Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt.10,16-23 (14/07/2023)
16 “Kijk, ik zend jullie uit
als schapen temidden van wolven.
Wees dus schrander als slangen
en een-voudig als duiven.
17 En pas op voor de mensen!
Want ze zullen jullie overleveren aan gerechtshoven
en jullie geselen in hun samenkomsten [synagoge].
18 Je zult voor stadhouders en koningen geleid worden
omwille van mij,
tot getuigenis voor hen en voor de volken.
19 Wanneer ze echter jullie overleveren,
wees dan niet gezorgd over hoe of wat je moet zeggen,
want op dat uur
zal wat je te zeggen hebt
je gegeven worden,
20 want niet jullie zijn het die dan spreken,
maar het is de Geest van de Vader die in jullie spreekt.
21 Een broer zal een broer uitleveren ter dood,
een vader een kind,
kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen doden;
22 je zult door allen gehaat worden
omwille van mijn naam;
maar wie standvastig blijft ten einde toe,
zal bevrijd worden.
23 Wanneer ze je in die stad vervolgen,
vlucht naar een andere.
Amen, ik zeg jullie:
Je zult met de steden van Israël niet ten einde zijn
voordat de mensenzoon komt!”
De twaalf worden uitgezonden, maar eerst worden ze gebriefd. Deze briefing is zeer nuchter, om niet te zeggen ont-nuchterend. Jezus voorspelt geen probleemloos leven. Hij waarschuwt voor ‘de mensen’ en zendt hen uit als schapen temidden van wolven.
De vraag is: hoe blijf je, als schaap midden onder wolven, overeind? Word je dan niet binnen de kortste keren onder de voet gelopen, gekwetst, doodgebeten, …? Niet als je leeft als een slang (schrander of taai) én als een duif (eenvoudig), zegt Jezus.
Zonder ‘slangenhouding’ (weten wat je doet en doordacht handelen) ben je een gemakkelijke prooi voor wolven … maar zonder een constante reminder dat het uiteindelijk gaat om eenvoud, om ‘met mensen mens te worden’ (teder, eenvoudig van hart) … lukt het ook niet. Je hebt ze dus allebei tegelijkertijd nodig. En als je zo standvastig blijft doorgaan, zal je bevrijd worden. Het zal dus niet voor niets geweest zijn. En je mag gerust zijn: als je zo de wereld intrekt, hoef je niet bezorgd te zijn over wat je moet zeggen of doen: het zal je gegeven worden.
Mt. 10,22-25a (2/05/2023)
22 “Je zult door allen gehaat worden
omwille van mijn naam;
maar wie standvastig blijft ten einde toe,
zal bevrijd worden.
23 Wanneer ze je in die stad vervolgen,
vlucht naar een andere.
Amen, ik zeg jullie:
Je zult met de steden van Israël niet ten einde zijn
voordat de mensenzoon komt!”
24 Een leerling staat niet boven zijn meester,
een knecht niet boven zijn heer.
25 Het is voldoende voor de leerling
als hij wordt zoals zijn meester,
en voor de knecht zoals zijn heer.”
Nóg eens een kerkleraar – maar ik verzeker je, er zijn er echt niet veel van (een 35-tal in de hele kerkgeschiedenis)! Maar ze hebben ons nu eenmaal veel te vertellen. Als je iets van hun geschriften kunt lezen (bv uit te lenen in onze bibliotheek), is dat altijd de moeite. In de Evangeliestukken die gekozen worden voor hun viering lezen we ook essentiële levenshoudingen voor wie diep in ons christelijk geloof wil doordringen.
Hier klinkt het bedrieglijk simpel: “Een leerling staat niet boven zijn meester.” Maar de consequenties daarvan zijn nogal verstrekkend als die meester bespot en gehaat werd en uiteindelijk zijn alleen maar goede boodschap met zijn leven moest bekopen! Wie écht de meester wil volgen, moet zich dus verwachten aan ernstige tegenkanting. Volgens tijd en plaats kan die vele vormen aannemen – misschien net op een wijze die ik niet verwacht.
Hoe ver zal ík gaan in mijn leerlingschap? Athanasius werd meerdere keren verbannen uit zijn woonplaats …
Mt.15,21-28 (04/08/2021)
Jezus ging van daar weg en trok zich terug naar de [‘heidense’] streek van Tyrus en Sidon.
