Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt.26,14-25 (5/04/2023)
Toen [na de zalving van Jezus door Maria in Betanië] ging één van de twaalf, Judas van Keriot, naar de hogepriesters en zei: “Wat zul je mij geven? Ik zal hem aan jullie uitleveren.” Ze zegden hem dertig zilverlingen toe. [Zach.11,12] En van dan af zocht hij een goede gelegenheid om hem uit te leveren.
Op de eerste [dag van het feest] van de ongezuurde [broden] kwamen Jezus’ leerlingen hem vragen: “Waar is het je bedoeling dat wij het Paasmaal voor jou bereiden?” Hij zei: “Ga de stad in, naar je-weet-wel, en zeg hem: ‘De meester laat weten: Mijn tijd is nabij. Bij jou wil ik het Paasfeest vieren met mijn leerlingen.’” De leerlingen deden zoals Jezus hun had opgedragen en ze bereidden het Paasmaal. Toen het avond werd ging hij met de twaalf aan tafel.
Terwijl ze aten, zei hij: “Amen, ik zeg jullie: Eén van jullie zal mij uitleveren.” Heel bedroefd geworden, begonnen zij elk aan hem te vragen: “Ik ben het toch niet, heer?” Hij antwoordde: “Die met mij de hand in de schotel heeft gestoken, hij zal mij uitleveren. [cf. Ps.41,10b] De mensenzoon gaat wel heen zoals over hem geschreven is, maar wee de mens door wie de mensenzoon wordt uitgeleverd. Het was beter voor hem geweest als hij niet geboren was die mens.”
Judas, die hem zou uitleveren, zei hem ook: “Ik ben het toch niet, rabbi [meester]?” Jezus antwoordde hem: “Wat je zegt …”
Het woord verraad staat centraal in dit stukje Evangelie. Aan de hand hiervan komt Jezus’ diepe Liefde aan het licht. Hij gaat zijn noodlot tegemoet maar blijft loyaal. Hij slaat niet terug, hoe beschamend hij ook wordt behandeld. Hij stelde zijn zelfgave niet in vraag. Hij liet zich de mond niet snoeren en sprak de waarheid, wetende dat ze daar niet op zaten te wachten. Hoe houdt een mens dit vol? Een hogere liefde – een goddelijke liefde – houdt hem gaande.
Wat na het verraad? Volgt er dan berouw? En wat dan?
Berouw kan louterend zijn maar ook dodelijk. Het vermogen om te geloven dat we vergeven zijn is van levensbelang. Vergeving al dan niet kunnen toelaten is het grote verschil tussen Judas en Petrus. Judas kon de mogelijkheid van vergeving niet overwegen en ging de onvoorstelbare duisternis tegemoet. De twijfelende Petrus daarentegen groeit van schande om zijn drievoudige ontkenning naar de rots waarop Christus zijn kerk bouwde.
Mt.11,11-15 (9/12/2021)
Waarlijk, ik zeg jullie: Onder wie uit vrouwen zijn geboren, is er niemand geweest die groter is dan Johannes de doper, maar in het koningschap der hemelen is zelfs de kleinste groter dan hij.
Vanaf de dagen van Johannes de doper tot nu lijdt het koningschap der hemelen geweld – geweldenaars proberen het weg te rukken – want de profeten en de wet leidden toe naar Johannes. Hij is – als je het wil aannemen – de Elia die zou terugkomen.
Wie oren heeft, moet luisteren!
Vanaf vandaag horen we enkele dagen na elkaar over Johannes de doper. Hij is de voorloper van ‘de komende’ (zo noemen de Orthodoxe Christenen hem ook: Johannes de Voorloper (i.p.v. de Doper)).
Hij verkondigt een bevrijdende boodschap die niet gaat over groot-zijn. Hij roept op, om op te houden met altijd opnieuw te trachten de grootste te zijn. Die grootheidsdrift leidt alleen maar tot geweld en zorgt ervoor dat het koningschap der hemelen langzaam maar zeker wegdeemstert. Zulke houding zorgt ervoor dat je meer en meer verwijderd raakt van G-d.
Laat je leiden door de Wet en de profeten (door G-d dus), zij leiden je naar ware grootheid. Johannes de doper getuigt ervan met zijn eigen kleine leven. Als je groot wil zijn richt je dan op G-d. Richt je op hem die zich toont in het kleine en kwetsbare (kijk straks maar naar dat Kindje in de kribbe). Luister naar wat hij je te zeggen heeft.
“Wie oren heeft, moet luisteren.”
Mt.9,14-17 (8/07/2023)
14 Toen kwamen de leerlingen van Johannes naar Jezus
en vroegen hem:
“Waarom vasten wij en de farizeeën wél,
maar vasten jouw leerlingen níet?”
15 Jezus antwoordde hen:
“De vrienden van de bruidegom kunnen toch niet treuren
zolang de bruidegom bij hen is?
Maar er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen is weggenomen.
Dan zullen zij vasten.”
16 Niemand naait een lap van ongekrompen stof op een oud kledingstuk;
anders trekt het nieuwe aan het oude en wordt de scheur erger.
