Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt. 19,3-12 (14/08/2020)
Er kwamen Farizeeën naar Hem toe om Hem op de proef te stellen met de vraag:
'Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten om welke reden dan ook?'
Hij gaf hun ten antwoord: 'Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper in het begin hen als man en vrouw gemaakt heeft
en gezegd heeft: Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen worden een vlees?
Zo zijn zij dus niet langer twee, één vlees als zij geworden zijn. Wat God derhalve heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.'
Zij zeiden Hem: 'Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven bij het wegzenden van een vrouw een scheidingsbrief te geven?'
Hij antwoordde: 'Om de hardheid van uw hart heeft Mozes jullie toegestaan jullie vrouwen weg te zenden; aanvankelijk was dit echter niet zo.
Ik zeg je dus: wie zijn vrouw wegzendt ‑ en dit niet wegens ontucht ‑ en een ander huwt, begaat echtbreuk; (en wie een weggezonden vrouw huwt, begaat echtbreuk).'
De leerlingen zeiden Hem: 'Als de verhouding tussen man en vrouw zo is, kan men beter niet trouwen.'
Hij antwoordde: 'Niet iedereen kan dit begrijpen, maar alleen zij aan wie het gegeven is.
Er zijn onhuwbaren die zo uit de moederschoot zijn voortgekomen; en er zijn onhuwbaren die door de mensen zo gemaakt zijn;
maar ook zijn er onhuwbaren die zichzelf onhuwbaar hebben gemaakt omwille van het Rijk der hemelen.
Wie bij machte is dit te begrijpen, hij begrijpe het!'
Kunnen we nu op grond van dit gesprek tussen Jezus en de farizeeën een algemene regel formuleren met betrekking tot echtscheiding?
Neen! Dat zou te simplistisch gedacht zijn, vrees ik.
Wel klinkt hier duidelijk hoe kostbaar de liefde is. Dat ware liefde één maakt en leven geeft. Maar dat ze tegelijkertijd ook o zo kwetsbaar is
(voor hen die moedeloos vaststellen dat het echt niet meer gaat blijft de scheidbrief bestaan).
Dit gesprek lijkt me dan ook veeleer een appél te zijn om te komen tot bewuste, doordachte levenskeuzes.
Een appél om vanuit onze verbondenheid met G-d te komen tot onderscheid, te kiezen en trouw te blijven aan de gemaakte keuze wat die uiteindelijk ook is – gehuwd, alleenstaande of wat dan ook.
De essentie is dát er gekozen wordt elke dag opnieuw en dit in verbondenheid met G-d, vanuit zijn Liefde.
Dat is waartoe hij ons oproept: Verbind je, kies, vertrouw en leef! En G-ds liefde zal zichtbaar en vruchtbaar worden doorheen het leven.
Mt.7,15-20 (28/06/2023)
15 Hoed je voor pseudo-profeten,
die naar jullie toe zullen komen in schapenvacht,
maar vanbinnen grijpgrage wolven zijn.
16 Aan hun vruchten zul je hen herkennen.
Men plukt toch geen druiven van dorens
of vijgen van distels …?
17 Zo brengt iedere goede boom
mooie vruchten voort,
maar de rotte boom
brengt slechte vruchten voort.
18 Een goede boom
kan geen slechte vruchten voortbrengen,
noch een rotte boom
mooie vruchten.
19 Elke boom die geen mooie vruchten voortbrengt,
wordt omgehakt
en in het vuur geworpen.
20 Dus aan hun vruchten
zul je ze [de pseudo-profeten] herkennen.
Profeten spreken en leven vanuit de Torah en zo nemen ze mensen mee op weg richting Go(e)d. Kijk maar naar Jezus. We weten echter ook dat de Torah eveneens gebruikt en verdraaid wordt voor eigen profijt. En dan is de vraag: Wie is een echte en wie een pseudo-profeet? Aan de buitenkant is het niet onmiddellijk zichtbaar. Een profeet (pseudo of niet) verkondigt wat goed is om te leven en wat je daarvoor nodig hebt. Het verschil zit van binnen. Je kan het zien aan de vruchten, zegt Jezus, want de vruchten laten zien wat binnenin aanwezig is. Dus als je verder kijkt, zie je het verschil.
- Je ziet het aan hun gerichtheid: De profeet vertrekt bij de Ander en laat zich richten op de ander. De pseudo-profeet is gericht op zichzelf.
