Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt. 11,25-27 (15/07/2020)

 In die tijd sprak Jezus: 'Ik prijs Jou, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Jij deze dingen
verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze heb geopenbaard aan kleinen.
Ja, Vader, zo heeft het Jou behaagd.
Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven. Niemand kent de Zoon tenzij de Vader,
en niemand kent de Vader tenzij de Zoon en hij aan wie de Zoon het wil openbaren.

Wat voor G-d ben Jij toch, dat Je de grootsheid van je bestaan, niet duidelijk kunt maken aan het verstand van de mensen?
Je hebt hen toch verstandig geschapen? Of is het omdat de mens dat prachtig (en krachtig) verstand eerder gebruikt om te vérhullen
i.p.v. te ónthullen, wat gebeurt als hij ‘denkt’ dat dat verstand het láátste woord is?
Wat voor G-d ben Jij toch, dat Je de grootsheid van je bestaan, niet duidelijk kunt maken aan opgegroeide mensen?
Jij hebt hen toch als opgroeiende mensen geschapen? Of is het omdat de mens in dat wonder gebeuren van het opgroeien
dingen achterlaat of vergeet die hij/zij beter niet achterlaat of vergeet?
Mijn G-d, Vader, (her)schep mij, kneed mij, tot Jouw zoon/dochter. Herstel die innige band van Liefde.
Alleen zij is in staat mij opnieuw te doen zíen wat wáar is: alleen denkkracht die zich vanuit de Liefde oriënteert, schenkt inzicht;
alleen groeikracht die zich ent op Jou, schenkt vol-wassenheid.

 

Mt. 11,28-30 (9/12/2020)

“Kom naar mij, allen die vermoeid zijn en onder lasten gebukt, en ik zal je rust geven.
Neem mijn juk op: laat mij je leermeester zijn – zachtaardig en deemoedig van hart – en je zult rust vinden in jezelf.
Want mijn juk is teder en mijn last is licht.”

Dit stukje Evangelie behoeft geen commentaar. Je moet het gewoon dóen.
Ga in de loop van de dag eens ergens zitten, met een kop koffie of een glaasje wijn (of niet),
met de kaarsen van de Adventskrans of een kruisbeeld voor ogen (of niet), warm binnen of in de frisse buitenlucht, …
… en lees deze woorden van Jezus. Ze zijn aan jóu gezegd!
Lees en herlees deze woorden, laat ze bij je binnenstromen
als een weldadig kabbelend beekje
dat voedt en meevoert …

Mt.20,17-28 (28/02/2024)

17    Toen Jezus opging naar Jeruzalem,
       nam hij alleen de twaalf met zich mee.
       Onderweg zei hij tegen hen:
18    “Kijk! Nu gaan we op naar Jeruzalem
       en de mensenzoon zal overgeleverd worden
       aan de hogepriesters en schriftgeleerden
       en ze zullen hem ter dood veroordelen.
19    Ze zullen hem overleveren aan de niet-Joodse volken
       om hem te bespotten, te geselen en te kruisigen
       en op de derde dag zal hij worden opgewekt.”
20    Toen kwam de moeder van de zonen van Zebedeüs,
       samen met haar zonen, naar hem
       en boog voor hem neer om iets van hem te vragen.
21    Hij vroeg haar: “Wat wil je?”
       Ze zei hem: “Zeg dat in jouw koninkrijk
       deze twee zonen van mij mogen zetelen,
       één rechts en één links van jou.”
22    Maar Jezus antwoordde: “Je weet niet wat je vraagt.
       Kunnen jullie de beker drinken die ik zal drinken,
       of je laten onderdompelen met de onderdompeling die ik zal ondergaan?”
       Ze zeiden hem: “Ja, dat kunnen wij.”
23    Hij ging tegen hen verder:
       “Ja, mijn beker zul je wel drinken
       en ondergedompeld worden waarin ik ondergedompeld wordt,
       maar wat betreft het rechts of links van mij zetelen:
       het is niet aan mij dat te geven,
       dat is voor hen voor wie mijn Vader dit bereid heeft.”
24    De tien [overige leerlingen] hoorden dit
       en ergerden zich aan de twee broers.
25    Maar Jezus riep hen bij zich en zei:
       “Jullie weten dat de leiders van de volken hen overheersen
       en dat de groten hun macht misbruiken tegen hen.
26    Zo mag het bij jullie niet zijn!
       Wie onder jullie groot wil worden,
       moet jullie dienaar zijn,
27    en wie onder jullie de eerste wil zijn,
       moet jullie knecht zijn;
28    zoals de mensenzoon niet gekomen is
       om gediend te worden, maar om te dienen
       en zijn leven te geven als losgeld voor velen [= allen].”