17 En niemand doet nieuwe wijn in oude leren zakken;
anders doet de wijn de zakken barsten
en gaat de wijn verloren met de zakken.
Nee. Nieuwe wijn hoort in nieuwe leren zakken.”
Is het je nog nooit opgevallen hoe vaak Jezus het beeld van een feest gebruikt, en specifieker nog een bruiloftsfeest?! De ‘blijde boodschap’ is wel degelijk een vreugdevol en verheugend gebeuren vol toekomst. Christenen lijken dat nogal eens te vergeten, en als je naar hun feitelijke voorkomen kijkt, lijken ze eerder van een begrafenis te komen!
Wij kunnen en mogen – en het is zelfs zeer Bijbels, denk maar aan het Hooglied – onszelf zien als ‘bruid’ of als ‘vriend van de bruidegom’. (bruidegom en vriendin kan evengoed, alleen moeten we de beelden dan omkeren) Probeer het even. Wat voel je dan? Ongetwijfeld gaat er in ons iets van een bruisende levenskracht stromen. De levengevende verbinding met de ander doet diens vreugde ook in mij leven.
Laat het vandaag – en de rest van je leven – even door je gaan: welke verbinding ga jij aan met Jezus? Durf je hem je bruid(egom) noemen, je vriend(in)?
Mt.6,7-15 (8/03/2022)
Als je bidt, babbel er dan niet op los, zoals veel volkeren doen. Zij denken dat ze door hun veelheid aan woorden verhoord zullen worden. Doe hen niet na! Je Vader weet wat je nodig hebt nog voor je het hem vraagt.
Bid als volgt:
Onze Vader in de hemelen,
geheiligd worde jouw Naam,
kome jouw koningschap,
gebeure jouw bedoeling
op aarde zoals in de hemel
Geef ons vandaag
ons nodige brood
en vergeef ons onze schulden
zoals ook wij onze schuldenaren vergeven,
en lever ons niet over aan de aanvechtingen,
maar verlos ons van het kwade.
Want als je de mensen hun misstappen vergeeft, vergeeft je hemelse Vader ook jou; maar als je aan de mensen hun misstappen niet vergeeft, vergeeft je hemelse Vader ook jou niet.
Jezus geeft ons woorden om te bidden en tips ’hoe’ te bidden: niet schijnheilig en geen woordenkramerij. De valkuil is dat formulegebeden vaak afgerammeld worden omdat we ze ‘van buiten’ kennen. Daarom waarschuwt Jezus ons: bidt ‘van binnen’, vanuit je binnenkamer, ‘par coeur’. Zo wordt ‘bidden’ een ‘overwegen in het hart’ en mogen de woorden door heel je lijf gaan. Wanneer Jezus zegt: “Jullie moeten zo bidden…” – en ons woorden aanreikt – geeft hij een format mee, een grondstructuur voor al ons bidden: G-d aanspreken (verbinding leggen met G-d), diens droom voor de wereld in herinnering brengen en onze menselijke noden laten klinken. En zo gaat het ook in het Onze Vader: de verbinding die met G-d wordt gelegd/gevraagd, straalt door naar onze verbindingen (of hopelijke verbindingen) met onze even-mensen. Het is goed om telkens als we het Onze Vader bidden ook te her-inneren dat het Jezus’ woorden zijn, dat hij het is die ze bidt in ons en zo tot leven mag komen door ons! Probeer het gerust, maar weet dat het niet zonder gevolgen zal blijven.
Mt.9,27-31 (2/12/2022)
Toen Jezus van daar vertrok [van het huis van de overste van de synagoge van Kafarnaum], volgden twee blinden hem. Ze schreeuwden: “Ontferm je over ons, zoon van David!” Thuis gekomen, kwamen de blinden bij hem en Jezus vroeg hen: “Vertrouwen jullie dat ik de geestkracht heb dit te doen?” Ze antwoordden: “Ja, Heer!” Toen raakte hij hun ogen aan en zei: “Het gebeure naar jullie vertrouwen.” En hun ogen werden geopend.
Jezus beval hen streng: “Let op dat niemand het te weten komt!” Maar eens buiten maakten ze hem in de hele omgeving bekend.
Stel dat Jezus ons vraagt: “Vertrouw je dat ik de geestkracht heb om jou te genezen?” Spontaan zeggen we vermoedelijk 'ja', en waarschijnlijk terecht. Maar zijn we ons ook bewust van de inhoud van dit antwoord? Want eigenlijk zeggen we: 'Ja, ik geloof, ik vertrouw me aan jou toe, ik geef me over aan G-ds Liefde'.
Dat is nogal wat. G-ds liefde daad-werkelijk beleven en leven heeft namelijk verregaande consequenties. Gelukkig is geloven niet louter mensenwerk. In wezen is geloven zelfs op de eerste plaats gave; door G-d gegeven. Wij kunnen maar geloven omdat G-d deze gave in ons legt. Aan ons om er voor open te staan, ernaar te verlangen, ons te laten opnemen in die goddelijke Liefde. Niet om in haar verstrikt te raken, maar juist om diep bevrijd te worden van ons verblinde ik dat leeft vanuit en rond zichzelf. Zo kunnen onze ogen geopend worden en zullen we zien.