Kijk! Een Kananeese [dus ‘heidense’] vrouw uit dat gebied kwam naar hem toe en schreeuwde: “Heb medelijden met mij, Heer, zoon van David! Mijn dochter is in de macht van iets kwaads.” Hij echter antwoordde haar geen woord.
Zijn leerlingen die bij hem waren, zeiden: “Stuur haar weg, want ze schreeuwt achter ons aan.” Hij antwoordde echter: “Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het huis van Israël.”
Zij viel echter voor hem neer en smeekte: “Heer, help mij!” Maar hij antwoordde: “Het is niet goed het brood van de kinderen te nemen en dat naar de hondjes [= de heidenen] te werpen.” Zij echter weerlegde: “Toch wel, Heer, want ook de hondjes eten van de kruimels die van de tafel van hun meesters vallen.” Toen antwoordde Jezus haar: “O vrouw, groot is je vertrouwen! Het moet gebeuren zoals je bedoelt.” En vanaf dat uur was haar dochter geheeld.
Zou ik durven wat die ‘heidense vrouw’ hier doet?
Het begint al met het feit dat zij in die buitenlander (want dat was Jezus voor haar – meer nog: een die haar volk verdreven had van hun grond! (de Israëlieten vielen immers Kanaän binnen)) toch het goede kan zien.
En dan moet je durven vragen! (Wie doet dat makkelijk?)
En opnieuw durven vragen, ook nadat je geen antwoord kreeg!
En nog weerwerk durven geven als je op je kop kreeg dat je eigenlijk niets moet vragen!
Hou ik het zo lang uit met G-d? Zou mijn vertrouwen zo groot zijn?
Het is wel duidelijk dat de grote liefde voor haar dochter haar drijft. Ze is radeloos, ten einde haar ‘eigen-macht’ – het lijkt wel of ze het ‘in de macht zijn van’ van haar dochter met zích meedraagt.
Is het niet dit soort liefde, die Jezus later aan het kruis ook zal meedragen? En zou het niet díe liefde zijn, die hij herkent bij die vrouw – als ze er maar stevig genoeg vanuit durft te leven én te vragen?!
Mt.11,16-19 (9/12/2022)
Waarmee zal ik de mensen van deze generatie vergelijken? Ze zijn als kleine kinderen die op de markt zitten en hun vriendjes toeroepen: ‘Wij spelen voor jullie op de fluit, maar je danst niet. Wij zingen voor jullie een klaaglied, maar je weent niet!’
Want Johannes kwam, hij at noch dronk en ze zeggen: ‘Hij is van een demon bezeten.’ En de mensenzoon kwam, hij at en dronk wél en ze zeggen: ‘Kijk eens naar die vreter en zuiper, die vriend van tollenaars en zondaars!’
Wijsheid wordt als waar erkend door allen die haar kinderen zijn.
Jezus is een goede observator. Hij kijkt met heldere blik om zich heen en in heel gewone dingen van elke dag ziet hij beelden en parallellen die hem iets vertellen over wat erin de wereld gaande is. – Dat is overigens een heel nuttige eigenschap die geleerd kan worden door wie veel met Jezus omgaat, ook vandaag. Dat is trouwens ook wat Jezus bedoelt met ‘het lezen van de tekenen van de tijd’.
Neem nu die nukkige kinderen. Wat willen ze nu eigenlijk? Jezus duwt het de mensen onder de neus dat ze net zijn zoals zij. Eerst lopen ze met Johannes mee, want hij is profetisch. Dan verwerpen ze hem, want hij is te hard. Vervolgens lopen ze met Jezus mee, want hij is zacht. Maar dan … Het vervolg staat niet verwoord maar laat zich hier al raden. Nukkigheid leidt tot liquidatie van zo ongeveer alles wat niet in míjn kraam past.
We zouden deze passage makkelijk van de hand kunnen doen omdat er letterlijk staat dat Jezus het heeft over ‘de mensen van deze generatie’, zijn tijdgenoten dus. Maar is ónze generatie anders? Ben ík anders?
Mt. 5,1-12 (1/11/2020)
Toen Jezus al die mensen zag, ging hij de berg op en ging zitten. Zijn leerlingen kwamen om hem heen.
Hij nam het woord en onderrichtte hen:
“Gezegend wie leeft in de geest van het bedelaarschap.