De tijd van de grote opgang is begonnen – die overigens zal uitlopen op een uiterlijk complete neergang … Tot nu toe heeft Jezus overal zijn boodschap
verkondigd aan brede groepen mensen. Ook toen al maakte hij soms een onderscheid in wat hij zei tegen allen, of wat hij tegen zijn dichtste leerlingen zei. Nu, voor de grote opgang, neemt hij blijkbaar enkel zijn dichtste leerlingen mee – die zullen het al moeilijk genoeg krijgen …
Dat ‘moeilijk genoeg’ kun je zien ‘in het groot’, wanneer ze Jezus in het uur van zijn ‘neergang=opgang’ niet meer kunnen volgen en in de steek laten. Maar hij wijst het ook aan ‘in het klein’: “Bij jullie mag er geen machtsmisbruik zijn, wie groot wil worden, moet dienaar zijn.”
Wij kennen die woorden misschien té goed, waardoor ze afgevlakt raken. Maar eigenlijk kunnen ze elke dag van ons leven werkzaam zijn: Als ik Christen wil zijn, dan is dát de weg, zonder compromissen. Dát is voor mij: mijn leven geven …

 Mt. 10,34 – 11,1 (12/7/2021)

Denk niet dat ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar een [onderscheidend] zwaard. Ik ben gekomen om op gespannen voet te zetten: een mens tegen zijn vader, een dochter tegen haar moeder, een schoondochter tegen haar schoonmoeder. Iemands huisgenoten zullen zijn vijanden worden.
Wie zijn vader en moeder bemint boven mij, is mij niet waard; wie zijn zoon of dochter bemint boven mij, is mij niet waard. En wie zijn kruis niet aanneemt en mij achterna komt, is mij niet waard.
Wie het waarachtige leven [geest-ziel] gevonden heeft, die zal het verliezen, en wie het waarachtige leven [geest-ziel] verloren is omwille van mij, die zal het vinden.
Wie jullie verwelkomt, verwelkomt mij, en wie mij verwelkomt, verwelkomt hem die mij gezonden heeft. Wie een profeet verwelkomt omdat het een profeet is, zal het loon van een profeet ontvangen; en wie een rechtvaardige verwelkomt omdat het een rechtvaardige is, zal het loon van een rechtvaardige ontvangen. En wie één van deze kleinen een beker friste te drinken zal geven alleen maar omdat het een leerling is, amen, ik zeg jullie: die zal zijn loon niet ontgaan!”
Toen Jezus deze opdrachten aan zijn leerlingen beëindigd had, vertrok hij van daar om te onderrichten en te verkondigen in hun steden.

Jezus’ leef- en denkwijze is zo radicaal dat het voor de doorsnee mens moeilijk te vatten is. Daarom waarschuwt hij z’n leerlingen. Weet: als je je – net als hij – verbindt met G-d en leeft vanuit die verbondenheid, dan zal dit onbegrip teweegbrengen. Zo leven staat immers haaks op elk ik-gericht wereld- en mensbeeld. Kiezen voor verbondenheid en voor éénheid met G-d zál dus leiden tot verdeeldheid. En dus is het niet vanzelfsprekend om deze denk- en leefwijze aan te nemen. Daarom geeft Jezus alvast enkele opdrachten mee:
• Leef waar-achtig: Klamp je niet vast aan je leven, geef het uit handen omwille van hem. Maak jezelf leeg van alle ikkigheid om in zijn waar-heid te leren staan.
• Leef gastvrij: Zie en verwelkom de ander écht als de ander en niet zoals jij hem gedacht had. Ga, open en ontvankelijk, de ander tegemoet. Het zal je doen zien wie de ander écht is en wat zijn noden zijn. Schrik niet want je zal in hem Jezus ontmoeten.
Dit zijn enkele aandachtspunten die zijn leerlingen (en dus ook wij) meekrijgen om alvast te oefenen in: Léven-IN-vertrouwen.