- Je ziet ook waartoe hun woorden (vrucht van wat er leeft in hart en verstand) leiden. Als deze vrede en liefde nalaten en/of opwekken dan heb je te maken met een echte profeet. Als ze haat en verwijten veroorzaken, komen ze van een pseudo-profeet.
Aan ons om te onderscheiden. Aan ons ook de keuze: Hoe richten we ons leven in? Hoe spreken we? Goed of Go(e)d!
Mt. 19,16-22 (17/08/2020)
Eens kwam iemand naar Jezus toe om te vragen: 'Meester, wat voor goed moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?'
Hij zeide hem: 'Waarom wilt ge van Mij weten wat goed is? Een slechts is er goed. Als jij het Leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden.'
'Welke?' vroeg hij. Jezus antwoordde: 'De bekende: Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen,
eer je vader en je moeder en je zult je naaste beminnen als jezelf.'
'Dat heb ik allemaal onderhouden', verklaarde de jongeman,'waar schiet ik nog tekort?'
Jezus sprak tot hem: 'Wilt ge volmaakt zijn, ga dan naar huis, verkoop wat ge bezit en geef het aan de armen;
daarmee zult ge een schat in de hemel bezitten. En kom dan terug om Mij te volgen.'
Maar toen de jongeman deze raad hoorde, ging hij ontdaan heen, omdat hij vele goederen bezat.
Het eeuwige leven heeft niets van doen met het afwerken van één of andere checklist: niet gedood check; ouders geëerd check; geen echtbreuk check; …
(net zo min dan dat het redden van levens te maken zou hebben met het afvinken een checklist: mondmasker check, 1,5 m check, …).
Het heeft daarentegen alles te maken met loslaten en vrij worden.
Vrij worden van … (allerlei bewuste en onbewust verslavingen, bezit, werkdruk, verwachtingen, wetten, maatregelen, oordelen… )
om vrij te kunnen leven voor … (het Léven, mijn medemens, de Liefde …).
Eeuwig leven is je laten raken door G-d, je aangetrokken weten en er alles - maar dan ook compleet alles - voor opgeven.
Het enige waar je dan nog mee van doen hebt is G-d, al de rest laat je achterwege, verkoop je. Alles wat jou aan jezelf bindt, laat je los en je kiest ervoor om hem te volgen.
Eeuwig leven is dan niet langer ge-bonden leven maar je laten verbinden en komen tot ver-bonden Léven.
Mt.5,27-32 (14/06/2024)
27 “Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin:
Je zult geen overspel begaan. [Ex.20,14]
28 Ik echter zeg jullie:
Ieder die naar een vrouw kijkt om haar te begeren,
heeft in zijn hart al overspel met haar begaan.
29 Als je oog je ten val brengt:
ruk het uit en werp het weg!
Het is beter voor je dat één van je leden verloren gaat
dan dat heel je lichaam in de gehenna geworpen wordt.
30 En als je hand je ten val brengt:
hak haar af en werp haar weg!
Het is beter voor je dat één van je leden verloren gaat
dan dat heel je lichaam in de gehenna geworpen wordt.
31 Er is gezegd:
Wie zijn vrouw wegzendt
moet haar een scheidingsakte geven. [Deut.24,1]
32 Ik echter zeg jullie:
Ieder die zijn vrouw wegzendt,
maakt haar tot iemand met wie overspel begaan wordt
– behalve om reden van hoererij –
en wie de weggezondene huwt, begaat overspel.”
Jezus verwijst met zijn geboden naar een leven-gevende weg. Aan ons de keuze om al dan niet voor deze weg te gaan, ook al is het met vallen en opstaan. Dat geldt zeker voor de geboden over de verhouding tussen partners. Jezus neemt het gebod van de Thora over: “Je zult geen overspel begaan.” En deze wijzing wil hij heel graag verdiepen en verruimen. We weten allemaal hoe kwetsbaar relaties zijn en dat het lijkt of echtscheidingen vanzelfsprekend geworden zijn. Maar we weten ook hoe leven-gevend een zuivere relatie kan zijn. Wil een relatie leven-gevend zijn dan gaat het steeds weer over wederzijdse trouw, respect en eerbied, in élke situatie, ook – vooral – als het lastig wordt. Echte leven-gevende relaties zijn dus allergisch aan begeerte en overspel. Begeren maakt de ander tot een object en is uitsluitend gericht op zichzelf en dat is de doodsteek voor een relatie. Dus verwijder begeerte uit je leven, het brengt je relatie(s) in het gedrang en maakt ten slotte jouw leven en dat van de ander tot een hel.