Ja, van hen is het koninkrijk der hemelen.
Gezegend wie diep droevig zijn.
Ja, zij zullen worden vertroost.
Gezegend de ootmoedigen.
Ja, zij zullen tevredenheid ontvangen. [Ps.37,11]
Gezegend wie hongeren en dorsten naar wat waarachtig is.
Ja, zij zullen verzadigd worden.
Gezegend de barmhartigen.
Ja, zij zullen barmhartigheid ontmoeten.
Gezegend wie integer is in denken en doen. [Ps.24,4]
Ja, zij zullen God zien.
Gezegend wie vrede bewerken.
Ja, zij zullen kinderen van God worden genoemd.
Gezegend wie vervolgd worden om wat waarachtig is.
Ja, van hen is het koninkrijk der hemelen.”
“Gezegend zijn jullie wanneer ze je uitschelden en vervolgen en onterecht allerlei kwaad over jullie spreken omwille van mij.
Wees blij en jubel! Ja, overvloedig is jullie loon in de hemelen. Zo immers werden de profeten vóór jullie ook vervolgd.”
“Zalig de armen van geest”, zo horen we het meestal. “Gezegend wie leeft in de geest van het bedelaarschap”,
probeert de vertaling iets weer te geven van ‘de geest’ van de woorden i.p.v. ‘de letter’.
(En uiteraard moet je alle volgende er meteen bij lezen, want ze vormen overduidelijk één geheel.)
En dat als lezing op het Hoogfeest van Allerheiligen? Ja precies! Waar waarachtige ‘heiligheid’ over gaat, geeft Matteüs hier prachtig weer.
Nikske heldhaftigheid; nikske eigenmachtigheid; nikske spectaculair; … Heiligheid gaat over nederigheid: leven in de geest van de bedelaar …
Niets héb ik – alles ontváng ik.
Niets betrácht ik – ik zit langs de kant van de weg, afwachtend, vérwachtend.
Niets schrijf ik mezelf toe – het zijn mensen in naam van G-d die mij voorzien van wat ik nodig heb.
G-d is mijn alles – mag mijn alles worden! Mijn leven, in ontvangende gegevenheid, mag transparant worden:
sprekend van Hem – en zoals Hij meestal blijk te zijn, is dat in alle stilte en bescheidenheid …
Ja, “gezegend wie leeft in de geest van het bedelaarschap”!
Mt.11,16-19 (13/12/2024)
16 Waarmee zal ik de mensen van deze generatie vergelijken?
Ze zijn als kleine kinderen die op de markt zitten
en hun vriendjes toeroepen:
17 ‘Wij spelen voor jullie op de fluit, maar je danst niet.
Wij zingen voor jullie een klaaglied, maar je weent niet!’
18 Want Johannes kwam,
hij at noch dronk
en ze zeggen: ‘Hij is van een demon bezeten.’
19 En de mensenzoon kwam,
hij at en dronk wél
en ze zeggen: ‘Kijk eens naar die vreter en zuiper,
die vriend van tollenaars en zondaars!’
Wijsheid wordt als waar erkend
door allen die haar kinderen zijn.
Zou onze generatie zo anders zijn dan die van Jezus’ tijd? Zijn ook wij niet vaak overtuigd dat we het goed bedoelen voor onze medemensen en dat wij weten wat zij nodig hebben? En zijn ook wij niet verontwaardigd wanneer de ander niet meegaat in wat wij voor hem of haar bedacht hadden? Zou het kunnen dat onze ‘goeddoenerij’ vaak voortkomt uit onze eigen ervaringen, ons eigen perspectief, en dat we soms te weinig rekening houden met wat de ander denkt en voelt?
Jezus pleit voor een perspectiefwissel. Hij nodigt ons uit om even stil te zitten op de markt en ons eigen perspectief los te laten. Hij roept ons op om te leren kijken met wijze ogen, want het is de Wijsheid die ons laat zien wat er echt speelt bij de ander en wat hij of zij nodig heeft.
De Advent zou een tijd kunnen zijn om daad-werkelijk eens stil op de markt te gaan zitten en jezelf af te vragen: Welk perspectief leidt mijn leven? Mijn – individuele, tijdgebonden perspectief – of het perspectief van eeuwenoude wijsheid?