 

Mt.21,33-43.45-46 (10/03/2023)

Luister naar een andere vergelijking [zei Jezus tegen de afgezanten van de Joodse oversten]:
“Er was eens een huisheer die een wijngaard aanlegde. Hij zette er een omheining rond, groef erin een perskuip uit en bouwde er een wachttoren. Toen verhuurde hij hem aan wijnbouwers en vertrok naar het buitenland.

Toen nu de tijd kwam van de oogst, zond hij zijn dienaars naar de wijnbouwers om zijn deel van de oogst te ontvangen. Maar de wijnbouwers grepen zijn dienaren vast. De een ranselden ze af, een ander doodden ze en nog een ander stenigden ze. Opnieuw zond hij nu dienaren, meer nog dan de eersten, maar ze deden met hen net zo. Ten slotte zond hij zijn zoon naar hen, denkend dat ze door zijn zoon tot inkeer zouden komen. Toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze echter onder elkaar: “Dat is de erfgenaam! Vooruit, laten we hem doden en zijn erfenis in bezit nemen.” Ze grepen hem dus vast, wierpen hem buiten de wijngaard en doodden hem.
Wanneer nu de heer van de wijngaard komt, wat zal hij met die wijnbouwers doen?”
Ze antwoordden hem: “Hij zal die slechteriken een slechte dood doen sterven en de wijngaard zal hij verhuren aan andere wijnbouwers die hem de oogst wel zullen geven wanneer het daar de tijd voor is.”
Maar Jezus zei: “Herkennen jullie het Schriftwoord niet?
De steen door de bouwers afgekeurd,
die steen is hoeksteen geworden.
Dat is het werk van de heer,
een wonder is het in onze ogen. [Ps.118,22-23]
Daarom zeg ik jullie: Het koninkrijk van God zal van jullie weggenomen worden en gegeven aan een volk die er de oogst van voortbrengt.
Toen de hogepriesters en de Farizeeën deze gelijkenissen hoorden, begrepen ze dat hij over hen sprak. En zij zochten hem vast te grijpen, maar ze waren bang voor de mensen, omdat zij hem voor een profeet hielden.

Een vraag aan ieder van ons: “Herkennen jullie het Schriftwoord niet?”
Deze commentaartjes kunnen misschien een aanzet zijn om dagelijks stil te staan bij het Woord, om het te overwegen en te laten binnensijpelen voorbij je verstand naar je hart zodat het ten slotte heel je doen en laten mag richten.
Mag hij de hoeksteen worden van ons leven, de draagkracht van ons bestaan?
Zijn wij bereid om ons door G-d tot hoeksteen te laten omvormen?
De veertigdagentijd is nog jong … tijd genoeg om deze vragen te doorwroeten, maar weet dat het antwoord niet zonder gevolgen zal zijn.

Mt.11,28-30 (16/07/2020)

In die tijd nam Jezus het woord en sprak: Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt,
en Ik zal je rust en verlichting schenken.
Neemt mijn juk op jouw schou­ders en leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor je zielen,
want mijn juk is zacht en mijn last is licht.

Wanneer ik rond kijk, zie ik hoe angst, onrust, wantrouwen, … het juk van deze tijd lijkt te worden. Ik voel het, die onrust.
Op straat zie ik angst in de ogen van mensen. Ik merk dat velen het niet langer aan kunnen om teruggeworpen te worden op zichzelf.
En te midden van die onrustige, angstige wereld klinkt de uitnodiging: “Neem mijn juk op. Leer van mij:
ik ben zachtmoedig en nederig van hart. En je zult rust vinden”. Iemand die onze last op zich wil nemen. Iemand die rust wil brengen.
Wie verlangt er niet naar?
Het wordt ons aangeboden! Het enige wat wij te doen hebben is bij hem in de leer gaan en het aandurven om anders te gaan leven.
Nederig, of met andere woorden, je leven richten op de ander, op heel de schepping. Je leven richten op God. Nederig dus en zacht-moedig.
Leven met de moed om voorrang te geven aan zachte krachten. Met de moed om tijd te maken voor elkaar, om in gesprek te gaan, nabij te zijn,
te troosten, elkaar uit te dagen, te bevragen; kortom ‘mens te zijn voor elkaar’.
En dit alles vanuit een éénvoud, een één zijn met God.
Durf ik het aan?