vroeg hen nu:
       “Hebben jullie dit alles begrepen?”
       “Ja”, antwoorden zij.
52    Nu zei hij:
       “Zo lijkt iedere schriftgeleerde
       die leerling is geworden in het koningschap der hemelen
       op een huisvader
       die uit zijn schat oud en nieuw voortbrengt.”

Met deze parabels wordt de parabelrede afgesloten. Als je de tekst van het 13° hoofdstuk van Matteüs in zijn geheel neemt, dan licht er een mooie visie op over het rijk der hemelen.
Eerst vertelt Jezus over een zaaier die overal zaait, daarmee zegt hij hoe G-d is. G-d biedt overal en in alle omstandigheden zijn liefde aan. Ook als er maar een klein gedeelte van het zaad in goede aarde valt, is dat voldoende opdat het geheel geheiligd wordt. De ontdekking van dit aanbod, zo vervolgt de redevoering, is als het bij toeval vinden van een schat bij het omspitten van een akker of het ontdekken van een kostbare parel. De onverwachte en onverdiende vondst geeft zoveel vreugde dat men alles loslaat om dat ene te begroeten. En zegt Jezus, die vreugde is de basis om te verdragen dat goede en slechte vissen samenleven in dat ene net.
Zo zouden wij moeten kunnen leven, als onbezorgde, eenvoudige mensen, die gelukkig zijn om dat overrompelende aanbod van G-d, mensen die het in grote verdraagzaamheid aan deze milde G-d overlaten om te oordelen.

Mt.17,14-20 (12/08/2023)

14    Toen ze bij de menigte kwamen,
       kwam iemand naar Jezus toe
       en viel voor hem op de knieën:
15    “Heb erbarmen met mijn zoon,
       want hij is maanziek en lijdt kwaad:
       soms valt hij in het vuur, soms in het water …!
16    Ik heb hem bij jouw leerlingen gebracht,
       maar zij waren niet bij machte hem te genezen.”
17    Jezus antwoordde nu:
       “O generatie zonder vertrouwen en op de verkeerde weg,
       tot wanneer moet ik nog bij jullie zijn,
       tot wanneer moet ik jullie nog verdragen!?
       Breng hem hier bij mij.”
18    En hij sprak de demon dwingend toe
       en hij ging van hem weg.
       Vanaf dat uur was de jongen genezen.
19    Toen de leerlingen alleen waren bij Jezus, vroegen ze:
       “Waarom konden wij die niet uitdrijven?”
20    Hij zei: “Omwille van jullie niet-vertrouwen.
       Amen, ik zeg jullie:
       Als je een vertrouwen hebt als een mosterdzaadje,
       kun je tegen deze berg zeggen
       ‘verplaats je van hier naar daar’
       en hij zal zich verplaatsen.
       Niets zal onmogelijk zijn voor jullie.”

Zoals vaker bij een genezing, speelt ‘geloof’ een cruciale rol. Het opmerkelijke is hier dat het niet gaat over het geloof van de omstaanders of de betrokkenen, maar wel over het ‘niet-vertrouwen’ van de leerlingen. Aangrijpend is hun vraag: “Waarom konden wij het niet?” Het doet Jezus pijn te merken dat er nog maar zo weinig geloof gegroeid is in zijn leerlingen. Vooral omdat hij beseft dat zijn fysiek leven niet oneindig door kan gaan en dat hij dus de volgende generaties nodig heeft om zijn werk verder te zetten. De vraag wordt dus ook aan ons gericht: Hoe staat het met ons vertrouwen? Durven wij te geloven en erop te vertrouwen dat ook wij die levenskracht (zoals het gelegd werd in elk (mosterd)zaadje) hebben ontvangen, om vrucht te dragen en Léven te geven? De natuur (waarvan wij toch een onderdeel zijn) laat het ons elke keer opnieuw zien, waarom dan nog langer blijven twijfelen en niet-vertrouwen?
Vertrouw dus maar, dan zal ook jij ‘onmogelijke dingen’ doen.