Mt. 19,23-30 (18/08/2020)
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: 'Voorwaar, Ik zeg je: voor een rijke is het moeilijk het Rijk der hemelen binnen te gaan.
Nog sterker: voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.'
Toen de leerlingen dit hoorden, stonden zij verbijsterd en vroegen: 'Wie kan er nu eigenlijk gered worden?'
Jezus keek hen aan en zei: 'Dit ligt niet in de macht der mensen, maar voor God is alles mogelijk.'
Waarop Petrus zeide: 'Zie, wij hebben alles prijsgegeven om Jou te volgen. Wat zullen wij dus krijgen?'
Jezus sprak tot hen: 'Voorwaar, Ik zeg je: bij de wedergeboorte, wanneer de Mensenzoon zal gezeten zijn op de troon van zijn heerlijkheid,
zal ook jij die Mij gevolgd zijt, gezeten zijn op twaalf tronen en heersen over de twaalf stammen van Israël.
En ieder die zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw, kinderen of akkers heeft prijsgegeven om mijn Naam,
zal het honderdvoudig terugkrijgen en eeuwig leven ontvangen.
Veel eersten zullen laatsten en veel laatsten zullen eersten zijn.
Een jongeman die eigenmachtig, door eigen inspanningen (afwerken van de ganse checklist) eeuwig leven wil bekomen, komt naar Jezus toe.
Ontgoocheld vertrekt hij weer als hij moet vaststellen dat het niet zal lukken omdat bezit hem meer ‘in bezit’ heeft dan hij gedacht had.
Dan maar geen eeuwig leven. Dat is wat vooraf ging.
Wanneer nu Jezus aan zijn leerlingen duidelijk maakt dat dit voor elke rijke zo zal zijn, stijgt bij hen de verontwaardiging.
Welke mens kan dan nog het doel, eeuwig leven, bereiken?
Misschien is het juist dat wat ons in de weg zit. De overtuiging dat we het allemaal zelf moeten realiseren, dat we iets moeten bereiken, onszelf bewijzen.
Misschien is het juist dat wat Jezus wil omkeren. Vertrouw niet op bezit, niet op je eigen menselijke prestatiedrang, niet op familiebanden, … maar op G-d!
Geef je over aan hem. Durf je leven totaal te focussen op hem. Laat alles los en leg heel je leven, heel je zijn (verleden-heden-toekomst) in zijn handen.
Dan zal Léven, eeuwig leven, jou gegeven worden. Of misschien ís dat zelfs ‘eeuwig leven’?
Mt.7,6.12-14 (25/06/2024)
6 Geef het heilige niet aan de honden,
en werp je parels niet voor de varkens
[honden en varkens werden als onrein gezien],
opdat zij ze niet met hun poten vertrappen,
zich tegen je keren en je verscheuren.
12 Dus alles wat je zou willen
dat mensen voor jou doen,
doe dat voor hen.
Dat is wet en profeten!
13 Ga binnen door de nauwe poort,
want breed is de poort
en ruim de weg
die leidt naar de ondergang
en velen gaan daarlangs naar binnen.
14 Maar nauw is de poort
en smal de weg
die leidt naar het leven,
en weinigen vinden haar.
Drie losse spreuken. Om te zoeken naar de samenhang hebben we hier niet de ruimte. We beperken ons tot de eerste.
Het is een ietwat verrassende uitspraak als je die hoort uit Jezus’ mond. Is Jezus niet voor iedereen gekomen? Verkondigde hij zijn boodschap niet aan allen die het wilden horen? Ah, in dat laatste klinkt al iets: aan wie het wíl horen, en dus er een zekere openheid voor aan de dag wil leggen.
Heeft dat betekenis voor ons vandaag? Ik denk het wel. Het geeft aan dat wij het in onze tijd, die globaal niet erg open staat voor het Christelijk verhaal, er niet automatisch en overal moeten over spréken. We mogen – moeten – gerust onderscheid maken in wat we tegen wie daarover zeggen. Waar een boodschap niet kán begrepen worden, zwijgen we er beter over! Maar tegelijk roept het ons wél op die openheid bij de ander op te wekken. Dat gebeurt echter meestal niet zozeer door woorden, maar door concrete daden die verwondering oproepen. Als dan de vraag komt: waarom doe je dat?, dán moeten we spreken.