Mt. 8,5-11 (28/11/2022)

Toen Jezus binnenging in Kafarnaüm, kwam er een centurio [honderdman, Romeinse legeroverste] smekend naar hem: “Heer, mijn jongen [kan zijn zoon zijn, of een dierbare knecht] ligt thuis verlamd en lijdt vreselijke pijn.”
Jezus zei hem: “Ik zal hem komen genezen.”
Maar de centurio antwoordde hem: “Heer, ik ben te klein dat je in mijn huis zou komen, maar spreek slechts één woord en mijn jongen zal gezond worden. Want ook ik ben een mens aan wie volmacht werd gegeven. Ik heb soldaten onder mij en als ik tot de ene zeg ‘ga’, dan gaat hij, en tot de ander ‘kom’, dan komt hij, of tegen mijn dienstknecht ‘doe dit’, dan doet hij dat.”
Toen Jezus dit hoorde, verwonderde hij zich en zei tegen wie hem volgden: “Amen, ik zeg jullie: Zelfs in Israël heb ik niet zo’n groot geloof/vertrouwen gevonden! Daarom zeg ik jullie dat velen van oost tot west zullen komen en met Abraham, Isaak en Jakob deel zullen hebben aan het koningschap van de hemelen.

Ik lig thuis verlamd en lijd vreselijke pijn. Mijn ouders zijn radeloos – ik nog meer (denk ik toch), maar daar gaat het nu niet om; ik wil je over mijn vader vertellen. Mijn vader – stel je voor, de geachte en gevreesde – overigens ook wel gehate – Romeinse legerhoofdman hier in Kafarnaüm – mijn vader heeft al zijn statie afgelegd en is toegestapt naar een of andere Joodse rabbi. Die maakt hier wel wat furore onder de Joden, maar bij ons, Romeinen, is het alleen maar reden voor meer misprijzen. Mijn vader is naar die man toegestapt en heeft hem gevraagd – stel je voor: gevráágd! mijn vader vraagt nooit iets, zijn wil is wet – of hij mij wil genezen. Kan dat dan? Kan díe dat dan? Waarom zou dat? Niets heeft geholpen!
Ik snap er niets van, maar het is toch gebeurd! Blijkbaar zat er iets in de houding van mijn vader die in die Joodse rabbi iets los kon maken wat onze krachten te boven gaat. Het gaat over zoiets als vertrouwen en ootmoed – woorden die ik wel ken, maar duidelijk nog moet leren beleven.
Voor nu ben ik al blij dat ik zo’n vader heb.
Kinderen in pijn zúllen zo’n vader hebben, als ik straks zo’n vader voor hen wil zíjn …

Mt.12,1-8 (15/07/2022)

Op zekere sabbat liep Jezus door korenvelden. Zijn leerlingen kregen honger en begonnen aren te plukken en te eten. De farizeeën echter zagen dit en zeiden: “Kijk! Je leerlingen doen iets wat niet mag op sabbat.” Hij antwoordde:
“Hebben jullie geen kennis genomen van wat David deed toen hij en zijn metgezellen honger kregen? [1Sam.21,1-16] Hoe hij het huis van God binnenging en de uitstallingsbroden opat, die hij noch zijn metgezellen mochten eten, maar alleen de priesters? Of hebben jullie geen kennis genomen van de wet dat de priesters die op sabbat de tempeldienst doen de sabbat ontwijden en [toch] onschuldig zijn? En ik zeg jullie erbij: Hier is iets groters dan de tempel!
Als jullie echter kennis hadden van ‘barmhartigheid [daden van tederheid] wil ik, geen offers’ [Hos.6,6], zouden jullie geen onschuldigen veroordelen. Want de mensenzoon is ook heer van de sabbat.”

Waar gaat het ten diepste om als er over sabbat gesproken wordt? Jezus focust zich niet op wetten en regeltjes maar op de kern van de zaak, nl. G-dgericht leven! Die nieuwe focus is voor hem geen kwestie van vrijblijvendheid (wetten zijn er om het samen-leven in goede banen te leiden) maar van ‘vrijheid’, échte vrijheid. Die ‘vrijheid’ stelt hem in staat om te doen wat hij moet doen. Zou dit ook voor ons een houding kunnen zijn om met mensen op weg te gaan? Samen dagelijkse dingen doen (vb. wandelen, eten, koffie drinken …). Het leven van die ander leren kennen. Je op hen afstemmen en zien wat er voor die ander – hier en nu – op het spel staat. De ander alert en zorgzaam nabij blijven! Dan in alle vrijheid – en verantwoordelijkheid – doen wat moet gedaan opdat de ander zou leven. En ja misschien moet daarvoor, soms even, de wet (een regel) wijken. Let op! Dit is geen pleidooi om zomaar te doen waar je zin in hebt, maar om diep geworteld te leven in G-d (Liefde). Om vrij en verantwoord de ander nabij te zijn en het Go(e)de te doen!